13
Het oude cultuurlandschap van Twentewaar thans ruilverkaveling plaats vindt.
(foto: van Dijk)
Recreatie
Mr. H. J. Timman, secretaris van de Voorlopige Na-
tuurbeschermingsraad (welke raad niet langer voorlo
pig zal zijn als het ontwerp wet is geworden), schrijft in
het herfstnummer van „Natuur en Landschap", na
te hebben opgemerkt dat niet te zeggen valt of deze
aanwijzingsbepalingen op grote of minder grote schaal
zullen worden toegepast:
„Wel is het zeker, dat er reeksen van terreinen zijn
die a.h.w. liggen te wachten op toepassing van deze
wetgeving. Men denke alleen aan de bij rüilkavelingen
uitgespaarde natuurterreinen, die weliswaar met in
stemming van alle betrokken instanties niet aan de
cultuurtechnische moloch ten offer zijn gevallen, maar
na het beëindigen van de ruilverkavelingswerkzaam
heden in de meeste gevallen „vogelvrij" blijven liggen.
Deze terreinen zullen in ieder geval als beschermd
natuurmonument worden aangewezen. Dit is tenmin
ste de mening van ondergetekende."
Het klinkt zeer hoopgevend - al dient te worden afge
wacht of het parlement die mening zal delen. Het is
zelfs nog niet zeker of het wetsontwerp ongewijzigd de
eindstreep zal halen. Natuurlijk niet - zult u zeggen -
want de behandeling door het parlement moet nog
komen. Maar ik bedoel, dat er van een bepaalde kant
al verzet tegen is gerezen. Boseigenaren hebben, de
indiening van het ontwerp op zichzelf toejuichend,
bezwaren geuit juist tegen het aanwijzen van terreinen
als beschermd natuurmonument en het criterium na
tuurschoon, dat hiervoor zal gelden. Zij zijn kennelijk
bevreesd in hun vrijheid te worden belemmerd door
de nieuwe wet en het Bosschap heeft er in een adres
aan de Tweede Kamer al op gewezen, dat naar zijn
mening de instandhouding van natuurschoon, voor
zover het bossen en andere houtopstanden betreft, na
de recente totstandkoming van de Boswet, niet nog
eens behoeft te worden geregeld. Maar dat is een
chapiter op zichzelf en ik keer naar de ruilverkave
lingen terug.
De laatste tijd wordt er duidelijk naar gestreefd de
ruilverkavelingen ook dienstbaar te maken aan de
recreatie. Men is over deze nieuwe mogelijkheden bij
de Cultuurtechnische Dienst zeer enthousiast en het
lijkt er wel wat op of men de protesten die er opgaan
tegen het verlies aan landschapsschoon bij de uitvoe
ring van ruilverkavelingen, wil overstemmen door