12
straten, met huizen naast elkaar in de rooilijn, met
kerk en marktplein als middelpunt. Zolang deze
structuur en de daarbij passende schaal der bebou
wing intact blijft, kunnen vele architectonische ver
gissingen nog over het hoofd gezien en eventueel
later verbeterd worden, en kan wat er nog bewaard
bleef van de oude huizen, hoe ook verwaarloosd,
weer hersteld en bruikbaar gemaakt worden, desnoods
voor een andere bestemming. Wie door Hattem
rondloopt en dat is ook voor de aan zijn auto ver
slaafde reiziger te doen: 7 minuten in de lengte, hoog
stens 4 in de breedte ontdekt al gauw dat er meer
verknoeid dan bewaard, meer verwaarloosd dan her
steld is. Toch heeft het stadje rondom de kerk en
in verschillende zijstraatjes waar de gevels nog gewit
zijn, een eigen en intieme bekoring. Er zou iets heel
bijzonders van te maken zijn, niet door de genoeglijke
moestuinen onder tegen de oude stadsmuur te ver
vangen door een benepen reepje plantsoen, niet door
winkelhuizen in vertikale banen wit-en-blauw te
schilderen als „attractie" voor vakantiegangers het
komt voor! maar door de elementen die het eigene
van de kleine oude Hanzestad uitmaken, met zorg
te herstellen en na te gaan welke functie dit geheel
in de toekomstige ontwikkeling van de streek kan
vervullen. Dan zal toch accent onvermijdelijk ver
schuiven van de agrarische naar de verzorgende func
ties: minder stadsboerderijen en meer dokters, winkels,
bankfilialen, café's en dergelijke, en dat kan zonder
de sfeer en de verhoudingen te verstoren wanneer
men maar in het oog houdt dat Zwolle 5 km verder
ligt zodat het dwaasheid zou zijn in deze miniatuur
afmetingen „cityproblemen" te willen invoeren. Is
het nodig verkeersverbindingen tot stand te brengen
van nieuwe buitenwijken met de stad; de rondweg
om de oude kern die elders zoveel moeite kost door de
grotere loopafstanden en de dichte 19e-eeuwse be
bouwing buiten de voormalige stadsgrachten kan in
Hattem vlot gerealiseerd worden. Tussen de Dorps
weg aan de ene, en de Nieuwe Weg aan de andere
kant kan buiten de Grote Gracht om een brede weg
komen die alleen wat verspreide en architectonisch
waardeloze huisjes kost. Daar is geen stedelijke struc
tuur, alleen wat toevallige en losstaande bebouwing.
Wil men het helemaal gemakkelijk en modern maken,
dan zou daar parkeergelegenheid en een voetgangers
brug over de voormalige vestinggracht bij kunnen
komen, om „de stad in" te gaan voor boodschappen.
Het zou minder voetstappen kosten dan de Rotter
damse Lijnbaan. Door de restauratie van hooguit
een paar dozijn fraaie oude huizen, door een daad
krachtig welstandstoezicht dat adviserend en stimu
lerend allerlei zonder grote kosten te verbeteren ont
sieringen van slechte kleuren, smaakloze puien en
grauw gecementeerde gevels geleidelijk wegwerkt,
en door het vervangen van wat lelijke huizen en waar
deloze krotten door nieuwbouw die zich in schaal en
kleur aanpast en functioneel in het centrum gewenst
is, zou het oude Hattem een uniek punt kunnen wor
den in de industrialiserende streek. Met aan twee
Langs de Nieuwe Weg en de Grote Gracht werd
onder de goed gerestaureerde stadsmuur een raar
reepje plantsoen aangelegd, waarvoor de genoeg-