83
In het algemeen kunnen wij zeggen, dat al deze in
stanties, die aanvankelijk lichtelijk onwennig waren
tegenover de vreemde eend in de bijt, hun reserves
hebben afgelegd en con amore tot medewerkers
zijn geworden. Als men eenmaal heeft leren zien
waarom het bij monumentenzorg gaat, komt de
positieve instelling vanzelf, en groeit daaruit niet
zelden enthousiasme.
En nu de practijk van het restaureren.
De meerderheid van de gemeentelijke gebouwen die
als monument van belang zijn, is bij de afdeling in on
derhoud en beheer. Dit omvat bijvoorbeeld kerkto
rens, de Waag, de Vleeshal, de beide Doelengebou
wen, de Spaarnwouder of Amsterdamse Poort, in
totaal een twintigtal. Het onderhoud van woonhuizen
in gemeentelijk bezit geschiedt door het Grondbe
drijf, waar het monumenten betreft in de meest
nauwe samenwerking met het bureau.
Restauraties aan deze gebouwen worden ontworpen
en geleid door het bureau.
Daarnaast ressorteren ook de restauraties van parti
culiere eigendommen onder het bureau. Overleg met
eigenaren teneinde hen tot restauratie te bewegen,
uitvoerige besprekingen met de architecten over
vormgeving en uitvoering van het werk, hulp bij het
aanvragen van subsidies, adviezen en toezicht bij
de uitvoering en behandeling van de financiële af
wikkeling (uitbetaling van subsidies) behoren daartoe.
In gevallen waarin de omvang der herstellingen niet
groot genoeg is om aan een architect een honorarium
te verzekeren dat opweegt tegen de vele rompslomp
die met een juiste afwerking gemoeid is, worden deze
door het bureau ontworpen en geleid. Hiermede
wordt bereikt, dat onverantwoorde verbouwingen
worden voorkomen, zonder dat de architectenstand
wordt benadeeld.
Het behoeft geen betoog dat alle bij restauraties
aan het licht komende gegevens die voor de geschie
denis van een pand van belang zijn door foto's en
opmetingen zoveel mogelijk worden vastgelegd.
Bij kleinere herstellingen aan panden kan soms door
een kleine bijdrage worden bereikt dat een duur
dere maar uit een oogpunt van monumentenzorg
betere oplossing wordt gekozen. De Vereniging
„Haerlem" ontvangt daartoe van Rijk en Gemeente
jaarlijks een bedrag, waaruit in overleg met en op
advies van het bureau subsidies aan zodanige gevallen
worden verleend.
Tenslotte is aan het bureau mede het oudheidkundig
bodemonderzoek opgedragen. In de regel vindt dit in
het kader van civiel-technische werken plaats. Zo
kon in het vorige jaar een onderzoek worden inge
steld naar de stadsmuren aan de Kampervest, waar
bij talrijke gegevens ook met betrekking tot de vroe
gere geschiedenis van Haarlem aan het licht kwamen,
die thans door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig
bodemonderzoek te Amersfoort worden bewerkt.
De bezetting van het bureau bestaat behalve uit het
hoofd uit twee technische ambtenaren (bouwkundig-op
zichters), drie bouwkundig-tekenaars en 1/5 fotograaf.
/S-v,
-T~
Uit een geheel gedenatureerd en verkommerd pand kon een rococo-betimmering
en gesneden houten plafondversiering worden gered voor toepassing elders.
Haarlem, Gedempte Oude Gracht 42% na de.restauratie.