Monumentenzorg cijfers
Jaarlijkse excursie in Noordholland
32
Het nieuwsbulletin van de Kon. Ned. Oudheidkun
dige Bond van 15 jan. 1960 bevat de lijsten der in
1959 gereedgekomen en der aangevangen restauraties.
Dit overzicht vermeldt dat in het afgelopen jaar 19
molens hersteld werden, terwijl er 4 onder handen
werden genomen, waarvan 2 waterradmolens. Het
aantal voltooide woonhuizen bedraagt 11 o, waarvan
75 in Amsterdam. Dit getal is enigszins geflatteerd
doordat er hofjes bij zijn die één complex vormen
maar meerdere huisnummers hebben. De lijst bevat
33 kerken, kapellen en torens die werden voltooid,
terwijl er met 34 een begin gemaakt kon worden.
Daarnaast zijn er nog enkele waaggebouwen, raad
huizen en buitenhuizen genoemd, en twee boerderijen
waarvan de restauratie begon.
Het doorkijken van deze lijsten wekt in de eerste
plaats respect en waardering voor het werk van de
rijksdienst voor de monumentenzorg die met de be
perkte middelen welke ter beschikking staan tot in
de kleinste dorpen bezig is. Relatief de grootste ac
tiviteit blijkt te bestaan ten aanzien van de kerken
en kerktorens. Dat zijn dan ook de in het stads- en
dorpsbeeld meest sprekende monumenten, en het is
bovendien het oudste arbeidsterrein van de monu
mentenzorg. Het aantal woonhuizen dat voor res
tauratie in aanmerking komt, hetzij door hun af
zonderlijke architectonische waarde, hetzij door hun
functie in een kostbaar stedebouwkundig geheel of
door beide oorzaken samen is echter veel groter
dan uit de restauratiecijfers blijkt. In Amsterdam
kan men ca 5.000 woonhuizen stellen naast hooguit
20 kerken en torens. Hoewel de woonhuizen over het
algemeen een paar eeuwen jonger zijn dan de kerken,
is hun constructie veel lichter en meer aan verval
blootgesteld. Zouden de woonhuizen op grote schaal
verdwijnen in de komende decenniën wat, gezien
hun bouwkundige toestand geenszins denkbeeldig
is dan verliezen ook de kerken en torens een groot
deel van hun waarde en werking in het stadsbeeld.
Het voorbeeld van de Rotterdamse St. Laurens, die
toch met eindeloze toewijding wordt hersteld, is
in dit opzicht zeer illustratief.
Zo bezien geven deze restauratiecijfers niet alleen
reden tot waardering maar ook tot ernstige bezorgd
heid. Het vermoeden rijst dat men in 1959 het verval
van de kerken en torens wel zowat opgevangen heeft,
maar dat ten opzichte van de woonhuizen en, sterker
nog, van de boerderijen het verlies de verbetering
nog vele malen overtreft. Als binnenkort het budget
voor restauraties op de rijksbegroting niet minstens
verdubbeld wordt, dreigt het jarenlange werk van de
monumentenzorg grotendeels vruchteloos geweest
te zijn. Hét gaat echter niet alleen om de rijks
begroting. Uit de lijst blijkt ook dat in de enkele steden
die een eigen gemeentelijke dienst voor de monu
mentenzorg hebben, de activiteit het grootst is. Het is
immers onmogelijk voor de rijksdienst die met een
beperkte staf een enorme taak te vervullen heeft,
overal aanwezig te zijn waar gevaar dreigt voor
gebouwen die particulier eigendom zijn. Tijdig
contact met de eigenaar en deskundige voorlichting
over de technische en financiële mogelijkheden van
restauratie kan tal van rampen voorkomen. Daar
voor dienen ter plaatse mensen aanwezig te zijn die
de verhoudingen kennen. Natuurlijk zal niet elke
gemeente waar zich monumenten bevinden hiervoor
een eigen dienst op de been kunnen houden. Maar
het is wel mogelijk dat meerdere kleine gemeenten
het gezamenlijk doen of dat er provinciale diensten
worden ingesteld, zoals ook in de energievoorziening
provinciale organisaties werken.
De overzichten in 1959 gereedgekomen en aange
vangen restauraties laten duidelijk uitkomen dat er
op het terrein van de monumentenzorg nog een
enorme achterstand valt in te halen. G. B.
4 juni 1960 naar Naarden en het Gooi
De Commissie Stad en Dorp in Noordholland organiseert
ook dit jaar op de zaterdag vóór Pinksteren, een excursie
in deze provincie. Ditmaal zul het Gooi worden bezocht en
speciaal Naarden, met zijn fraaie kerk, gerestaureerd stad
huis en beroemde vestingwerken.
De in Noordholland wonende leden van de Bond Heemschut
zullen te zijner tijd automatisch een convocatie met nadere
gegevens ontvangen.
Leden buiten deze provincie, die voor deze excursie belang
stelling hebben, kunnen een verzoek om toezending hiervan
richten aan het secretariaat van de Bond, Singel gis te
Amsterdam-C.
De secretaris van de Commissie Stad en Dorp
in Noordholland
Ir. F. OTTEVANGERS