95 De voorgestelde maatregelen vormen samen al een enorm programma: een forse verkeerstunnel met op en afritten, een vijftal bruggen van ten dele aanzien lijke lengte, de verwerving en afbraak van honderden huizen. En dan is het uitgangspunt, zoals gezegd, zeer beperkt geweest, alleen gericht op een verruiming van de knelpunten in het huidige verkeerssysteem om, van en naar de binnenstad. Voor Heemschut weegt het andere rapport van de Commissie zwaarder, omdat radiale doorbraken de schoonheid van de binnenstad dodelijk kunnen aantasten. De Commissie schrijft hierover: „De Commissie heeft zich ernstig beraden omtrent de vraag, of doorbraken in de oude stad moeten worden gemaakt ter verbinding van de uitbreiding- West met het stadscentrum en, zo ja, waar deze door braken moeten komen en hoe zij moeten worden ge dimensioneerd De Commissie is van mening dat in het westelijke deel van de oude stad wel doorbraken tot stand moeten worden gebracht, doch dat zowel ten aanzien van het aantal daarvan als ten aanzien van de breedte beperking in acht moet worden ge nomen. Dit is niet alleen noodzakelijk ten einde het karakter van de oude stad zo min mogelijk aan te tasten, doch het maken van meerdere forse door braken zou het aantal auto's dat zich naar de binnen stad begeeft, doen toenemen, hetgeen tot congestie zou leiden. Reeds thans moet de binnenstad (begrensd door de Singelgracht) in bepaalde maanden als nagenoeg verzadigd met auto's worden beschouwd. In de toekomst zal de auto in de binnenstad nog meer belemmeringen ondervinden dan thans, daar het aantal wacht- en stopverboden zal moeten worden vergroot ten behoeve van het rijdende verkeer; boven dien zal de parkeerduur moeten worden beperkt, ten gevolge waarvan een groot deel der lang-parkeer- ders in de binnenstad geen plaats meer zal kunnen vinden. Het aantal kortparkeerders zal toenemen en als gevolg daarvan zal een toeneming van het rijdende verkeer ontstaan; dit extra-verkeer zal echter over een groot deel van de dag worden verdeeld en op de spitsuren geen vergroting van de verkeersbelasting tengevolge hebben, al zal de spits wellicht iets langer gaan duren. Men kan echter ook niet geheel afzien van het maken van nieuwe doorbraken, omdat een gelijkmatige verdeling van het verkeer naar en van de binnenstad over de omtrek daarvan een primaire eis is. Aan deze eis wordt in het westelijke deel van de binnenstad niet voldaan omdat de westelijke stadsuit- breiding (Slotermeer en Geuzenveld) slechts over één j toegang van enige allure naar de binnenstad beschikt i en de RozengrachtRaadhuisstraat." Zo komt de Commissie tot de conclusie dat er twee doorbraken nodig zijn: een verbinding tussen de N.Z. Voorburgwal en de gedempte Elandsgracht en een route langs de Spoorbaan door amovering van de noordelijke wand van de Haarlemmerhouttuinen. In zijn algemeenheid biedt het betoog van de Com missie over de te verwachten verkeersontwikkeling weinig reden tot tegenspraak. Alleen: ook hier wordt het vraagstuk beperkt en op te korte termijn bekeken. Uitgaande immers van een aanhoudende groei van het autopark zal ook de door de Commissie geschetste periode van toenemende wacht- en stopverboden en van kort-parkeren maar een tijdelijke zijn. Deze maat regelen beogen een doeltreffender gebruik van de beschikbare ruimte zodat meer automobilisten deze ruimte kunnen benutten. Maar het beschikbare weg- oppervlak groeit niet zelfs niet voldoende bij door braken en dempingen. Na enkele jaren zal ook de doeltreffender gebruikte ruimte te klein zijn. Er is maar één mogelijkheid dat dit door vele autorijders als de Dag des Oordeels gevreesde moment nooit komen zal, namelijk blijvende stilstand of verminde ring van het aantal auto's. Gezien de volkomen irra tionele betekenis die de auto buiten zijn gebruiks waarde heeft gekregen als felbegeerd symbool van maatschappelijk aanzien, en gezien de enorme econo mische macht van de autoindustrie en de oliemaat schappijen die door hun onophoudelijke reclame deze irrationele verlangens aanwakkeren, lijkt het voorals nog niet waarschijnlijk dat de autovloed zal omslaan in dood getij en eb, zelfs al zouden vele autobezitters allengs meer verdriet dan plezier van hun wagen beleven. Rekenen wij dus op een verdere stijging, dan is het volstrekt zeker dat het moment nadert waarop het maximaal beschikbare wegoppervlak in de binnen stad beneden het minimaal noodzakelijke blijft om de naar het Centrum stromende auto's zelfs voor een korte tijd te bergen. Dat is het „uur x" waarop, als bij een militaire ope ratie, het gehele verkeersbeleid gericht dient te zijn. Alles wat thans onderzocht en ondernomen wordt, moet kunnen dienen als voorbereiding op de toestand na dat moment. Dit strategische „uur x" wordt in beide nota's ver zwegen. Alle voorgestelde maatregelen hebben be trekking op de periode die eraan voorafgaat. Niet gesteld wordt de centrale opgave: hoe organiseert men op dat gevreesde moment de bereikbaarheid van het centrum en waar bergt men dan de tienduizenden auto's die in de zone der ringwegen ter weerszij van de Singelgracht blijven steken? Zelfs de in deze be perkte opzet al noodzakelijke vragen naar ruimte voor de langparkeerders van buiten de stad en naar over- laadgelegenheid voor de al te grote en te zware vrachtauto's, blijven buiten beschouwing. Nogmaals: dit is geen verwijt aan de Commissie V. en V. Haar samenstelling waarborgt het meest deskundige antwoord op de voorgelegde vraagstukken. Het tekort schuilt in de wijze waarop de vragen wer den geformuleerd en dus in de onzekerheid omtrent het beleidsdoel. Dit wil allerminst zeggen dat de beide nota's ook bij een doelbewust op de voorbereiding en de consequen ties van het „uur x" gericht beleid, geen waardevolle aanwijzingen zouden verschaffen. In dat geval krijgt immers de zone van de ringwegen ter weerszij van de Singelgracht een veel grotere functie dan nu, omdat het de binnenste ring ter opvanging en omleiding zal

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1960 | | pagina 17