13
kantons zeils meerdere. De „Gesellschaft für Schweize-
rische Kunstgeschichte", ca 9000 leden tellend, geeft
het monumentale boekwerk „Die Kunstdenkmaler
der Schweiz" uit, waarvan sinds 1927 44 delen, ver
schenen.
Zeer belangrijk is de Schweizer Heimatschutz, ook ca gooo
leden sterk die zich bezighoudt met de bescherming
van het landschapsschoon tegen elke wijze van ver
minking, met de zorg voor de traditionele landelijke en
stedelijke bouwtrant en de instandhouding van
karakteristieke gebouwen, de instandhouding van
streekeigen gebruiken, drachten, dialekten, volks
liederen en volkstheater, de bevordering van volkskunst
en handwerk en de bescherming van flora en fauna.
Op dit laatste punt werkt Heimatschutz samen met
de „Schweizerischer Bund für Naturschütz" die
48.000 leden telt en in alle kantons vertakkingen heeft.
Heimatschutz, opgericht in 1905, heeft dus een veel
wijder, arbeidsterrein dan Heemschut in Nederland.
Direkte overheidssubsidie krijgt de vereniging niet,
wel zijn de kantonale overheden en vele gemeente
besturen contributiebetalend „kollektivmitglied".
Een typisch Zwitserse inkomstenbron is de allerwege
verkochte chocoladedaalder waarvan de opbrengst door
Heimatschutz en Naturschutz wordt gedeeld. Dit
levert Heimatschutz zoveel op dat hiervan elk jaar een
belangrijk object kan worden gefinancierd, zoals een
wegomlegging bij Küssnach om de beroemde holle
weg van Wilhelm Teil voor het gewone verkeer te
kunnen sluiten, de verwijdering van storend lelijke
de Zweden zich, hoewel 't mij niet
past een ieder met een van Gösta
Berlings gezelschap cavaliers te ver
gelijken, licht op Ekeby wanen. Het
werden onvergetelijke uren, voor men
zich weer langs de stille Vechtkade van
het slapende stadje huiswaarts begaf.
Heemschut kan op een alleszins stijl
volle viering van zijn vijftigjarig
jubileum terugzien.
Op de twee volgende dagen stonden
voor de buitenlandse gasten van Heem
schut, behalve vergaderingen, ook twee
excursies op het programma. Hierbij
konden zij een indruk krijgen van het
werk en streven van Heemschut en
Monumentenzorg in de praktijk.
Op 3 februari heeft het gezelschap
's middags eerst een bezoek gebracht
aan het gemeentelijk bureau voor de
Monumentenzorg in Amsterdam, waar
op instructieve wijze, mede aan de
hand van vergelijkende foto's, werd
getoond op welke manier deze dienst
restaureert en te werk gaat. In de
Zuiderkerk werden diverse stedelijke
plannen toegelicht. Vooral tijdens de
aansluitende rondwandeling door de
stad, die onder leiding stond van Ir.
H. Weller, hoofd van het bureau, en
die ruim twee uur duurde, kwamen de
buitenlandse deskundigen duidelijk
onder de indruk van het kostbare
monumentenbezit van Amsterdam, en
de zorg die deze vereist.
Dit werd spontaan en op voortreffe
lijke wijze 's avonds onder woorden
gebracht door de Deense vertegen
woordiger, Dr. H. Langberg, zich in
een tafelrede richtend tot Wethouder
Mr. van 't Huil, die op het door het
gemeentebestuur aangeboden diner in
het Havengebouw als gastheer optrad.
Uw stad, zo vatte hij aller indrukken
samen, beschikt in zijn oude centrum
over een cultuurhistorisch monument
van de eerste orde, niet alleen voor
Nederland, maar voor Europa. Moge
Uw beleid er op gericht blijven dit tot
elke prijs ook voor de toekomst veilig
te stellen, niet slechts voor Uw inge
zetenen en landgenoten, maar ook
voor ons mede-europeanen en ons aller
nageslacht. „Amsterdam is als een
kostbaar boekwerk, het is onmogelijk
hier nog bladzijden uit te scheuren,
zonder de zeer bijzondere waarde van
het geheel aan te tasten." Behartigens
waardige woorden van deze Deense
deskundige, waarbij de andere buiten
landse gasten zich nadrukkelijk aan
sloten.
Op zaterdagmiddag en -avond 4
februari was het gezelschap de gast
van de regering. Per autobus werd een
bezoek gebracht aan Naarden, waar
de belangstelling in de eerste plaats
de gaaf bewaarde vestingwerken en
het Vestingmuseum gold. In het goed
gerestaureerde stadhuis werd men
door het gemeentebestuur ontvangen.
Onderweg zag men de zon schitteren
in het aan vuilnisstorting nauwelijks
ontsnapte Naardermeer, gleden scheu
ten zonlicht over het hollandse winter
landschap, dat naar men constateerde
niet van elke ontsiering, maar tenmin
ste van reclameborden gevrijwaard is,
en bescheen een zonnestraal een in vol
bedrijf zijnde goed onderhouden wind
molen.
In Amersfoort echter verhinderden
hagel, sneeuw en stormvlagen een
rondgang, die o.m. langs de Muur
huizen was geprojecteerd. Een gastvrij
toevluchtsoord werd gevonden in de
„Mariënhof'waar met grote belang
stelling werd kennis genomen van de
werkwijze van de hier gevestigde
Rijksdienst voor Oudheidkundig Bo
demonderzoek, welsprekend toegelicht
door directeur Dr. P. Glazema. Een
bijzonder gewaardeerde genoegdoening
voor de afgelaste wandeling vormde
de geïmproviseerde vertoning van een
fraaie serie dia's door architect G. van
der Mark, die toch een goede indruk
gaven van het uitgebreide restauratie
werk in Amersfoort.
Mr. R. Hotke, hoofddirecteur van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg,
was namens de regering tafelpresident
tijdens het slotdiner in het Berghotel,
waar men in ongedwongen sfeer aan
zat. Het was tijdens de nuttiging van
dit feestelijk galgenmaal dat de
buitenlandse gasten naar voren kwa
men met het stellige voornemen, het
hier gelegde internationale contact op
het gebied van Heemschut in de
volgende jaren voort te zetten, om te
komen tot een geregelde vruchtbare uit
wisseling van gemeenschappelijke pro
blemen. Hiertoe de stoot te hebben
kunnen geven, doet het bestuur met te
meer voldoening op de jubileummani
festaties terugzien.
H. ROWAAN