De stad Naarden
121
De Gemeente Naarden bestaat uit de oude vesting
stad en de buiten de vesting gelegen woonwijken met
hun fraaie plantsoenen en waterpartijen.
De oude stad Naarden, die niet ver van de uitspanning
„Oud Valkeveen" aan de Zuiderzee lag, een bloei
ende stad, die weverijen bezat, terwijl ook de vis
vangst, veeteelt en landbouw voor de bewoners een
belangrijke bron van inkomsten was, werd in 1350,
bij een gevecht tussen de Hoeksen en Kabeljauwsen,
door de Hoeksen verwoest. De ruïnes van de stad
zijn later in de golven van de Zuiderzee verdwenen.
Reeds enkele dagen na de verwoesting verleende
Graaf Willem V toestemming tot de herbouw van de
stad. Aan de Poorters werd verlof gegeven „eenen
Veste te maken van die Stede". Men besloot uit veilig
heidsoverwegingen de stad een half uur gaans land
inwaarts te stichten. De opbouw duurde een vijftal
jaren. Binnen vijfhonderd voet van de vesting mocht
niet gebouwd worden, hetgeen dus het begin was van
de z.g. „verboden kring", die later de uitbreiding
van Naarden buiten de wallen danig in de weg heeft
gestaan. Het was dan ook van grote betekenis toen in
1926 de vestingwerken als zodanig opgeheven werden,
waarmede de verboden kring verviel. De tegenwoor
dige vestingstad bestaat dus vanaf 1350.
Veel belegeringen heeft de stad moeten verduren en
wel in 1481 door de Bisschop van Utrecht, in 1572
door de Spanjaarden, in 1672 door de Fransen, in
1673 door de Stadhouder Willem de Derde, in 1787
door de Pruisen en in 1813/'14, toen de stad in handen
van de Fransen was, door de Hollandse troepen. In
de laatste wereldoorlog vonden te Naarden geen
grote gevechtshandelingen plaats.
De vesting, die niet meer aan de gestelde eisen van
die tijd voldeed, werd in het laatst van de zeventiende
eeuw in twee perioden herbouwd. Als bouwmeester
van die herbouw wordt genoemd Menno Baron van
Coehoorn (1641-1704), doch het ontbreekt aan een
bewijsstuk daaromtrent. Wel schijnt het dat bij de
tweede periode de ingenieur Dortsman de bouwmees
ter is geweest. In elk geval ontstond er een zeer sterke
vesting, die tot de huidige dag vrij ongerept bewaard
is gebleven. Schilderachtig liggen daar de in ster
vorm aangelegde vestingwerken met hun brede
grachten, hoge muren en groene wallen, waar boven
uit de toren van de Grote Kerk en hier en daar enkele
daken en gevels der huizen zichtbaar zijn. De tand
des tijds heeft echter ook deze sterke vestingmuren niet
onaangetast gelaten. Zij behoeven dringend herstel
ling. Daarvoor is een aanzienlijk bedrag nodig. Het
is te hopen dat het geld ervoor gevonden kan worden.
Deze unieke vesting is het alleszins waard.
In een aantal ruimten onder de vestingwallen is het
vestingmuseum onder gebracht. Men kan daar tevens
een goed beeld krijgen hoe sterk deze vesting wel is
gebouwd.
Voor de eerste wereldoorlog was de vestingstad
Naarden slechts te bereiken door twee poorten n.1.
de Amsterdamse- en Utrechtse poort, alsmede aan
de zijde van Bussum via een voetbrug over de binnen
gracht. Om strategische redenen moest helaas in 1915
de geweldige Amsterdamse poort afgebroken worden.
Naast de Utrechtse poort werd een nieuwe weg aan
gelegd. Na de opheffing van de vestingwerken als
verdedigingsmiddel kon ook een rijweg door die
vestingwerken aan de zijde van Bussum gemaakt
worden.
Het oudste gebouw in de stad is de Grote of St. Vitus-
kerk. De bouw van deze kerk, in laat-Gotische stijl,
heeft geduurd van 1380 tot 1440. De kerk is gedeelte
lijk gerestaureerd, doch behoeft nog steeds een verdere
restauratie. Ook hier is weer de moeilijkheid tot het
verkrijgen van het daarvoor benodigde geld. Beziens
waardig zijn er o.a.het in Italiaanse Renaissance-stijl
uitgevoerde koorhek en de gewelfschilderingen. In
deze kerk worden de alom bekende uitvoeringen
gegeven. Vanaf de toren van de kerk heeft men een
prachtig uitzicht op de omgeving van de stad.
Tegenover de Grote Kerk ligt het Stadhuis. Dit is
De schoonheid der oude vestingwerken te Naarden.
Foto: Cok de CraafjLaren