99
normen. Normen, die van kracht zijn voor de archi
tectuur, maar die daar overheen verder reiken dan
technische of economische belangen. Wij zijn beducht
voor de architectuur van wat prof. dr. K. H. Mis-
kotte noemde: „de neo-burger, die niets verstaat dan
het meest-nabije"
Niet het moderne is het, wat wij aanvechtbaar achten,
maar wel het schuiven van een al-te-tijdelijke, zelf
gekozen „norm" vóór de klassieke, onsterfelijke norm
die de oude steden een eigen gezicht vermocht te
geven.
„Met dit woord onsterfelijkmaakt men zich licht een tikje-
belachelijk" aldus K. H. Miskotte („In de Waagschaal",
29 okt. 1960), „alleen, zonder de gelding van deze chiffre
voor de eeuwige waarden te laten geldenheffen wij de con
tinuïteit der cultuur, zelfs der westerse, zelfs der neder-
landse, zelfs der modern-nederlandse cultuur, radicaal cp!"
Geboomte in en rondom de oude stad
In het voorgaande schreven wij iets over de sfeer in
de stad. Dat geboomte in dit opzicht een belangrijke
factor is, is wel duidelijk. Wij willen daarom ten slotte
over dit onderwerp nog enkele gedachten naar voren
brengen, die o.i. het overwegen waard zijn. Wij zijn
daarbij uitgegaan van de plaatselijke, Zwolse situatie,
in de overtuiging dat deze vergelijkbaar is met die
in andere oude steden.
Wanneer men de plattegrond bekijkt, die Joan Bleau
in dz 1640 van Zwolle tekende, dan ziet men, hoe
naast het gebruikelijke geboomte in tuinen, ook langs
de openbare weg geboomte voorkwam. Zo ontdekt
men op verschillende pleinen, langs de binnengrach
ten en aan de stadszijde van de omwalling, bomen
Door een zinvolle afwisseling van verspreide boomgroepen en aanéénge
sloten bomenrijen wordt de structuur van de stad op de juiste wijze geac
centueerd. Door deze wijze van beplanting krijgt het stadsbeeld iets mar
kantsde grote lijn wordt zichtbaar en de vele details worden tot een over
tuigend geheel samengevoegd. Fragment van gjwolle, situatie omstreeks
1925).
De foto toonthoe monumentaal het effect van een goede boomaanleg
kan zijn. (Turfmarkt, fwoile f 1925).
Een dergelijke beplanting van grote allure zou nimmer op gelijkwaardige
wijze vervangen kunnen worden door een plantsoenachtige aanleg. Boven
dien zou daarmee de eenheid van de structuur der stedelijke beplanting
verbroken worden, zie ook de overzichtstekening).
in lange rijen. Zelfs vindt men deze reeds langs ge
deelten van de buitenzijde der stadsgracht (de tegen
woordige van Royensingel).
Toen na de ontmanteling van Zwolle de gelegenheid
zich daartoe voordeed, werd dit openbare bomen-
bezit nog aanmerkelijk uitgebreid.
De bastions konden prachtige, groene bolwerken wor
den met hoogopgaand geboomte, de beplanting
langs de singels werd uitgebreid en ook de toegangs
wegen tot de stad werden beplant.
Vanzelfsprekend kwam daarnaast veel ander ge
boomte voor maar dit had een meer verspreid karakter
en was niet ontstaan uit een welbewuste aanleg.
Het thans nog aanwezige geboomte, oude stadsbe
schrijvingen, prenten en oude foto's kunnen ons te-
samen een duidelijk beeld geven van de boombeplanting
zoals die zich sinds Joan Bleau in de loop van een drie
tal eeuwen ontwikkeld heeft. Dit is van belang, omdat
een inzicht in de aard van de oorspronkelijke beplan
ting de gelegenheid biedt Lot een meer verantwoord
oordeel over de nieuwe beplantingen, zoals ze in
onze tijd uitgevoerd worden.
WcifMlmuicti
Wtpstrtd
ftssctir/orp