Heemschuts Collectebus Nieuwe Leden bestaan en bestaansrecht op het bezit, respectievelijk gebruik van verbeelding en beeldend vermogen behoort te berusten, tot het onbewoonbaar maken van dit kleine land een zeer groot aandeel hebben - is een paradox die eindelijk aan het geweten begint te knagen, fflden waren de mogelijkheden ruimer, zelden heeft een vak zo gefaald." Blz. 200. „Men heeft scheel gekeken, dat staat nu vastmet het ene oog keek men in het verleden en zag ellende, met het andere oog keek men in de toekomst en zag geluk. Scheel of niet, het technocratisch oog ziet altijd verkeerd." Blz. 202. „De sleutels van het urbanisme liggen in de vier functies', i) wonen; 2) werken; 3) zich ontspan nen (vrije tijd); 4) verkeer - (la Charte d'Athènes, Ciam IV, 1933)" Blz. 206. „De ontoereikendheid van de oude analy tische aanpak werd voelbaar gedurende het volgende congres, dat van Hoddesdon in 1951. Het werd duidelijk dat het juist die aspecten zijn die zich moeilijk of in het geheel niet laten classificeren binnen het stramien van de vier functies die een „civic centre" tot core maken. Met andere woorden, het werd duidelijk dat de zaken die het leven in een stad bepalen door de grove mazen van de vier functies heenvallen en buiten het bereik van het analytisch denken liggen." Blz. 220. De „stedebouwer" is een irreële uitvinding van de twintiger jaren uit de omstandigheden en een zijdigheid van de architectgeboren. Tegenover de ziekten der grote steden stond de stedebouwer als genees heer, ontwikkelde een algemene diagnose, bereidde enkele medicamenten maar besefte niet dat men met diagnose en medicamenten een organisme kan genezen, echter niet creëren. Een stad geneest niet, maar regenereert Men kan nu eenmaal geen boom samenstellen, ook al zijn de onderdelen uit hout gezaagd. Takjes zijn het niet, daarom komen er ook nooit blaadjes aan." Blz. 239. „Wij staan voor de taak bewoonbare steden te creëren in een reeds bijna onbewoonbaar land. Ware interieuren van de gemeenschapopdat ieder mens weet wie hij is en waar hij is, opdat het beschermde gemoed de huizen, straten en pleinen weer kan verwarmen." „Bouw" 29 oktober. „Het lijktof men in dit vlakke land plotseling bezeten is van kabelbaantjes. Kort op elkaar heeft men kunnen lezen over plannen voor kabelbanen 1) nabij Doorwerth, (2) tussen Rheden en de Posbank, en (3) van Scheveningen naar Kijkduin. f(ijn onZe heuvels en duinen van de ene dag op de andere onbeklimbare bergen gewordenNu is het een feit dat de kermis in ons land bepaald nog niet aan populariteit heeft ingeboet. Maar als men daarom nu beslist een mooi landschap met een zweverige attractie wil gaan ontsieren Zwitserland is tenslotte niet ZO héél ver weg." Ongeveer een jaar geleden werd in Utrecht het Comité „Binnenstad en Singels" opgericht als strijd- orgaan tegen het plan-Feuchtinger. In dit jaar werd de behandeling van dit plan door de Raad reeds tweemaal uitgesteld. Een circulaire van het comité vermeldt de volgende activiteiten: De uitgave van een wetenschappelijk voorbereide brochure „waarom Feuchtinger onze cicerone niet kan zijn". Een vergadering in de Grote Zaal van Tivoli met ruim 1.200 aanwezigen. Een adres aan de Gemeenteraad waarin de bezwaren tegen het plan werden uiteengezet. De plaatsing van een groot aantal affiches gedurende vier maanden. De uitreiking van vlugschriften aan de bezoekers van de gemeentelijke „voorlichtingsavonden" en van de Burgerdag. De uitgifte van een pamflet dat huis aan huis werd verspreid. De verzending van overdrukken van belangrijke artikelen over het plan aan belangstellenden. Het comité merkt hierbij op dat de financiën voor zulk een „langdurig beleg" niet toereikend zijn en vraagt ieder die de verdediging van Utrechts stede- schoon wil steunen, een bijdrage, groot of klein, te willen storten op giro 11623 t-n-v- de Nederlandse Handel Mij N.V. te Utrecht ten gunste van het comité „Binnenstad en Singels". Het spreekt vanzelf dat Heemschut na de aandacht die ons blad reeds herhaaldelijk aan het fatale plan- Feuchtinger heeft gewijd, dit verzoek gaarne wil doorgeven aan onze lezers. Voor 1959 gaven zich nog op als buitengewoon lid: Jhr. J. P. Beelaerts van Blokland, Vreeland; Ir. J. Bethlem, Amsterdam; Ir. W. Fuhri Snethlage, Haar lem; Mej. Catherina A. W. H. Hofstede Crull, Haar lem; Johanna Leinweber, Utrecht; Mej. C. Martin, Amsterdam; H. P. Rahusen, Amsterdam; L. G. de Wit, Amsterdam. Als gewoon lid trad toe: Gemeentebestuur van Weesp. Als donateur trad toe: Gemeentebestuur van Zweeloo (Dr.). 102

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1959 | | pagina 20