Bijschrift bij een krantenplaat
40
Een van de vele aan Talleyrand toegeschreven gezegden luidt;
het woord is de mens gegeven om zijn gedachten te verbergen.
De oude Franse diplomaat kon zoiets zeggen. Aden wist
immers dat hij cynisch en onoprecht was, maar ook dat hij
achter zijn briljante conversatie inderdaad gedachten had die
hij naar omstandigheden voor zich hield of uitsprak.
Wie de stijlbloempjes der hedendaagse journalistiek plukt
zou Talleyrands boutade moeten veranderenhet woord
schijnt soms de mens gegeven om de afwezigheid van ge
dachten te verbergen. Het woord, gesproken en gedrukt, wordt
van zijn inhoud ontdaan, wat overblijft is te vergelijken met
stopverf die elk gat kan vullen.
zjp lazen wij in het Dordtsch Dagblad van 2 februari een
artikel ter begeleiding van de hierboven gereproduceerde foto
die het project weergeeft van de uitbreiding van V. en D., aan
het nieuwe stadsplein, als onderdeel van de veelomstreden
sanering. „De Gemeentezo schrijft het D. D., „stelde
terecht hoge eisen, vooral wat betreft het aanzien van de
gevels, zjij verlangt dat de nieuwe bebouwing in de binnen
stad gevels met zogenaamde opgaande lijnen krijgt, die dus
zijn aangepast aan de oude gevels."
Wij hebben op de plaat tevergeefs naar de oude gevels ge
speurd waarbij de nieuwe lijnen zich zouden moeten aan
passen. Aanpassing aan iets dat men eerst heeft verwijderd
lijkt ons een duistere zaak. Om daarin enige verhelderirg
te brengen drukken wij hiernaast een plaatje af dat in ons
augustusnummer igy8 stond als voorbeeld een uit de
vele van de oude Dordtse gevels die men zo enthousiast
tot sloping veroordeelt. Wat verder de opgaande lijnen
betreft in dit door zijn gehele massa drukkend horizontaal
werkende complex; daarbij rijst de vraag of de schrijver
één ogenblik nagedacht heeft over de betekenis die deze
woorden als aanduiding van een bepaalde architectonische
eigenschap toch ooit gehad hebben. G. B.