behoud van natuur- en stadsschoon. De verouderde
Natuurschoonwet zal aan hedendaagse eisen aange
past dienen te worden met open oog voor de re
creatieve behoeften van ons volk. Een effectieve
Natuurbeschermingswet is dringend nodig. Een
krachtige wet tegen de schrikbarende verontreini
ging van de Nederlandse binnenwateren is nu reeds
jaren te laat. Op een welbewust en goed in handen
gehouden planologisch beleid wordt allang gewacht.
Is het niet begrijpelijk, dat in onze gelederen, na
vijftig jaar Heemschut en met alle waardering voor
een bijna tot stand gekomen Monumentenwet en
voor een misschien binnenkort aangeboden ontwerp
Natuurbeschermingswet, grote verontrusting heerst
over de naaste toekomst? Het heeft onze aandacht
getrokken, dat men bij de aanleg van de nieuwste
stadsuitbreidingen gelukkig vastbeslotener en doel
bewuster te werk gaat dan in de oude stads- en
dorpskernen, waar toch onze cultuur verankerd ligt.
Men denkt er daar niet aan de binnenterreinen te
laten volbouwen, de contouren te laten vernielen,
het stramien te laten veranderen, zelfs de kleuren te
laten wijzigen, of tientallen ontheffingen te verle
nen, waar dit in waardevolle stadskernen schering
en inslag is.
De vrees om voor ouderwets, conservatief, behoud
zuchtig te worden aangezien, speelt hierbij gevaar
lijke parten, die onherstelbaar zijn en later als
men meer objectief kan terugzien diep betreurd
zullen worden. Het is nodig in dit opzicht meer
karakter te tonen. Er zijn grote en ingrijpende wij
zigingen op til in tal van Nederlandse gemeenten,
die het karaktervolle gezicht van deze steden en
dorpen met voeten treden. Wij wekken de burgerij
en niet in het minst de publiciteitsorganen op, aller-
wege achtzaam te zijn, gedegen kennis te nemen
van vaak indrukwekkend aandoende, maar in we
zen schemerig gehouden, plannen, aan te dringen op
duidelijke prognose, dit is: het overwegen van alle
facetten (en niet die van het verkeer alleen) van
goed omlijnde doelstelling en vormgeving en de
voet schrap te zetten tegen overrompelende basis-
of kernplannen, niet steunend op de Woningwet,
die met morele drang op de Raad gepaard gaan om
de daaruit voortvloeiende gedetailleerde plannen
maar te aanvaarden. Aldus loopt een gemeenteraad
achter de vlag van een basis-of kernplan aan, zonder
te weten of deze vlag de lading wel dekt. Men kan
waarden prijs geven zonder te beseffen, dat restau
ratie en revalidatie duurzamer en bevredigender re
sultaten kan opleveren. Wij dringen aan op het ma
ken van een inventarisatie van het monumentenbe-
zit, hetgeen toch een minimale eis is, op respect
voor de silhouetten onzer „kantige steden", de his
torische dwarsprofielen en rooilijnen en die slechts
bij bittere noodzaak prijs te geven. Het is een eis
des tijds en van het geweten, om elementen van
schoonheid in stad en dorp en landschap als alge
meen belang te aanvaarden. De voorbeelden zijn er,
dat kleine potentaten openbaarheid en duidelijke
voorlichting uit de weg gaan, om hun doel te be
reiken, wat ronduit een aantasting moet worden ge
acht van ons democratisch bestel.
Dat het in 1961 nodig is, deze waarschuwing te la
ten horen, is een kenmerkend verschil met de situa
tie in 1911.
De Bond zal gaarne bijdragen om tot betere verhou
dingen te geraken. Dit moet gebeuren met nog te
beperkte middelen, maar het zal niet-aflatend zijn.
Thans volgt een overzicht van de werkzaamheden
van de Bond in het afgelopen jaar.
Leden
Spontane medewerking van vele leden aan de ju
bileum-ledenactie droeg er toe bij, dat het aantal
buitengewone leden in het afgelopen verenigings
jaar met 369 is gestegen tot 2565. Enkele leden
brachten zelfs 30 en 25 nieuwe leden aan. Onze
hulde voor een dergelijk enthousiasme! Zonder te
willen stellen, dat thans het ideaal is bereikt, mag
een verheugende groei van particuliere belangstel
lenden in de afgelopen 10 jaar worden geconsta
teerd wanneer wij de 2565 vergelijken met de 731
buitengewone leden die tijdens het 40-jarige bestaan
bij de Bond waren aangesloten. Behalve deze zeer
stimulerende steun van particuliere personen is het
aantal verenigingen die als gewone leden in de
Bond zijn verenigd dit jaar nog gestegen van 210 op
255, dat van de donateurs van 105 op 115.
De jaarlijkse Heemschutdag bracht 125 deelnemers
tezamen in de Friese haven Harlingen, waar geno
ten werd van het stadsschoon en de hartelijkheid
van het ontvangende stadsbestuur.
Bestuur
In verband met de niet aflatende stroom van zaken
waarvoor de aandacht van het bestuur wordt ge
vraagd, en bovendien met de organisatie van de
jubileum-manifestaties kwam het dagelijkse bestuur
zeer frequent bijeen. De samenstelling bleef onge
wijzigd. In het algemene bestuur werden voor een
nieuwe bestuurstermijn van 5 jaren herkozen de da
mes Van den Ban en Noë en de heren Bicker Caar-
ten, Boost, Overdijkink, Trouw, Voorbeytel Cannen-
burg en Wassenbergh. De heren Jhr. mr. J. van der
Does de Willebois, ir. Meischke, ir. Ch. C. van der
Vlis en arch. P. Zanstra werden bereid gevonden
de ontstane vacatures te vullen. Helaas zag de Bond
twee van zijn algemene bestuursleden zich ontval
len. De steun en aansporing van de even fijnzinni
ge als geestdriftige Jhr. mr. J. van der Does de
Willebois zal door ons bestuur zeer node gemist
worden. Onvergetelijk is de morele aansporing die
hij tijdens dieptepunten in de Heemschutstrijd wist
te geven door een gevoelig woord en blijk van
waardering. Dankbaar wordt herdacht hoe zijn besef
voor de realiteit zich uitte in met bewonderens
waardige bescheidenheid verleende materiele steun.
Te kort om tot volle ontplooiing te komen was mr.
O. van den Berg in ons midden. Beider heengaan
53