EEN GELUKKIG BESLUIT
ZOEKPLAA1
91
Rotterdam; Ir. F. P. J. Peutz, Heerlen; Mej. L. van
Pieterson, Rotterdam; Mej. A. F. van der Poest
Clement, Zevenbergen; Jhr. A. van de Poll, Noord-
wijkerhout; L. Proos Hoogendijk, Amsterdam; Mej.
H. Ricardo, 's-Gravenhage; W. G. F. G. Rissink,
Amsterdam; M. J. F. Robijns, Gorinchem; Mevr.
R. Ruys-Baronesse Snouckaert van Schauburg, 's-Gra
venhage; D. Salomons, Amersfoort; C. A. B. A. M.
Schade, Moergestel; B. Schefïer, 's-Gravenhage;
E. R. van Schothorst, Arnhem; J. Sibinga Mulder,
Soest; P. Smit, Edam; Mr. J. H. Smits, Arnhem;
Ir. J. P. Smits, 's-Gravenhage; Mr. C. Star Nauta
Carsten, Arnhem; Mevr. N. H. Stoffer-Wormhoudt,
Amsterdam; W. Stooker Jr., Amersfoort; W. van der
Straaten, Utrecht; Ir. F. J. A. den Tex, Amsterdam;
J. A. Trarbach, Eindhoven; Rector H. C. W. van der
Vegt, Utrecht; Mej. E. Venekamp, 's-Gravenhage;
Mej. M. Verloop, 's-Gravenhage; S. L. Vermeer,
Hummelo; J. M. Volgers, Amsterdam; Mej. Mr.
G. J. van der Waals, Leiden; F. H. J. Wasmann,
Druten; W. Weener, Utrecht; Mej. A. H. Westen
brink, Vlaardingen; J. S. Wiergersma, Zandvoort;
J. P. Wiersma, Leeuwarden; Mr. P. M. Witteman,
Amsterdam; P. Wynia, Rotterdam; Mej. M. Wouden
berg, Vlaardingen; Mr. H. A. IJff, Hilversum; M. J.
Zaayer, 's-Gravenhage; A. L. Zillesen, Haarlem;
Jvr. I. baronesse van Zuylen van Nyevelt, Vorden.
Als donateur traden toe: ,,de Cirkel" N.V., Zwanen
burg; Gemeentebestuur van Urmond; A. de Hoop
N.V., Rotterdam; Mevr. M. Th. R. gravin Schimmel-
penninck-von Weister, Diepenheim.
Als gewoon lid trad toe: Stichting tot instandhouding
der goederen en rechten van het Huis Bergh, 's-Hee-
renberg.
Rectificatie:
Tot onze spijt was in ons juni-nummer de titel weg
gevallen van: Prof. Ir. L. H. de Langen, Arnhem.
Woonwagencentrum Breda
Als een inktvlek op een keurig verzorgde brief zo
ongeveer ervaren wij in het landschap de aanblik van
een woonwagenkamp of wat daar voor doorgaat.
Vooral dat laatste; want een woonwagenkamp hoeft
helemaal geen aantasting van het landschapsschoon
te betekenen. Maar wat is het geval?
Vroeger weerden tal van gemeentebesturen zonder
meer woonwagenbewoners uit hun gebied. Plaatse
lijke verordeningen ter zake en uitvoering door ,,de
sterke arm" maakten dit mogelijk. Door een regeling
van deze materie bij de wet (Wet op woonwagens
en woonschepen 1918) kwam hieraan een eind. Voort
aan zouden de gemeenten nog slechts bevoegdheid
hebben een standplaats aan woonwagenbewoners
aan te wijzen bij verblijf in hun gebied. Dit betekende,
dat elke gemeente er toe overging een terrein voor dat
doel te bestemmen.
Het etiket „niet gewenst", dat de woonwagenbewoners
droegen, de beperkte financiële middelen van de kleine
gemeenten vooral, hadden tot gevolg, dat die terrei
nen kwamen te liggen zo ver mogelijk buiten de be
bouwde kom. Door het ontbreken van vrijwel elke
voorziening en de levenswijze van de bewoners kregen
zij het rommelige aanzien, dat ons op vele plaatsen
steeds weer als de hierboven gesignaleerde inktvlek
aandoet.
U kunt zich voorstellen, hoe gelukkig wij waren, toen
wij daags na een tocht door enkele mooie streken met
een aantal van die „minder mooie" plekken een be
sluit van Burgemeester en Wethouders van Breda
onder de ogen kregen in zake een „gemeenschappelijke
regeling tot stichting en exploitatie van het regiom al
woonwagenkamp „Woonwagencentrum Breda"*).
Dit besluit houdt niet minder in dan de verdwijning
van een „standplaats voor woonwagens" in negen
gemeenten, die in een ruime cirkel rond Breda liggen,
en de stichting van een nieuw kamp, waar, metnaar
verhouding geringe kosten, goede sociale en hygië
nische voorzieningen kunnen worden getroffen. De
winst, die dit besluit voor het landelijk schoon rond
Breda kan betekenen, spreekt ons uiteraard het meest
aan. De sociale en financiëele aspecten zouden wij
sterk in de aandacht van de gemeentebesturen willen
aanbevelen, opdat nog vele van die regionale centra
mogen volgen. Alle partijen zijn er mee gediend.
Mr. T. Landheer
x) Besluit van 17 juni 1960, gepubliceerd in de Ned. Staats
courant van 29 juli 1960 No. 145.
De secretaris van de Bond Heemschut kwam in zijn archief
de hierbij gereproduceerde foto tegen zonder enige notitie
waar of wanneer de opname werd gemaakt. Kan een van
onze lezers een aanwijzing geven waar deze monumentale
boerderij te vinden is?