62 stoffering van benzinestations en consumptietenten en dat terwijl de „toeristische weg" nu juist een van de zaken is waarvan de noodzakelijkheid in alle publicaties over recreatievraagstukken naar voren wordt gebracht! Onzekerheid, verwarring, roofbouw, dat zijn zo enkele punten die bij een nadere beschouwing over het vreem delingenverkeer in het oog springen, en zij worden in nog scherper licht geplaatst door de aandrang van verschillende kanten om dit gehele complex vraag stukken krachtig aan te pakken, fondsen beschikbaar te stellen en een geëigende overheidsapparatuur op te bouwen. Het geciteerde rapport van de Economisch-Techno- logische Dienst heeft o.m. de verdienste een verklaring te geven van verschillende door elkaar gebruikte woor den. Men kan van mening verschillen of definities als „vreemdeling: ieder die verkeert waar hij niet geregeld werkt en niet een vaste woonplaats heeft, met inbegrip van degene die in zijn woonplaats ob jecten bezoekt die in opzet in het bijzonder bedoeld zijn voor, of in belangrijke mate in trek zijn bij, eerst bedoelde categorie mensen", of „recreatie: geestelijk en/of lichamelijk in- en ontspanning in verband met de vrije-tijds-besteding", nu wel uitmunten door een beknopte en heldere formulering; het voordeel is in ieder geval dat men tenminste een soort houvast heeft. Waardevol is ook het onderscheid tussen objecten en accommodaties voor het vreemdelingenverkeer; tot de eerste groep behoren zowel de eigenlijke objecten (ge bieden, attractiepunten en evenementen) als de samen gestelde objecten (streken en plaatsen waar verschil lende attracties gecombineerd zijn), als accommodatie wordt alles beschouwd wat gelegenheid biedt tot ver blijf en verplaatsing. De eerste groep is uiteraard de belangrijkste. Want hoe perfect en rendabel de accommodaties van de trans portmogelijkheden en de logiesgelegenheden ook wor den mogen, het zijn de objecten die de stroom aanzui gen. Het ongeluk is juist dat de belanghebbenden, bij gebrek aan daadkrachtig overheidsbeleid, de accommo datie, die direct profijt oplevert, laten uitgroeien ten detrimente van de objecten, en dus het doel ver zwakken door het middel te bevorderen. Bij de behandeling van de verschillende categorieën van objecten komt deze desastreuze verschuiving van doel naar middel in het rapport niet voldoende uit de verf. Voorzover er bij de inderdaad economisch-tech- nologische beschouwing een algemene richtlijn blijkt, geldt deze de bevordering van het vreemdelingenver keer in kwantitatieve zin, mede uit sociale overwe gingen, om namelijk een zo groot mogelijk aantal recreatiezoekenden iets te kunnen bieden. Het gaat echter niet alleen om het aantal maar ook om de ge aardheid. Terecht schrijven de rapporteurs (blz. 46): De „oude figuur van de trekker door de vrije natuur heeft in het algemeen in het geheel geen behoefte aan „aanpassing" van het eigenlijke natuurschoon of land schap; hij bewondert de natuur zoals hij die (ongerept) vindt Deze recreanten worden meestal gekwalifi ceerd als de ware natuurgenieters; met deze categorie worden nog vaak allen die de vrije natuur opzoeken vereenzelvigd." Het is duidelijk dat de belangstelling van de rapporteurs niet naar deze categorie „ware na tuurgenieters" uitgaat, maar naar de veel talrijker en veel sneller groeiende massa „oponthoud-zoekende recreanten". Dat zijn met name de z.g. bermtoeristen. Voor hen zijn landgoederen en bossen waar men op de wegen en parken moet blijven en waarvoor men enige moeite moet doen om een toegangskaart te bemach tigen, niet het ware. De strekking van het rapport is dat voor deze categorie in de eerste plaats voorzieningen getroffen moeten worden. In dezelfde richting gaat het rapport van de Dr. Wiardi Beckmanstichting „Ruimte voor recreatie", waarvan het documentatieblad juni 1962 van de stichting Recreatie een uittreksel geeft. Hieruit citeren wij: De commissie die het rapport heeft opgesteld meent dat de voorzieningen voor de re creatie zich in de eerste plaats dienen te richten op de minst draagkrachtigen Vooral aan goedkope ac commodatie zoals kampeerterreinen, bungalowpar ken, tentenkampen en kamphuizen bestaat behoefte Men zal niet kunnen volstaan met landschapsverzor ging, maar moeten streven naar de ontsluiting van recreatief waardevolle cultuurlandschappen met voor zieningen ten behoeve van de watersport, kampeer plaatsen en gelegenheid voor het vissen." Van Heemschutzijde moet hierbij toch een enkele kanttekening worden gemaakt. Niet dat wij de sociale strekking van de beide rapporten zouden miskennen Heemschut onthoudt zich ten enenmale van stelling- name bij politieke inzichten. De eerlijkheid gebiedt echter de categorieën „minst draagkrachtigen" en „oponthoudzoekende recreanten" duidelijk te onder scheiden. Juist uit de oorspronkelijke arbeidersbewe ging van een halve eeuw geleden veel minder draag krachtig dan de bromfietsjeugd thans is een groot deel van de trekkers, de ware natuurgenieters met tent, flora en botaniseertrommel, voortgekomen. De cate gorie waarvoor thans accommodaties worden geëist, bestaat niet perse uit de minst draagkrachtigen doch uit degenen die niet in de eerste plaats belangstelling voor natuurschoon hebben, maar zich bij voorkeur groeps gewijs en zonder veel inspanning in de buitenlucht willen ophouden. Dat het respect voor planten- en die renwereld, voor het landschapsbeeld, voor de stilte die de „ouderwetse" trekkers zo dierbaar is, zelfs voor de eigendommen van de plaatselijke bevolking, daarbij vaak in het gedrang komt, is een onplezierig feit dat dan liever verzwegen wordt In de politieke benadering van het vraagstuk schuilt hetzelfde gevaar als in de economische benadering door de belanghebbenden; overschatting van het mid del, de accommodatie, ten koste van het doel, het natuurschoon. Dit is begrijpelijk omdat in beide gevallen meer aan dacht geschonken wordt aan het aantal recreatie zoekenden dan aan het gehalte van hun beleving. Langs deze weg komt men echter tot onoplosbare controversen tussen de oppervlakkige ontspanning voor velen waaraan het meest te verdienen valt

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1962 | | pagina 12