wrichting; niet uit domme behoudzuchtmaar uit respect voor natuurlijke en gecreëerde schoonheid. Geen negatief tégen, maar een positief vóór. De pers heeft dit blijkens haar artikelen begrepen. De film en televisie, die in dezen geen opvallende partij mee bliezen, zouden thans kunnen laten zien, waar het om gaat. Het publiek, dat in zo belangrijke mate visueel is, zou, voor zover het nog neutraal staat of zich afzijdig houdt, kunnen zien en beleven wat er gebeurt als een waardig monument gesloopt wordt en er een koel glazig modern pand voor in de plaats komt; het zou kunnen zien wat er gebeurt als een stadskern ver kilt en afsterft, als het verkeer de stad rammeit en te gronde trilt, zoals het ook zal zien, hoe een weloverwogen modern pand zich in schaal en maat voegen kan tussen zijn karaktervolle oudere buren, zoals het ook zal kunnen zien, dat een oude stads kern als hart van de gemeente kan leven door goe de bewoning en centrum van koopkracht en amu sement te zijn, en hoe een historische binnenstad een stimulans en krachtbron voor de gehele bur gerij en haar bezoekers kan wezen. Men behoeft de heren in Bussum en Hilversum niet te vertellen, wat de betekenis van het beeld is, maar het kan wel eens nodig zijn hen er op te wijzen, dat er veel te grijpen ligt met enorme zeggingskracht vlak voor de deur, maar wat zij ver weg zoeken. Hieruit zou een waar nationaal programma zijn op te bouwen, dat in de sfeer ligt van de beste volksontwikkeling. Het zal ook velen interesseren, omdat het om de eigen omgeving gaat en daarbij toch perspectieven opent, die voor velen ongekend waren, omdat zij niet gezien werden. Het zal ook de zorg vergen, dat men niet, zoals bij vele kunstbeschouwingen, over de hoofden van het grote publiek heen praat met geleerde refe raten en het gebruik van woorden die onbegrepen blijven. Het gaat niet alléén om binnensteden Dat aard en karakter van onze binnensteden be dreigd worden door hen, die alleen maar naar technische verbetering zien en in het geheel geen oog schijnen te hebben voor historische schoon heid is één ding, een ander ding is, dat ook het natuurschoon en de zo broodnodige ontspannings- gebieden bedreigd worden door hen, die met de zelfde eenzijdigheid zijn behept. De Leeuwarder Courant signaleert daar een staal tje van. In het kader van het in de maak zijnde waterbeheersingsplan de Trynwalden waaromtrent, Zoals verwacht wordt, in de komende zomerzitting de voorstellen van Gedeputeerde Staten de Pro vinciale Staten zullen, bereiken, wordt niet het leg gen van zoals aanvankelijk gedacht één dam in de Murk overwogen, maar van een reeks van dergelijke obstakels; wordt in ernst gedacht aan het opwerpen van een polderdijk rondom het ge hele complex van de Wielen tot de hoogte van 1,25 tot 1,30 plus A.P., wordt rekening gehouden met het afsluiten van de schilderachtige Ryd onder Giekerk, met het afsluiten van de Oudkerkster vaart en misschien met het afdammen van de Rij- perkerkster vaart. Het Oudkerkster meer komt droog en alle zomerpolders, die nu 's winters boe- zemland zijn en zo een uitgezochte verblijfplaats voor duizenden vogels vormen, zullen dan het ge hele jaar droog liggen en dienstbaar worden ge maakt aan bemesting en beweiding, en aldus bo venmate er toe bijdragen de melkoceaan, waarin Nederland nu al bijna verdrinkt, nog wat groter te maken. Het bewuste plan, aldus de Leeuwarder Courant, dat vooruitloopt op de ruilverkalveling van Dan- tumadeel wordt door Provinciale Waterstaat en Cultuurtechnische Dienst voorbereid als een on derdeel van de concentratie van waterschappen in het Noordoosten van Friesland. Men behoeft weinig waterstaatkundige kennis en nog minder fantasie te hebben, om zich het toe komstbeeld van de streek onmiddellijk ten Noord oosten van Leeuwarden voor te stellen, als de plannen door de Staten zullen worden aanvaard: dijken langs de Dokkumer Ee, langs de Bonke- vaart en langs dat stukje van de Murk, dat „open" zal blijven. Dan een dam door de Murk (de zuide lijkste van een reeks) en dan een dijk om dat deel van de plassen tussen Hoogebrug, Zwartewegsend en Giekerk, die voor de watersport en andere recreatie mogen overblijven. Het is natuurlijk een agrarisch-economisch belang zo weinig mogelijk te omdijken gebied over te laten, reden waarom zelfs de afsluiting van de Grote Wielen ten Zuiden van de Wielshals aan de orde is geweest! Verwacht mag worden, dat straks het thans wel vaststaande verwerpen van deze mogelijkheid door de voor standers van concentratie als het brengen van een groot offer aan de recreatie zal worden voorgesteld. Trouwens men kan in de kring van de betrokke nen horen, dat de recreatie in de Murk, de Ryd, de verschillende vaarten en opvaarten, het Oud kerkster meer, enz. toch niets te betekenen heeft en dat al deze wateren dichtgroeien en men ze dus beter helemaal aan het verkeer kan onttrek ken. (Aan een andere meer recreatieve aanpak: ze uit te diepen en voor de man met boot en scheepje toegankelijk te houden of te maken, denkt men in deze kringen van louter „practische mensen" natuurlijk niet, zoals een betrokkene ons met vol doening de plannenmakers schetste) De Leeuwarder Courant vraagt zich af, waarom hier miljoenen aan belastinggeld aan eenzijdige belangen worden besteed. Want het moge belang rijk zijn van boezemland en halfboezemland zulk 102

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1961 | | pagina 8