Regeneratie van onze binnensteden Het lezenswaardige blad „PW, orgaan van de ver eniging van directeuren van gemeentewerken" heeft zijn februari-nummer grotendeels gewijd aan het on derwerp dat ook Heemschut voortdurend bezig houdt: de regeneratie van oude binnensteden. De plannen voor Alkmaar, Bergen op Zoom en Zwolle worden uitvoerig behandeld met kaarten en een samenvatting van de toelichting, het geheel is inge leid en van een slotbeschouwing voorzien door ir. J. A. Verhoef c.i., oud-directeur openbare werken, dienst stadsontwikkeling Utrecht. Vooral de inlei ding is voor Heemschut interessant. Ir. Verhoef begint met de stelling dat wijzigingen in stadsplan en straatbeeld geen verschijnsel van de laatste jaren zijn, maar een natuurlijk gevolg van de altijd optredende veranderingen in leefzeden en behoeften, zo oud als de geschiedenis der menselijke woonplaatsen en te verwachten tot aan het einde der dagen. Deze natuurlijke aanpassing aan de om standigheden geschiedt bij de mens echter bewust: lijdend, aanvaardend of doelbewust, als tegenwerker, medewerker of doelbewuste voorijler van het te voeren beleid. Hierover bestaat veel onbegrip. „Met het zo veelvuldig gebruikte woord 'beleid' kan im mers, in de betekenis waarin het bij bestuursorganen wordt gebezigd, niet anders worden bedoeld dan het met. wijsheid hanteren van de adviezen die de over heid van zijn bekwame dienaren verwacht." Uitvoerig gaat de schrijver dan in op de veelzijdige aard van deze adviezen: technisch, sociaal, cultureel en vooral ten aanzien van de financiële mogelijk heden. Van de bestuurders kan voorts in vele geval len een stimulerende werking uitgaan. „Dit houdt clan ook in dat onder 'beleid' nooit en te nimmer kan worden verstaan het aanzetten tot het negeren van een goecle sterkteberekeningzomin als het bagatelliseren van architectonische waarden van be paalde oude bouwwerken en stedelijke situaties enz. enz." De schrijver stelt vervolgens de grote verant woordelijkheid van de overheidsdienaar in het licht „tegenover zijn bestuurscollege en daaroverheen te genover het Nederlandse volk n' en déplaise a ru moer in kranten, comité's en vergaderingen". Twee belangrijke evenementen worden in dit ver band in herinnering gebracht: het vijftigjarig jubi leum van de Bond Heemschut en de autotentoon stelling in het nieuwe RAI-gebouw, waarvan de componenten, onbillijk generaliserend, in het ex treme aangeduid zouden kunnen worden als kwaad aardige recalcitranten tegenover ongeremde fantas ten en stedenvernielers. Deze uitersten, „enerzijds de behoudzuchtigen van elk oud of misschien oud stukje steen en anderzijds de belanghebbende ver dieners aan auto's en de slijters van aardolie-pro- dukten," zullen samen de bedachtzame middenmoot die het, naar schrijver hoopt, zal moeten opknappen, de nodige prikkels verschaffen om wakker te blijven. Op de groep der verdieners gaat de schrijver niet nader in, ten aanzien van de Heemschutters citeert hij Jac. v. d. Ster in de Groene van 28 jan. j.1. die o m. schrijft: „Er zijn Heemschutters die bij elk oud krot door het dolle 'heen raken en die er niet voor te vinden zijn om ook maar één oud huis af te breken. Zouden deze doordrijvers-naar-de-andere kant hun zin krijgen, dan werd Nederland op den duur een groot openluchtmuseum waaraan enorme bedragen gespendeerd zouden moeten worden. Het gunstigste dat men van deze doordrijvers kan zeg gen is dat zij een tegenwicht vormen voor de nog altijd bestaande figuren aan de andere kant die alles willen opofferen aan de eisen van techniek, verkeer, bevolkingsuitbreiding enz. Maar tegenover die negatieve dingen staan zoveel positieve dat we toch van ganser harte een gelukwens uitspreken bij dit vijftigjarig bestaan. Het is altijd yrij makkelijk om ergens de spot mee te drijven, het is minder gemak kelijk om ergens zo hard voor te werken en zo ijverig voor te waken als Heemschut in die vijftig jaar heeft gedaan." Bij dit laatste sluit Ir. Verhoef zich aan, „maar dan ook met de wens dat een enkele Heemschutter eens moge beseffen dat het ook wel zeer makkelijk is 52 Schaalvergroting in Amsterdam: een vooroorlogse poging om het silhouet te handhaven werd volkomen teniet gedaan door verdubbeling der bouw hoogte

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1961 | | pagina 18