Nederlandse Kastelenstichting
Heemschuts leden presenteren zich XVI
37
Het was in het jaar 1937 dat Jhr. Dr. E. van Nispen
tot Sevenaer een brochure uitgaf getiteld „De nood
onzer kastelen". De aanvangswoorden van dit ge
schriftje waren:
„Het is geen overdrijving in het jaar onzes Heeren
1937 te spreken van de nood onzer kasteelen. Het be
treft hier een kwaal die als een venijnige griep door
heèl Nederland slachtoffers maakt. De eerste ken-
teekenen van de ziekte komen tot uiting door een
mindere verzorging van de naaste omgeving der aan
getaste kasteelen; daarop volgt een tijdelijke sluiting
van het kasteel; wanneer het tijdelijk sluiten bestendigd
•wordt, is het laatste stadium ingeluid. Na een paar
jaar elders en goedkooper gewoond te hebben,
voelt de eigenaar er niet meer voor de lasten eener
moeilijk geworden bewoning weer op zich te nemen.
De hechte banden eener oude traditie zijn verbroken
en de prettigste jeugdherinneringen bleken veelal de
Kastelenvreugde Fraeylemaborg
kracht te missen een bewonderde, maar afgebroken
traditie weer op te vatten. Zo zien wij dus als resultaat
van deze „infectie" het aantal bewoonde kasteelen ver
minderen, dat der gesloten, te huur, dan wel te koop
aangeboden kasteelen toenemen, de verzorging der
omgevende tuinen en parken eens de roem van een
gemeente of een sieraad van 't gewest tot een mini
mum beperkt of ook geheel verwaarloosd worden."
In ;het jaar 1937 was deze brochure, hoe vreemd dit
ook; lijkt, de stem van een roepende in de woestijn.
Weinig aandacht werd aan de nood van onze kastelen
en historische landhuizen geschonken.
Het onweer uit het oosten rommelde al angstaanjagend
en Nederland zou vijf jaar moeten doormaken waarin
veel grotere belangen op het spel stonden dan die
van onze kastelen.
Maar toen de bange droom voorbij was, ontwaakten
wij weer en we zagen dat ook de oorlog zijn schennen-
de hand aan onze historische burchten had geslagen.
Verschillende kastelen waren verwoest en de eigenaars
verdreven. Bovendien waren enkele kastelen, eens in
het bezit van Duitsers, in beslag genomen als vijande
lijk vermogen. En aan het onderhoud van deze kaste
len werd niets gedaan
Om toch het beheer van deze verwaarloosde burchten
op zich te kunnen nemen, werd toen de Nederlandse
Kastelenstichting opgericht. In het stichtingsbestuur
had o.a. zitting Jhr. Dr. E. van Nispen tot Sevenaer,
toen directeur van het Rijksbureau voor de Monu
mentenzorg. De eerste directeur was Mr. A. Staring
van De Wildenborch, die in 1949 werd opgevolgd
door J. H. E. Baron van Nagell, thans oud-burge
meester van Doorn en intendant van Huis Doorn.
Al spoedig bleek, dat het eerste doelwit van de NKS
ook op andere wijze bereikt kon worden maar dat
de nood van alle Nederlandse kastelen, een nood die door
de oorlog zeker niet was verminderd, nog steeds geen
paladijn had gevonden; afgezien dan van een enke
ling. En was er een mooier terrein denkbaar voor een
kastelenstichting dan de nood van onze kastelen onder
de aandacht te brengen van het grote publiek
En zo begon dan de tweede en voornaamste arbeids
taak van de NKS!
Deze taak wordt thans vervuld door contact te onder
houden met de bezitters van de Nederlandse kastelen.
Aan de andere kant wordt er ook steeds voeling ge
houden met provinciale en rijksautoriteiten, zodat in
de NKS, zij het dan misschien nog niet in die mate als
zij zelf wel zou willen, de belangen worden gecoördi
neerd van de Nederlandse kastelen, de minnaars van