I 122 Het raadhuis te Haarden en de Marktstraat. Foto: Cok de Graaff, Laren geheel gerestaureerd. Het is gebouwd in Nederlandse Renaissance-stijl en dateert van 1601. De bouw ervan kostte ruim 15.000 gulden, in die dagen een zeer hoog bedrag. De beide gevels trekken dadelijk de aandacht. Op de top van de grote gevel staat een beeld dat de Liefde voorstelt en op de kleinere gevel bevindt zich een zittende leeuw met wapenschild. Boven de ingang van het gebouw staan beelden voor stellende de Gerechtigheid, het Geloof en de Hoop met daaronder de woorden „God regiert al anno 1601." Zeer mooi is de Raadzaal met haar eikehouten betimmering en grote schouw. Na de restauratie is het Stadhuis op de bovenverdieping in het bezit ge komen van een aardige Burgerzaal. In 1670 werd te Naarden in de Waalse Kerk begraven de wereldvermaarde paedagoog, tevens filosoof en theoloog Jan Amos Comenius. Hij werd geboren in 1592 in Moravië en vond, na vele omzwervingen, de laatste jaren van zijn leven een rustig toevluchtsoord in Amsterdam, waar hij ook overleed. Bedoelde kerk, die in latere tijd deel is gaan uitmaken van een kazerne, werd in 1933 door de Nederlandse Regering voor onbegrensde tijd in erfpacht afgestaan aan de Tsjechoslowaakse Regering. Laatstgenoemde regering liet het gebouw restaureren en op bijzonder fraaie wijze tot Comenius-mausoleum inrichten. Het graf is aangegeven door een plaat van dioriet. Naast het graf staat een luchter. Om het Koor zijn voor de ramen platen van geëtst melkglasaangebracht met voor stellingen betrekking hebbende op het leven van Comenius. Het hek, dat het graf afschut, is van roestvrij staal en voorzien van beeldengroepen. In aansluiting op de geëtste platen bevindt zich aan de achterzijde een groot, uit hout gesneden, Tsjechoslo- waaks Staatswapen. Een ander gebouw, dat in Naarden de aandacht trekt, is het z.g. Spaanse huis. Het draagt die naam, doordat het staat op de plaats, waar zich in 1572, bij de inneming van Naarden door de Spanjaarden, de Gasthuiskerk bevond, welke kerk toen dienst deed als Stadhuis. De voornaamste burgers waren bij trom geroffel in deze kerk bijeengeroepen en hoewel de Spanjaarden beloofd hadden, dat niemand iets te vrezen had, werden de daar verzamelde burgers gruwelijk door de Spanjaarden vermoord, terwijl het gebouw in brand werd gestoken. Zoals het in de Kerk was toegegaan, ging het ook daarbuiten. Ter herinnering aan bedoeld feit werden in het Spaanse huis drie gevelstenen aangebracht. De middelste ervan, die in kleuren is uitgevoerd, stelt het ver moorden van de burgers in de kerk voor, terwijl de andere stenen de volgende opschriften dragen: U comt 0 Heer Alleen de Eer Van dit Gebou Voor Tegenspoet Dees Stadt behoet Endt Huys Nassau Anno 1615 Denckt op den Dach Dat men hier sach Hoe Spangien tegen Woort Berooft heeft 't landt Dees stadt verbrandt De burgerij vermoort Ao 15J2 D ID C Het gebouw, dat als Stads-Waag herbouwd was, werd later gebruikt als Garnizoensbakkerij. Thans is het Comenius-museum er in gevestigd. Bezienswaardig is ook het Weeshuis. Door een schen king van Pater Wijnter in 1579 kreeg Naarden een weeshuis. Daarvoor werd ingericht het voormalige Maria Convent in de Kloosterstraat. In 1809 werd het gebouw echter door de militaire autoriteiten op geëist om er troepen in te legeren. Nog steeds noemt men die kazerne „Kazerne Weeshuis". De wees kinderen werden bij geloofsgenoten ondergebracht. In 1820 stelden de Weesmeesters aan de Stedelijke Regering voor een woning in de Sluisstraat, die als vergaderzaal dienst deed, te ruilen tegen een aan de Stad behorende woning in de Gasthuisstraat. Daarna werd het gebouw van de Hamburger Post als wees huis in gebruik genomen. Het weeshuis is daar ge vestigd gebleven. Bij Raadsbesluit van 25 juni 1928 werd echter het weeshuis als zodanig opgeheven. De Hamburger Post is sedert 1609 in laatstbedoeld gebouw gevestigd geweest. In een bericht uit het jaar 1703 staat vermeld, dat de Postwagen van Naarden over Osnabruck op Hamburg, alsmede over Han- nover op Brunswijk, Leipzig, Berlijn etc. in het winter seizoen des maandags en vrijdagsmiddag te één uur, na het aankomen van de „Schuyt" van 9 uur uit Amsterdam, afrijden zal. Veel zou er over Naarden nog te schrijven zijn. Niet ten onrechte werd Naarden eens genoemd „een stadje vol historie." J. M. A. VAN ROOYEN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1960 | | pagina 20