De torens van Amsterdam zingen weer 68 veranderen industrialisatie en urbanisatie in de wijde omtrek het landschapskarakter. Terwijl een zandweg of een jaagpad één zijn met het landschap, vormt een moderne autoweg met bruggen en viaduc ten een volstrekt nieuw, de omgeving overheersend, soms indrukwekkend element. Het is nodig deze dingen helder te stellen en er niet met vage en flink- doende leuzen overheen te praten. De moderne econo mie en de overbevolking knagen in angstwekkend snel tempo die aspecten van Nederland weg die voor de in dit opzicht gevoelige landgenoot de schoon heid van het land uitmaken en die voor de vreemde ling de toeristische attractie vormen. Zeker zou dit proces in vele gevallen minder agressief en ruw kunnen verlopen, ongetwijfeld zijn talrijke waarde volle stad- en landschapsbeelden nodeloos verminkt. Maar een deel van de verliezen is onvermijdelijk: de tijden van de trekschuit komen niet terug. Ons land had toen ca 2 miljoen inwoners! Wil de regering dus het toerisme bevorderen, dan is het wel zaak éérst het reisdoel te beveiligen en daarbij de reismiddelen aan te passen. Een luxueuze hotel accommodatie in verknoeide steden en een verfom faaid land is zoveel als een dure schouwburg met permanent minderwaardige voorstellingen. Op den duur blijft de zaak leeg. Dat wil dus in concreto zeggen: een veelvoud van het huidige subsidiebudget voor monumentenzorg, zorgvuldiger beheer van het landschappelijk schoon, sterkere natuurbescherming, meer aandacht bij sanerings- en ruilverkavelings plannen voor de in eeuwen gegroeide schoonheid van ons land. Het verhaal van de kip met de gouden eieren blijft een leerzaam voorbeeld. GEURT BRINKGREVE Zelden zal het ,,neo-realisme" zozeer de algemene waardering hebben als bij de film, waaraan boven staande titel is ontleend. De première van deze Am sterdamse P. W.-produktie werd op 7 juli jl. gedraaid. Zij brengt op indrukwekkende wijze de restauratie werkzaamheden in beeld, waarvan de voltooiing op die dag een bijzonder verheugende realiteit was ge worden. De drie Hemony-carillons van de Zuider-, Wester-, en Munttoren zijn in het afgelopen jaar onder leiding van deskundigen grondig onder handen genomen, nadat in 1952 de beiaard van de Oudekerkstoren al een beurt had gekregen. Tevoren had het bestuur van de Nederlandse Klokken spelvereniging het gemeetebestuur attent gemaakt op de muzikale onvolkomenheden van de inmiddels drie eeuwen oude Amsterdamse carillons, vooral ten ge volge van oxydatie van de klokken. Behalve een nieuwe zuivere afstemming met be houd van het Hemony-timbre van de bestaande klokken, was ook een uitbreiding van drie tot vier octaven gewenst in verband met het tegenwoordige beiaardiersrepertoire. De gemeente Amsterdam, onder wier zorgen reeds meer dan honderd jaar het onderhoud van de torens berust, droeg na een grondig studierapport aan drie bekende klokkengieterijen in ons land de noodzake lijke reiniging en aanvullingen op. Daarvoor werden de meeste klokken uit de torens getakeld, en van Groningen tot Brabant verspreid. De grootste exem plaren (in de Westertoren één van 1900 kg) moesten, omdat de torens indertijd pas na het aanbrengen van de klokken werden afgebouwd, en men bezwaarlijk deze hiervoor half kon gaan afbreken, ter plaatse worden schoongemaakt en herstemd. De meeste oude klokken konden worden gehandhaafd. De nieuwe werden voorzien van fraaie eigentijdse randversie ringen, ontworpen door de jonge beeldhouwer de Laaf. Het muzikale resultaat werd op 7 juli ter toetsing gedemonstreerd aan een gezelschap genodigden, die op invitatie van het gemeentebestuur per rondvaart boot langs de verschillende torens werden gevaren. Hun absoluut gehoor werd door dit spel, zeer des kundig toegelicht door Mr. R. de Waard, op een zware proef gesteld. Louter genieten mochten ge durende de negen volgende dagen bewoner en vreem deling van een feestelijke reeks van carillonconcerten door binnen- en buitenlandse beiaardiers, vooral op de prachtige warme zomeravonden beluisterd langs de dan stiller wordende grachten, en vanuit menig ver opengeschoven venster. Onze hoofdstad en de dienst Publieke Werken, welke hier met voortvarendheid haar taak heeft aangepakt, mogen met dit herstel van harte gelukgewenst worden. Immers niet alleen de geregelde klankvolle versiering van de tijdsaanduiding, maar ook de muzikale bij dragen aan feestelijke gebeurtenissen, intochten zoals onlangs die van de Koning van België, betrekken de stilste en onaanzienlijkste hoekjes van de stad mede in die vreugde. Het is een element, dat aan de steden in de Nederlanden een zeer eigen bekoring verleent. Het stemt tot voldoening de herwaardering hiervan na een tijd van verval ook in het opnieuw aanbrengen van een speelklavier in de Munttoren te kunnen vast stellen. Het is te hopen dat een herstemming van het Paleis carillon binnen afzienbare tijd eveneens kan worden overwogen, opdat ook de koepel van ons meest monu mentale bouwwerk zijn bronzen klanken weer zuiver over het hart van ons land kan uitstrooien. H. ROWAAN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1959 | | pagina 20