15 De verdediging van het harmonische dorpsgezicht is in heel Europa een moeilijke strijd. £ie het artikel „Om Loenen's toekomstop blz. 29. Foto: W. M. Zilver Rupe De monumentenzorg in Denemarken, zoals door Dr. Langberg werd uiteengezet, bevat een soortgelijk onderscheid in groepen als in Frankrijk, maar waakt ervoor dat de wettelijke voorschriften niet verder gaan dan hetgeen financieel kan worden uitgevoerd. De kerken leveren geen moeilijkheden op; de meeste en de belangrijkste zijn staatseigendom en in gebruik bij de Staatskerk die voor het onderhoud zorgt; zou hier aan iets ontbreken dan is het een zaak van interdepar tementaal overleg tussen „onderwijs" en „kerkelijke zaken". Nadat in 1907 de Vereniging tot Behoud van Oude Gebouwen was opgericht kwam in 1918 de „Wet tot bescherming van bouwwerken" tot stand, die nog steeds van kracht is. Bij deze wet wordt de samen stelling van een lijst geregeld, die elke vijf jaar moet worden herzien, en korte beschrijvingen bevat van artistiek of historisch waardevolle wereldlijke gebou wen die als regel meer dan 100 jaar oud moeten zijn. De lijst is verdeeld in groep A; gebouwen waarvan sloping, verminking of verwaarlozing een aanzienlijk verlies voor het nationale cultuurbezit zou betekenen, en groep B; gebouwen van minder grote waarde, waarvan het behoud desondanks van wezenlijke be tekenis moet worden geacht. Groep A is geheel, groep B gedeeltelijk beschermd. In beide gevallen moet de eigenaar als hij het gebouw wil slopen, vergunning aanvragen bij de uit 5 leden bestaande Raad voor Historische Gebouwen, die hier over het ministerie adviseert. Moet het gebouw volgens de Raad in ieder geval behouden blijven dan kan de Staat het kopen, desnoods onteigenen. Restauratie plannen voor groep A moeten door de Raad worden goedgekeurd, maar kunnen dan ook gesubsidieerd worden, terwijl de eigenaar verplicht is tot goed onderhoud. Voor groep B bestaat alleen de verplich ting 8 weken voor de eigenaar wil beginnen aan enig restauratie- of verbouwingswerk, de plannen in te zenden, zodat de Raad deze kan bestuderen en zo nodig wijzigingen voorstellen. Het is dus een vrij summiere wettelijke bescherming, die toch wel enig resultaat heeft. De eerste lijst bevatte ca 800 gebouwen waarbij een omvangrijk complex als de Nyboder, een 17e eeuws wijkje voor zeelui in Kopenhagen als één nummer geldt de laatste lijst telt ruim 2000 nummers, waarvan 520 in de A groep. Hiervan is er sinds 1945 niet één verloren gegaan. Wel waren er verliezen in de groep B. De Raad streeft ernaar de lijst tot ca 4000 uit te breiden, maar daar voor moeten eerst de beschikbare fondsen vergroot worden, omdat de regering geen uitbreiding van de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1961 | | pagina 21