mm.
im
2 s).>% i&tfs WjC&H
vermogen aangroeide en in een afzonderlijke stich
ting' werd ondergebracht.
Het bestuur der Maatschappij, elk jaar door de
ledenvergadering gekozen en maximaal vier keer
achtereen herkiesbaar, beheert thans nog enkele
andere fondsen zoals het Willink van Collen- en het
Tetar van Elvenfonds, beiden bestemd voor wed
strijden onder jonge schilders, en het Davidsfonds
waaruit hulp geboden kan worden in moeilijkheden.
Tot in het begin der 20ste eeuw was Arti de enige
vereniging van beeldende kunstenaars in Amster
dam en belangrijk is de rol geweest die de Maat
schappij in het kunstleven heeft vervuld. De op
richting van een standbeeld voor Rembrandt kwam
door Arti tot stand, de organisatie van vele tentoon
stellingen van Nederlandse kunst in het buitenland
en van allerlei culturele manifestaties ook buiten de
eigen ledenkring ging van Arti uit, voordat de
musea zich op dit terrein bewogen. Vele vooraan
staande kunstenaars hebben op iedententoonstellin-
gen van Arti hun naam gemaakt. De archieven van
Arti bevatten een hoeveelheid materiaal over ruim
120 jaar Nederlandse schilderkunst, waaruit menige
kunsthistorische dissertatie geput zou kunnen
worden.
Van de in 1840 aangekochte huizen werd aanvan
kelijk alleen het v.m. café „Grand Salon" door Arti
gebruikt. Het „Wapen van Utrecht" was een hotel
en naar uit de correspondentie blijkt, geen al te best
bekend staande gelegenheid. Toen de huur beëin
digd kon worden en de groeiende Maatschappij de
ruimte zelf nodig had, werden in 1855 de beide
percelen verenigd achter de nieuwe, door architect
Leliman ontworpen gevel, die nog steeds een karak
teristiek midden 19e eeuws accent aan dit deel
van het Rokin geeft, een accent waarvan men lang
zamerhand de goede architectonische kwaliteiten
gaat waarderen.
In 1893 vond opnieuw een ingrijpende verbouwing
plaats die onder leiding stond van niemand minder
dan de architecten H. P. Berlage en A. C. Bleys, de
bouwmeester van de St. Nicolaaskerk tegenover het
Centraal Station. Uiterlijk ging het gebouw er niet
op vooruit: de verandering van de societeitsramen
aan het Rokin en de verlegging van de ingang naar
het Spui door een poortje „in Hollandschen renais
sancestijl" zijn geen van beide verbeteringen geweest.
Wel dankt Arti aan deze verbouwing een fraai trap
penhuis en een societeitszaal die met de toen moder
ne meubelen, plafond en betimmering, een bijzonder
karakter en een heel eigen sfeer heeft. Gezien de
plaats die Berlage in de geschiedenis der moderne
Nederlandse architectuur inneemt is het wel merk
waardig in diens beschrijving van het werk te lezen
99
i-let Bestuur der Maatschappij
Arti et Amicitiae, zoals dat in
1865 was samengesteld. V.l.n.r.:
L. Lingeman, penningmeester,
S. Altmann, vice-voorzitter, C.
Rochussen, voorzitter, P. F.
Creive, 2e secretaris, C. Sprin
ger, Je secretaris.
Het gebouw van Arti na de verbouwing in 1856met het
toen nog niet gedempte Spuiaan de zijkant