Heemschutberichten
80
door Zaandijk werden talrijke en zeer gevarieerd ver
sierde gevels bekeken. Om een stormloop op de tere
monumenten van de Zaanstreek te voorkomen werd
het gezelschap hierna in vijf groepen verdeeld, doch
elk der vijf routes was even boeiend en interessant.
Voor een gedetailleerde beschrijving hiervan moge ik
verwijzen naar het artikel op blz. 65 van het vorige
nummer. Een heel aardige geste, die door de deelne
mers zeer op prijs werd gesteld was, dat de organist van
de Zuider Vermaning te Westzaan, de heer J. Kol
vers, het orgel, dat daarheen in 1881 uit Edam werd
overgeplaatst, bespeelde toen de bezoekers binnen
kwamen. Het bezoek aan deze Doopsgezinde kerk,
voluit de Vermaning der Friesche Doopsgezinden aan
het Zuid genaamd, was voor velen het hoogtepunt
van de excursie. De houten kerk dateert uit 1731 en
heeft een prachtig interieur. De koperen kronen uit de
18de eeuw waren ter ere van het bezoek schitterend ge
poetst, de vloer met helder wit zand bestrooid, terwijl
de friese gele steentjes van het kerkpad extra waren
geboend. De heer G. de Wit, lid van de Kerkeraad,
gaf een interessante uiteenzetting van de bouwge
schiedenis van deze kerk. De schouw in de consisto
riekamer is geheel bekleed met blauwe tegels met bij
belse voorstellingen. Vanzelfsprekend werden ook en
kele molens bezocht. Negen molens, de Huisman,
waar de twee dochters van molenaar Bosman ons in
kleurrijk Zaans kostuum opwachtten, de Kat, de
Ooievaar, de Dood, het Pink, de Schoolmeester, de
jonge Dirk, het Prinsenhof en de Zoeker waren in vol
bedrijf en schenen ons met de wieken een hartelijk
welkom toe te wuiven, en eigenlijk ook weer een „tot
weerziens". Want wie eenmaal onder de bekoring is
geraakt van de schoonheid en de charme van de Zaan
streek zal er zeker terugkomen.
Geladen met enthousiasme kwamen de deelnemers
weer samen in het ontspanningsgebouw van A. H.,
met grote waardering voor het vele goede werk dat
wordt gedaan door de Zaanse verenigingen, zoals
Zaanse Schans, Zaans Schoon en Zaanse Molen, en
verrijkt met vele nieuwe indrukken.
De wethouder van Openbare Werken van Zaandam,
tevens voorzitter van de „Vrienden van de Zaanse
Schans", de heer D. Metselaar sprak aan het einde
van de Heemschutdag het gezelschap toe, en verze
kerde ons, dat er hard wordt gewerkt aan de realise
ring van het plan, het bouwen van de Zaanse Schans.
Voor diegenen die de vereniging in haar belangrijk en
moeilijk werk willen steunen, herhaal ik nog het adres:
„Vrienden van de Zaanse Schans", secretariaat Dam
2, Zaandam. De contributie bedraagt minimum
f 3,per jaar, een maximum bestaat er niet, aldus
de heer Metselaar. Tot slot sprak de heer d'Ailly een
afscheidswoord. Hij verzekerde de Stichting Zaanse
Schans alle steun van Heemschut, immers hier wordt
niet alleen de Heemschutgedachte ten uitvoer ge
bracht, maar ook het algemeen belang gediend, en hij
dankte nogmaals alle organisatoren uit de Zaanstreek
voor hun bijzonder gewaardeerde medewerking.
L.S.
Noordlarenveldkeiwegen.
Vreemd is de achteloosheid waarmee zaken die met
enig begrip voor streekeigen karakter behouden had
den kunnen blijven, tot verdwijnen worden gedoemd.
Zeker is voor het snelverkeer asfalt verkieslijk boven
veldkeien. Als een dorp echter voldoende behoorlijke
verkeerswegen heeft, doch bovendien nog een aantal
tussenliggende wegen en paden die aan de oude veld-
keibestrating goeddeels hun aantrekkelijkheid danken,
dan worden de „zakelijke" overwegingen doorzichtig.
Het gaat om „zien" of „niet zien". In Elburg en St.
Anna ter Muiden worden de veldkeien als onderdeel
van het waardevolle dorpsbeeld in stand gehouden,
in Thorn besteedt men er zelfs veel moeite aan om
van deze bestrating iets bijzonders te maken. In
Noordlaren (gemeente Haren) ziet men het niet, al
doen de bond Heemschut, de Groninger kunstkring
„de Ploeg", de Groningse Archeologische Commissie
en anderen nog zo hun best om het gemeentebestuur
te overtuigen dat, om de woorden van „de Ploeg" te
gebruiken, „de kunstenaars Noordlaren nu nog be
schouwen als een oase in de woestijn der gemoderni
seerde en genivelleerde dorpen, die een soortgelijke
ontluistering hebben ondergaan." In ons nummer van
juni 1961, blz. 45, is verslag uitgebracht over de po
gingen om het karakter van Noordlaren te behouden.
Thans ligt de brief voor ons van het Provinciale
Bestuur van Groningen waarin op het desbetreffend
schrijven van de Bond Heemschut wordt geantwoord
dat „de bestaande toestand van de veldkeiwegen niet
meer te handhaven is en ook een tussenoplossing de
moeilijkheden niet zal kunnen opheffen", zodat goed
keuring is verleend aan het raadsbesluit tot asfaltering.
Dordrecht, saneringsplan.
Het bestuur van de bond Heemschut is bij de Kroon
in beroep gegaan tegen het aanvullende besluit van
G. S. van Zuid-Holland, gedateerd 23 mei, houdende
goedkeuring van het veelomstreden saneringsplan.
G. S. volstaan met de opmerking dat demping van de
Spuihaven nodig is om te voorzien in een behoorlijk
opvangcentrum en een behoorlijke open stadsruimte
voor de binnenstad, en dat de reclamanten geen alter
natieve oplossingen hebben voorgesteld waaraan uit
stedebouwkundig oogpunt voorkeur zou moeten wor
den gegeven. Afgezien van de vraag of de vormloze
vlakte die door demping van de Spuihaven zou ont
staan, ten koste van de markante grens der oude
Dordtse waterstad, nu als een een „behoorlijke"
open stadsruimte betiteld kan worden, komt het ons
ongerijmd voor dat G. S. aan de appellanten alterna
tief-oplossingen vragen. Hiermee wordt de zaak om
gedraaid. Het is de taak van het gemeentebestuur of,