22
De gekanaliseerde Beerze benedenstrooms van.Kampina ruilverkaveling Spoordonk)
{foto: Staatsbosbeheer)
Staatsbosbeheer berustten aanvankelijk hierop. Ove
rigens mag ik voor deze min of meer historische be
schouwing de geïnteresseerde lezer wel verwijzen naar
de artikelen in het Gedenkboek van de Vereeniging
tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland
„Vijftig jaar natuurbeshcerming in Nederland" en
vooral ook naar het artikel van Mr. H. P. Gorter
„25 jaar verdediging van natuur en landschap", ge
schreven naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van
de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschaps
bescherming in het tijdschrift „Natuur en Landschap",
winternummer 1957.1)
De ruilverkaveling.
In de jaren na de tweede wereldoorlog werd de werk
verschaffing geleidelijk van minder betekenis om ten
slotte vrijwel geheel te verdwijnen. In plaats daarvan
nam het werk ten behoeve van de ruilverkaveling een
steeds grotere omvang aan. Sinds 1954 geschiedt dit
werk onder vigueur van een gewijzigde Ruilverkave-
lirigswet, waarbij het maken van een landschapsplan
wettelijk is voorgeschreven. Het constructieve werk
van het Staatsbosbeheer op dit gebied kreeg daardoor
een hechter juridisch fundament.
Wat is nu de gang van zaken bij de voorbereiding van
een ruilverkaveling? Op basis van de inventarisatie-
gegevens, verstrekt door het Dienstvak Natuurbe
scherming van het Staatsbosbeheer, wordt door de, in
1946 ingestelde, Voorlopige Natuurbeschermingsraad
aan het Staatsbosbeheer medegedeeld, op het behoud
van welke natuurgebieden prijs wordt gesteld.
Van dit laatstgenoemde nummer zijn nog exemplaren verkrijg
baar bij het Bureau der Contact-Commissie, Herengracht 540,
Amsterdam-C.; bestelbaar door overschrijving van f 1,op
postrekening 210481.
Het Staatsbosbeheer pleegt hierover intensief overleg
met de Cultuurtechnische Dienst en de te sparen ge
bieden worden vervolgens opgenomen in een door het
Staatsbosbeheer opgesteld landschapsplan, dat de
zelfde rechtskracht heeft als het door de Cultuur
technische Dienst opgestelde plan van wegen en
waterlopen.
De ambtelijke natuurbeschermingsinstanties staan in
de ingewikkelde procedure, die de voorbereiding van
een moderne ruilverkaveling is, dus niet met lege
handen. Tóch moet worden uitgesproken, dat vele
ruilverkavelingen, en vooral die in de oude harmo
nische cultuurlandschappen als b.v. Twente, steeds
een ernstig verlies aan natuur- en landschapsschoon
met zich brengen. De charme van het oude cultuur
landschap gaat nu eenmaal voor een belangrijk deel
verloren, wanneer de eisen van de moderne cultuur
techniek en die van de gemechaniseerde landbouw in
het plan van de ruilverkaveling moeten worden ver
werkt. Wij kunnen alleen maar de hoop uitspreken,
dat deze „schaalvergroting van het platteland" (een
sociografisch begrip, doch ook landschappelijk een
beeldende term!) door een goede en zo onbekrompen
mogelijk toegepaste landschapsverzorging aanvaard
baar zal worden gemaakt.
Ook de regeling met betrekking tot het sparen van
wetenschappelijk waardevolle natuurtei reinen is nog
allerminst bevredigend. Wanneer deze teireinen tij
dens of na uitvoering van de ruilverkaveling, niet door
een natuurbeschermingsinstantie of door de overheid
kunnen worden verworven, dan dreigt steeds het ge
vaar, dat zij alsnog worden ontgonnen. De enige
mogelijkheden om dit tegen te gaan, zijn in de eerste
plaats de toepassing van de Natuurbeschermingsbe
schikking 1940, waardoor het in ieder geval is uitge-