V/ 27 Groningen, Westerhaven Nu de gemeenteraad van Groningen het onverant woorde besluit tot demping van de Westerhaven toch heeft genomen (zie ons nummer van december 1960), heeft het bestuur van de Bond Heemschut zich met een adres tot G.S. gewend, inhoudende het verzoek aan dit raadsbesluit de goedkeuring te willen ont houden en het gemeentebestuur in overweging te geven zorg te dragen voor een Verkeersverbetering met behoud van de Westerhaven in zijn geheel, met uitzondering van de noordwestelijke hoek. Op deze wijze kan, in afwachting van de rondweg welke niet spoedig genoeg kan worden voltooid, met dempen of overkluizen van een gering stuk water, voor het verkeer de tijdelijk nodige verruiming van de be staande nauwe hoek Westerhaven (straat) A weg worden verkregen en haven en bolwerk (dwinger) voor Groningen worden behouden. Electriciteitspalen in de Schermer Het Bestuur van de Bond Heemschut heeft aan het Gemeentebestuur van Schermerhorn en aan de direc tie van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf geschreven, met grote voldoening kennis te hebben genomen van het besluit om de zo ontsierende electriciteits palen met de daaraan bevestigde kabels langs de molens aan de Noordervaart te Schermerhorn te doen verwijderen. Een bijzonder fraai landschaps beeld wordt hierdoor hersteld. Raadhuisje van Spanbroek Noordholland bezit kostelijke kleine raadhuizen; Graft, Jisp en de Rijp zijn erdoor beroemd. Maar ook Spanbroek in West Friesland kon in deze rij worden genoemd. Het bestuur van de Bond Heemschut werd gewaarschuwd dat in de gemeenteraad de mening heerste dat het voormalige raadhuisje het verkeer in de weg zou staan en daarom verrold zou moeten worden. Nu heeft Spanbroek geen overmatig druk verkeer, het gebouwtje staat altijd nog een paar meter van de rijweg af en is juist op een aan trekkelijk punt in de bocht van de weg gesitueerd. Heemschut heeft het gemeentebestuur in overweging gegeven het raadhuisje liever te restaureren dan het op deze kostbare manier te verplaatsen en om over leg te plegen met het historisch genootschap ,,Oud West-Friesland" ten einde een passende bestemming te vinden. TaankadeDordrecht Een der karaktertrekken van de veel-omstreden binnenstad van Dordrecht wordt gevormd door de schilderachtige waterkanten, waar de huizen en tuinen direct op de stadswateren uitkomen. Uiter aard is daar geen sprake van een strakke rooilijn; het zijn typische achterkanten die als straatwand een onmogelijk aspect zouden opleveren. Dit bleek toen in 1957 langs een deel van de Mattenkade een rijweg werd aangeplempt, een besluit waartegen Heem schut en Oud-Dordrecht tevergeefs hadden gewaar schuwd. Het argument van B. en W. was dat er behoefte zou bestaan aan meer ligplaatsen voor schepen, in het bijzonder voor sleepboten. Twee jaar later zette de heer A. van Dam in enige uitvoerige requesten aan de Raad aan de hand van uitgebreid cijfermateriaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek uiteen dat het aantal sleepboten sinds 1930 gestadig vermindert, doordat de binnenvaartschepen steeds meer op eigen motoraandrijving overgaan. Desondanks is er in Dordrecht thans opnieuw een dergelijk voorstel aan de orde, namelijk verbreding van het reeds bestaande stuk Taankade en door trekking hiervan tot aan de Nieuwbrug. Het bestuur van de Bond Heemschut heeft er in een schrijven aan de gemeenteraad op gewezen dat deze verbreding en verlenging van de Taankade zowel uit het oog merk van de stedebouwkundige als ook uit de ge zichtshoek van de monumentenzorg als niet gelukkig moet worden beschouwd omdat daarmee een karak teristiek stadsbeeld wordt ontluisterd zonder veel practische voordelen maar met onmiskenbare na delen. Voor de verbreding van 5,60 m tot 7 m is om te beginnen de afbraak van een tweetal gevels vereist, verder de verbreding van de Houtsteiger, omdat het hoogteverschil van Taankade en Nieuw brug te groot is om daar een uitgang van de nieuwe kade te maken. Deze verbreding van de Houtsteiger zal op haar beurt een storend breed gat in de straat- wand van de Voorstraat slaan, waardoor ruwe zij gevels bloot komen te liggen en de hoekhuizen óf kostbare voorzieningen eisen, óf instortingsgevaar kunnen opleveren. De verkeerssituatie die zodoende zal ontstaan bij de uitmonding van de verbrede Houtsteiger op de Voor straat is bovendien gevaarlijk. Wanneer men ten slotte in aanmerking neemt dat de neringdoenden aan de Voorstraat volstrekt niet gevraagd hebben om een op deze wijze te scheppen bedieningsstraat aan de achterzijde van hun panden, dan vraagt men zich in arren moede af wat de reden kan zijn om een uniek stadsbeeld te willen verminken, tegen hoge kosten een gevaarlijke verkeersverandering te weeg te brengen, zonder dwingende noodzaak een aantal huizen te slopen, en een aanlegkade te maken voor sleepboten die niet meer nodig zijn. Overleg binnenstadscomité's Allerwege groeit de ongerustheid over de stroom van saneringsplannen. Wanneer men de rij langs gaat dan lijkt het wel of een gemeentebestuur dat zich respecteert als bewijs van vooruitstrevendheid een plan moet kunnen produceren om waar nog aanwezig de historische stadskern onder handen te nemen. Nu is het geen geheim dat het aantal stedebouwkundigen met ervaring van deze zaken en met belangstelling voor de historische achtergron-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1961 | | pagina 33