Documentatie
en bouwkundig historisch onderzoek
bij Monumentenzorg
111
Wanneer men een oud gebouw restaureert of bestu
deert zal daarbij gebruik gemaakt moeten worden van
de gegevens, die het gebouw zelf verstrekt, naast de
voorhanden zijnde archivalische gegevens. Veelal
zal men, „om de bouwkundige taal" van het te be
studeren gebouw te kunnen begrijpen, gebruik moeten
maken van de kennis, die verworven is bij onderzoek
van andere bouwwerken. Soms zal men die kennis
over een bepaald detail nog niet bezitten en is een na
der onderzoek elders noodzakelijk.
Een verantwoorde restauratie zal steeds voorafgegaan
moeten worden door een onderzoek naar de geschie
denis van het gebouw om bepaalde naden, verzak
kingen, afwijkende details en dergelijke te kunnen be
grijpen. Tevens is kennis betreffende toegepaste
bouwtechnieken van belang om weer tot de oorspron
kelijke vormen te komen. We denken hierbij aan de
wijze van metselen, voegen, de behandeling van schil
der- en pleisterwerk de houtconstructie en het natuur
steen-gebruik.
Ziehier de veelomvattende taak, waarvoor de onder
zoekers en de tekenaars van de afdeling Documentatie
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg zich ge
plaatst zien. Een enorme schat aan gegevens wordt
op deze wijze verzameld, niet alleen van gebouwen,
wier voortbestaan verzekerd is, doch ook van gebou
wen, die door sloping worden bedreigd. Het volledig
op papier vastleggen ervan behoort tot de minst op
wekkende taken, daar de toestand van juist deze
voortbrengselen van meestal eenvoudige ambachts
kunst vrijwel altijd slecht is. Doch door het nauw
keurig te onderzoeken, op te meten, in tekening-
brengen en van een duidelijke geschreven toelichting
voorzien kan het gebouw blijven voortbestaan voor
een eventuele latere onderzoeker, die de gegevens voor
zijn studie kan gebruiken als welkome aanvulling van
de kennis, die dan nog te vergaren is uit nog bestaande
gebouwen. Deze zijn echter vaak gerestaureerd en
daardoor tot op zekere hoogte minder betrouwbaar.
Een gerestaureerd bouwwerk verliest helaas aan
authenticiteit. Het is dus van groot belang, voor en
tijdens een restauratie zoveel mogelijk gegevens, die
dan zichtbaar zijn, vast te leggen, ook fotografisch.
Het is niet alleen de taak van hen, die documenteren,
de gegevens te verzamelen, doch ook alles zo te ver
werken, dat ze zo goed mogelijk toegankelijk zijn
voor een ieder die dat wenst. We zullen hier uiteen
zetten hoe dat bij de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg geschiedt.
Van ieder onderzoek van een gebouw, dat gegevens
van enig belang oplevert, wordt een rapport opge
steld, dat ter kennis wordt gebracht van de betrok
ken rayon-architect en zijn assistent van de afdeling-
Restauraties en van de wetenschappelijk ambtenaar
van de afdeling Beschrijving, binnen wiens studiege
bied het gebouw ligt. Voorts wordt in het kaartsys
teem van de literatuurdocumentatie een aantekening
gemaakt van dit rapport, waarvan het origineel wordt
opgeborgen in het dossier van het desbetreffende ge
bouw. Een copie berust in het documentenarchief.
Wanneer de waarde van het onderzoek dit recht
vaardigt, volgt publikatie onder het hoofd Monumen-
tennieuws in het Nieuws-Bulletin van de Koninklijke
Nederlandsche Oudheidkundige Bond of als apart
artikel in het Bulletin van de Bond. Soms wordt een
copie van het rapport toegezonden aan de buiten de
Rijksdienst bij het gebouw betrokken instanties en
personen, zoals de eigenaar en de architect, onder
wiens leiding de restauratie wordt uitgevoerd. In be
paalde gevallen worden ook niet te slopen gebouwen
in tekening gebracht, waarbij zoveel mogelijk gege
vens aangaande de bouwgeschiedenis worden vastge
legd.
Tevens worden op ruime schaal bouwkundige details
verzameld, die ons een inzicht verschaffen in de
bouwwijzen van vroeger. Deze details worden vast
gelegd op zogenaamde documentatiebladen in stan
daardformaat. Deze collectie, die thans reeds onge
veer 300 bladen telt, is geheel als proefserie te beschou
wen en wordt nog niet op grote schaal verspreid. Enige
exemplaren worden bij dit artikel afgebeeld. In de
verzameling komen de onderwerpen, die tot heden
bestudeerd werden vooral naar voren; zo bestaat er-
een vrijwel volledig overzicht van in Nederland aan
getroffen kapconstructies en thans zijn series toren
spitsen en klokkestoelen in bewerking. Daartoe reizen
onderzoekers en tekenaars tot in de verste hoeken van
ons land. Ook moet de medewerking van gemeente
lijke diensten en particuliere architecten en opzichters
genoemd worden. Andere reeds vrij volledige onder-