Jaarverslag van de commissie „de weg in het landschap"
1961 - mei - 1962
Verslag over 1961 van de commissie
Bevordering Heemschutgedachte
53
Naast haar normale, incidentele bemoeiingen met
kwesties, liggende op haar werkterein en het waar
nodig uitbrengen van adviezen aan de Bond, heeft de
commissie zich in haar op 18 april jl. gehouden jaar
lijkse vergadering uitvoerig beraden over de sterk toe
nemende ontsiering van het landschapsbeeld door op
slagplaatsen van autowrakken de z.g. autobelten
als gevolg van het snel groeiende autopark in Neder
land.
In de praktijk blijkt dat de terzake geldende voor
schriften tot het aanbrengen van een behoorlijk af
schermende beplanting niet worden nageleefd. Het is
voorts van belang dat deze rommelige uitstallingen
niet worden opgesteld in het directe zicht vanaf auto
snelwegen en toeristische wegen, doch dat daarvoor
terreinen worden bestemd, die enigermate „achteraf"
liggen.
Terzake zal contact worden opgenomen met de Ver
eniging van Nederlandse Gemeenten.
De noodzaak om bestaande wegen, die door hun be
plantingen en entourage een waardevol landschappe
lijk element vormen en in het bijzonder een toeristi
sche waarde hebben, te sparen, vormde een punt van
langdurige bespreking.
De aanpassing van dergelijke wegen aan de snel stijgende
verkeerseisen leidt er toe dat laan-, resp. boom- en
struikbeplantingen verdwijnen en uiteindelijk ten koste
van betrekkelijk hoge uitgaven toch slechts minimale
profielen worden verkregen, die binnen weinig jaren
ongeschikt blijken voör het inmiddels toegenomen ver
keer, terwijl bovendien een onaantrekkelijke, karakter
loze weg overblijft.
Slechts door tijdige vervanging van overbelaste oude
wegen door geheel nieuwe, aan toekomstig verkeer
aangepaste wegen, kan een snelle aftakeling van onze
toeristische wegen worden tegengegaan.
Ook is het dringend nodig dat gelden beschikbaar
worden gesteld om bestaande wegen landschappelijk
te verbeteren.
De in ons land op steeds kleinere oppervlakte terug
gedrongen „natuur" eist een zorgvuldiger en gede
tailleerder behandeling en aanvulling, dan bij grote
landschapsformaties het geval is, wil zij de recreatie
zoekenden nog enige illusie geven.
Voorts baart grote zorg de voortschrijdende industrie
vestiging langs onze wegen, welke als moderne vorm
van lintbebouwing het uitzicht op het omringende land
schap ontneemt en de weg inklemt tussen fabrieks- en
bedrijfspanden, loodsen en opslagplaatsen.
Ofschoon het wel niet mogelijk zal zijn langs de wegen
vrije stroken van 300 a 200 m diepte te reserveren,
waarbinnen geen bouwwerken mogen worden opge
trokken, kan in allen gevalle veel meer aandacht wor
den geschonken aan afschermende beplantingen ter
maskering van te bouwen percelen.
Ook deze kwestie zal met de Vereniging van Neder
landse Gemeenten worden besproken.
De commissie wil ten slotte nog de aandacht vestigen
op de mogelijkheid tot het enigszins verdiept aanleg
gen van parkeerterreinen binnen de bebouwde kom,
zoals bijv. op het Vreeburg te Utrecht is geschied,
waardoor het ruimteeffect van pleinen e.d. gehand
haafd blijft en de visuele hinder, veroorzaakt door de
talrijke geparkeerde auto's, in belangrijke mate wordt
verminderd.
De toenemende vervuiling van straten, plantsoenen,
wegbermen en wateren maakt een punt van grote zorg
uit.
Meer papierbakken, intensiever reiniging en meer pro
paganda voor het begrip: „houd uw land schoon",
zijn voor de hand liggende middelen, die helaas nog
weinig effect hebben. Wij zullen ten deze nog actiever
en attenter moeten worden.
Onze commissie, die het 30ste jaar van haar bestaan
ingaat, zal de haar gestelde taak getrouwelijk blijven
vervullen.
De secretaris,
A. G. M. BOOST
In het verslagjaar kwam de Commissie geen enkele maal
bijeen.
Tot deze lakonieke mededeling zouden wij ons kunnen be
perken. wanneer wij hier niet een ogenblik stil zouden willen
staan bij de activiteiten van de stichting LEVEND ERF
DEEL" een initiatief van de Commissie.
Bij de leden van de Bond Heemschut mogen we ze overigens
voldoende bekend achten.
Rest ons te vermelden dat inmiddels ook de totstandkoming
van een mobiele tentoonstelling onder hetzelfde motto is
verzekerd. Met deze expositie in de komende twee jaar zal
zo mogelijk, tenminste een 30-tal plaatsen in het gehele
land worden bezocht. De primeur is voor Dordrecht.
Mr T. Landheer, secretaris