„Het hoofd van het gemeentebestuur van Zevenaar
maakt bekend dat ingaande 9 oktober 1961 gedu
rende vier weken op de gemeentesecretarie voor
een ieder ter inzage wordt gelegd een ontwerpplan
tot herziening van het uitbreidingsplan in hoofd
zaak met dé daarbij behorende bestemmingsvoor-
schriften."
Een eerste eis van behoorlijk bestuur zou toch
zijn dat het gemeentebestuur de uitspraak van de
Kroon afwacht en op grond daarvan een eventueel
herzieningsplan aanhangig maakt. Inplaats daar
van demonstreert het gemeentebestuur op de zit
tingsdag zelf dat men op het raadhuis niet van
plan is zich ook maar iets aan te trekken van de
Raad van State het hoogste college in ons staats
bestel, waarvan de Koningin voorzitster is. Het
herzieningsplan houdt namelijk in geen enkel op
zicht rekening met de ingediende bezwaren, doch
verscherpt hiertoe nadrukkelijk de aanleiding. Het
omstreden wegproject dwars door het landgoed
wordt in deze herziening benadrukt als een door
gaande verbinding met Didam, en de bestemming-
tot woningbouw van een groot deel van de gron
den langs de Babberichse weg een bestemming-
waarvan de noodzaak nergens is aangetoond maar
die wèl het Huis Sevenaer onhoudbaar maakt
wordt thans uitgebreid over alle gronden langs
die weg. Wij brengen hierbij in herinnering dat
bij een vorige gelegenheid, toen de beroepen op de
Kroon nog behandeld moesten worden, het ge
meentebestuur reeds bouwvergunningen verleende,
en dat, toen de Kroon de afgifte van de vergun
ning schorste, de bouw rustig verder ging. Wij
brengen eveneens in herinnering dat het begin van
de reeks uitbreidingsplannen en herzieningsplan
nen die alle op de een of andere manier tegen
het Huis Sevenaer gericht zijn, geweest is de wei
gering van de vorige bewoner om het historische
familiebezit aan de gemeente te verkopen. Daar
wilde de na de oorlog nieuw benoemde en uitwat
ambitieuze burgemeester zetelen. Dat ging niet
door. En toen kwamen de plannetjes, de een na
de ander, eerst om de oprijlaan met woningwet
huisjes te versieren, daarna om de tuinen en de
landbouwgrond te onteigenen. Als er een plan
vastliep kwam er onmiddellijk een dat verder
greep. Het beleid van het gemeentebestuur van
Zevenaar zou men in de ambtelijke terminologie
moeten aanduiden ais niet beantwoordend aan
de normen van behoorlijk bestuur". In gewoon
Nederlands gezegd: minderwaardige dorpspolitiek
die zich aan recht noch wet stoort. Dat het be
stuur van de Bond Heemschut zich voor de
zoveelste maal tot de gemeenteraad heeft gericht
met het verzoek het herzieningsplan niet te aan
vaarden, ligt voor de hand.
Streekplan Rijn en IJssel
Het „Adres van de vaste commissie van de provin
ciale planologische dienst van Gelderland met be
trekking tot de bezwaarschriften inzake het ont-
werp-streekplan Rijn en IJssel" is verschenen, en de
langademige titel vindt een gepaste voortzetting
in dit 74 pagina's tellende rapport dat met niet
minder dan 80 ingekomen bezwaarschriften af
rekent. Wie nog menen mocht dat het ontwerpen
van een streekplan een eenvoudig werk is, kan
door de lectuur van dit stuk afdoende van het
tegendeel worden overtuigd. Het bestuur van
Bond Heemschut is niet ontvankelijk verklaard
omdat de Bond geen eigenaar is van gronden bin
nen het plangebied; desondanks wordt op de be
zwaren, die grotendeels ook door andere recla
manten naar voren zijn gebracht, wel ingegaan.
Het eerste punt geldt de aantasting van het dal
van de Heelsumse Beek door de ontworpen auto
snelweg Helmond-Zwolle; het ontwerp-streekplan
heeft terzake van het voorlopige plan van de Rijks
waterstaat gevolgd maar het advies zegt hierom
trent „mocht de minister van waterstaat er alsnog
toe besluiten een wijziging van het tracé in over
weging te nemen, dan zal de commissie gaarne des
gevraagd en zover mogelijk haar medewerking ver
lenen." Tegen het voorgestelde tracé zijn vele be
zwaren binnengekomen, maar het ongeluk is dat
dit weggedeelte, hoe men het ook traceert, altijd
schade aan het natuurschoon toebrengt. Het twee
de bezwaar van Heemschut betrof de hoofdver
keersweg tussen Oosterbeek en Renkum nabij
Doorwerth; bij de detaillering kan hieraan ge
deeltelijk tegemoet worden gekomen. Dit geldt ook
voor het derde bezwaar, de doorsnijding van het
land ,,'t Leihuis".
Zeer teleurstellend is de wijze waarop de bezwaren
tegen het vierde punt, Zevenaar en omgeving be
treffende, worden afgedaan. Het ontwerp-streekplan
heeft daar zonder meer de vreemde uitbreidings-
politiek van het gemeentebestuur overgenomen
zie hieromtrent het vorige Heemschutbericht. In
het advies wordt terzake verwezen naar de sum
miere antwoorden op de door Jhr. H. R. R. L.
van Nispen van Sevenaer ingebrachte bezwaren. Het
valt wel op dat, terwijl op andere bezwaarschrif
ten tegen aantasting van het natuurschoon nader
wordt ingegaan en hieraan zelfs in verschillende
onderdelen wordt tegemoetgekomen de bedoe
ling van het streekplan om de nog altijd zo fraaie
streek te beschermen tegen concurrerende uitbrei
dingsplannen der gemeenten blijkt duidelijk aan
de monumentale en landschappelijke betekenis van
het Huis Sevenaer geheel wordt voorbijgegaan.
Het advies zegt daar, blz. (56/57): „De betrokken
gronden (n.1. het landgoed, red.) kunnen niet wor
den gemist in een stelselmatige en harmonische
uitbreiding van Zevenaar" en: „Zevenaar is bezig
zich snel tot een flinke plaats met een aantrekke
lijk woonklimaat te ontwikkelen". Voorts wordt
wat de geprojecteerde wegen betreft naar het uit
breidingsplan verwezen. Het gaat er nu juist om
bij de jarenlange strijd om het Huis Sevenaer dat
106