Boekbespreking
19
gothische, in de 18c eeuw vergrote en verbouwde kerk
van Meppel, de kerk te Rolde die zijn stenen koorge
welven en hoge middeleeuwse kap terugkrijgt, en de
in ons vorige nummer genoemde kerk van Sleen.
In Amsterdam is de restauratie van de Oude Kerk nu
al een eindweegs gevorderd. De noordbeuk heeft van
buiten en van binnen zijn imposante aspect goeddeels
herkregen en wanneer deze etappe wordt afgesloten
met het herstel van de O.L. Vrouwe-kapel, dan kun
nen de sinds 1940 opgeslagen gebrandschilderde ramen
weer worden geplaatst.
Van het Slot te Zeist is de eerste restauratie-fase thans
vrijwel afgesloten. De in de oorlog zwaar beschadigde
linkervleugel van dit gebouw, dat in 1686 door Willem
van Nassau-Odijk werd gebouwd, is thans hersteld.
In de serie Actuele Onderwerpen verscheen van de
hand van Mr. R. Hotke, Hoofddirecteur van de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg, een boekje over de
voorgeschiedenis van de deze zomer tot stand gekomen
Monumentenwet. Schrijver gaat hierin allereerst de
geschiedenis van het begrip monumentenzorg na,
waaruit blijkt dat ook de Grieken al met veel zorg
waakten over hun oude tempels. Bij de Romeinen
vinden wij zelfs al iets als wettelijke monumentenzorg.
In de renaissance, met haar liefde voor de antieken,
herleefde deze dan ook weer, maar het bloeitijdpeik
van de monumentenzorg is toch wel de romantische,
nationalistische en dus historisch ingestelde 19de
eeuw. Griekenland, met zijn felle nationalistische
beweging en daaruit voortvloeiende vrijheidsoorlog,
is het eerste land met een monumentenwet 1834. Ook
in vele andere landen krijgt de monumentenzorg dan
de volle aandacht.
In Nederland is de rijkdom aan oude gebouwen lang
verwaarloosd. Zelfs het slot te Muiden dreigde nog in
1825 afgebroken te worden. Het particulier initiatief
heeft dit weten te voorkomen. Dit zelfde particulier
initiatief heeft zich ontfermd over de gehele monu
mentenzorg. De Koninklijke Nederlandse Oud
heidkundige Bond, de Bond Heemschut, en de Ver
eniging Hendrick de Keyser kwamen hieruit voort.
In 1918 tenslotte werd de Rijkscommissie voor de
Monumentenzorg ingesteld, alsmede het Rijks
bureau voor de Monumentenzorg, zodat hiermee het
bewaren van onze kostbare erfenis een rijksaange
legenheid werd. Maar toch moest het tot 1955 duren
dat het ontwerp monumentenwet in behandeling-
werd genomen, dat tenslotte in 1961 wet werd.
Een alleraardigst klein boekje, dat in kort bestek heel
veel gegevens en bovendien wat goede foto's geeft.
Prijs f 0,50, uitgave Stichting IVIO, Koninginneweg
62, Amsterdam-Z. L. L. H. R.
Van de hand van de heer A. J. j. M. Schellart, lid
Raad van Beheer van de Nederlandse Kastelen-
Nu komt het hoofdgebouw aan de beurt. Er zijn vele
aanwijzingen gevonden die een herstel van de oor
spronkelijke raam- en deurvormen mogelijk maken.
Een belangrijk werk is ten slotte gaande in Oudewater.
Men is begonnen met de algehele restauratie van het
schip van de Grote Kerk, terwijl het koor als kerk
ruimte in gebruik blijft. Toen de onooglijke dikke
pleisterlaag was verwijderd, bleek dat men te doen
had met een van de fraaiste en meest zorgvuldig ge-
detaileerde kerken van de kleine steden in Zuid-Hol
land. Het zal een jarenlang werk zijn voordat ook het
verminkte dwarsschip, de koorpartij met de sacristie en
de toren die door zijn dwars gericht zadeldak een van
de merkwaardigste in ons land is, weer in vroegere
schoonheid herrijzen, maar het blijkt zeer de moeite
waard.
stichting, en Theo de Vries, perschef van deze stichting,
verscheen een klein, zeer handzaam en prettig lees
baar boekje over onze Nederlandse kastelen, onder
de titel „Burchten en Kastelen".
De twee schrijvers, beiden zeer goed ingewerkt in
deze materie, geven hierin een overzicht van de
vroegste tijden af van de geschiedenis van onze adel
lijke behuizingen. In diverse hoofdstukken worden
respectievelijk het ontstaan en de verdere lotgevallen
van deze trotse stukken architectuur geschetst. Dik
wijls met aardige anecdotes en veel wetenswaardige
details. Aan het eind van het boek, dat met fraaie
foto's is verlucht, geven de auteurs een 15-tal kastelen
tochten en is een lijst opgenomen van de belangrijkste
nog bestaande Nederlandse burchten en lustsloten.
Wij kunnen deze luxe-pocket ten volle aanbevelen
bij die van de Heemschutleden, die in klein bestek
zich willen oriënteren over dit onderdeel van ons
levend eifdeel.
Uitgave Servire, den Haag. Prijs f2,95. L. L. H. R.
Onder de titel „Het Stadhuis van Haarlem, algemeen
restauratieplan", verscheen met steun van Haarlemse
bedrijven en particulieren een boekwerk dat het
bezitten meer dan waard is en veel meer geeft dan de
wat dorre titel zou doen vermoeden.
De schrijvers, architect C. W. Royaards en de heren
P. Jongens en Mr. H. S. Phaff, van de Dienst van Open
bare Werken, geven in deze bijzonder rijk geïllustreerde
uitgave allereerst een overzicht van het historisch zo
belangwekkende complex aan de Grote Markt, dit
aan de hand van de bronnen, teruggaande tot de
15de eeuw en met vermelding hiervan.
De boeiende geschiedenis van dit oude klooster, met
zijn uitbreidingen in de 16de en 17de eeuw, o.a. van
Lieven de Key en van De Bray krijgt hier wel het
volle pond.
Ook de restauratie echter is blijkens het plan wel zeer
zorgvuldig gepland en doet ons verwachten dat het
eindresultaat zeker niet zal onderdoen voor dit fraaie
en representatieve begin.
Uitgave Erven F. Bohn en H. D. Tjeenk Willink
Zn; Prijs f 5,L. L. H. R.