Op
Heem wacht
Monumentenwet op hellend vlak
85
De Memorie van Antwoord is uitgegaan en met een
Gewijzigd Ontwerp van Wet (Monumentenwet) aan
de leden van de Staten-Generaal aangeboden.
Wij hopen oprecht, dat de leden van de Staten-
Generaal evenzeer als wij geschrokken zijn van de
wijzigingen op de oorspronkelijke ontwerp-wet, die
in oktober 1955 verscheen.
Niet zonder reden drongen wij er op aan in het
oktobernummer 1955 van Heemschut, waarin wij
het ontwerp-monumentenwet met vreugde begroet
ten, dat niet méér kracht aan de wet zou worden ont
nomen dan reéds bij het omzeilen der klippen ge
beurd was!
Hoe diep zijn wij daarin teleurgesteld!
Met bezorgdheid zien wij de behandeling van het
Gewijzigd Ontwerp van Wet tegemoet. Als er niet
een krachtige tegenstroom uit de Kamers komt tegen
de wijzigingen welke op verzoek van enige Kamerleden
in deze ontwerp-wet zijn aangebracht, dan zal ons
land straks weliswaar -eindelijk een Monumentenwet
bezitten, maar helaas een, waar wij weinig plezier
aan zullen beleven, althans als wij er van verwachten,
dat met deze wet de monumenten beschermd zullen
worden. Wij dachten dat dit namelijk de bedoeling
van de wet zou zijn.
Onderhoudsplicht
Onze grootste teleurstelling betreft wel het vervallen
van artikel 16 (oud), dat luidde: „De eigenaar van
een beschermd monument is verplicht voor het onderhoud en
de instandhouding behoorlijk zorg te dragen
Wij achten dat een noodzakelijk artikel in een wet, die
pretendeert de monumenten te beschermen. Het
verleden kent te veel voorbeelden van monumenten,
die opzettelijk verwaarloosd werden teneinde de ge
wenste sloping in de hand te werken.
Reeds in 1955 wezen wij er op, dat een dergelijk be
langrijk artikel tot nog toe geheel ontbroken had,
waardoor de kracht aan vele voorlopige, vroegere
schikkingen was onthouden. Wij maakten toen reeds
de opmerking, dat men deze verplichting niet uitslui
tend behoefde te zien als een nadeel voor de eigenaar,
immers als eigenaar van een beschermd monument
geniet men het voorrecht, in aanmerking te komen
voor subsidie, waarbij rekening wordt gehouden met
de draagkracht van de eigenaar.
Er is een parallel in de boswetgeving, waar de eigenaar
zelfs voor het bedrijfsmatig kappen vergunning nodig
heeft en bij inwilliging steeds moet inplanten, d.w.z.
het bos in stand moet houden, ongeacht of hem dit
financieel mogelijk is. Het grote belang van de instand
houding van het Nederlandse bos vereist een dergelijk
straffe maatregel.
Waarom nu met twee maten gemeten?
Het is te hopen, dat hierover een hartig woord ge
sproken zal worden in de Kamers en dat daarbij als
een mene tekel aan de wand zal staan: zonder onderhouds
plicht is een monumentenwet krachteloos!
Kerkelijke monumenten
Het nieuwe artikel 16 luidt: „Onze minister neemt met
betrekking tot een kerkelijk monument geen beslissing inge
volge artikel 15 (hetwelk de mogelijkheid inhoudt van
een vergunning om een beschermd monument af te
breken, verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen)
dan in overeenstemming met de eigenaarindien en voor
zover het betreft een beslissing waarbij wezenlijke belangen
van de godsdienstoefeningen in dat monument in het ge
ding zijn."
Men moet wel beseffen, dat dit uiteindelijk betekent,
dat bij invoering van liturgische diensten om een
voorbeeld te noemen, de eigenaars de koorhekken
willen verwijderen.
Men denke in dit verband aan een der mooiste koor
hekken, welke wij kennen, nl. het prachtige koperen
koorhek op marmeren voet (door Jacob Lutma) in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam (de Amsterdamse
kerkvoogdij besloot gelukkig tot handhaving), maar
ook aan het 16de-eeuwse koperen koorhek van de St.
Bavo in Haarlem, het eveneens i6de-eeuwse koorhek
in Abcoude, dat van Rhenen, van de Westerkerk te
Enkhuizen, enz., enz. Verwijdering daarvan zou een
wezenlijke aantasting van de schoonheid van het mo
nument zijn. Bescherming daarvan achten wij in het
algemeen belang.
Mogen of moeten wij er aan herinneren, dat het in
1866 verkwanselen van het oxaal uit de St. Janskerk
te 's-Hertogenbosch de strijdbare katholiek Victor
de Stuers aanleiding was om zijn striemend artikel
„Holland op zijn smalst" te schrijven, waardoor van
zovelen de ogen open zijn gegaan voor de noodzake
lijke bescherming van onze cultuurmonumenten?
Wordt nu honderd jaar later de klok weer terug
gezet?