de toepassing van boombeplanting en de hoogte en
verhouding der huizen. Deze laatste op hun beurt
zijn afgestemd op de straatruimte. Plastische ele
menten met dankbare effecten werden daarbijde
toepassing van bruggen, sluizen, waterpoorten,
waterstoepen, steigers, leuningen, meerpalen, e.d.
Ten aanzien van de grachtenhuizen werden dit de
gewone en de hoge stoepen, de leuningen, de pot
huizen, de lantaarns, de uithangtekens, enz.
De kleurgevoeligheid, die niet zonder reden
Nederland tot een land van bij uitstek schilders
heeft gemaakt, speelde daarbij een belangrijke rol,
wanneer men denkt aan het gebruik der rood
bruine en gele bakstenen en de toepassing van
natuursteen in de verscheidenheden van grijzen en
blauwen, aan de kleuren der dakbedekking nl.
het rood der dakpannen en het blauw van de leien
der monumentale gebouwen.
Het kleurengamma van het grachttafereel werd
aangevuld met het groen van leuningen, deuren
en roeden, het geel van de windassen en raam
kozijnen, terwijl de natuur voor de voltooiing
zorgt door het groen der loofbomen, de blauwe of
grijze lucht, de wolken en zonbestraling. Dan is de
gracht op haar schoonst en zorgt het spiegelende
water voor de effecten, welke mensenhanden niet
maken kunnen.
Dempen van de grachten betekent in de eerste
plaats de verstoring van een evenwicht, dat in zijn
harmonieuze samenstelling een brok Nederlandse
cultuur is geworden.
Men zou een boom, brug, stoep of huis aan de
gracht kunnen vervangen, mits men dat met smaak
en gevoel voor verhouding doet, zonder de gracht,
zonder het stadsbeeld te ontwrichten.
Zodra men echter de gracht zelf dempt, dan
schendt men de verhouding onherstelbaar, gaat
de breedte- en dieptewerking weg, zijn de licht-
reflexen verloren, is de bekoring verdwenen.
Men behoeft slechts te denken aan de, helaas
ontelbare, voorbeelden uit een ver of naast ver
leden, zoals de Spuistraat te Amsterdam, de Ge
dempte Oude Gracht en Raamgracht te Haarlem,
de Singelgracht te Purmerend, de Dorpsvaart in
Hallum, het Zand te Amersfoort, de Prinsegracht
in 's-Gravenhage, ge kunt deze troosteloze lijst zelf
wel aanvullen, denk ik, overal waar met het water
de bekoring van het stadsbeeld op slag verdween.
De veelbelovende nieuwe plannen, welke welis
waar vaak aantrekkelijk werden gemaakt op het
tekenbord, bleken in de praktijk vrijwel altijd vol
slagen ontmoedigend, zodra de demping voltooid
was. De nieuwe indeling gaf brede grauwe vlakten,
waartegen de huizen in het niet zonken. De oude
beplanting was meestal niet te handhaven, de
nieuwe gedijde slecht wegens de wijziging van
grondwaterstand, de slechte grond waarmee ge
dempt was, enz.
De toepassing van een z.g. ,,hol profiel" kon nooit
de bekoring van het spiegelende watervlak terug
geven. In sommige gevallen, waar hoogteverschil
tussen de kaden bestond, leverde het nieuwe profiel
een onbevredigende schuine doorsnede, zoals de
nieuwe haven in Gouda laat zien.
Plantsoenaanleg op de plaats van het water werkt
ridicuul. In het algemeen zijn plantsoenen, indien
zij geen behoorlijke afmetingen hebben, ridicuul
in steden en voldoen boompartijen beter. Plant
soenen, hoezeer op hun plaats in een moderne
villawijk, kunnen bespottelijk worden op een ge
dempt water, zoals het „Havenplein" in Zieriksee
zo overtuigend toont. Gezien het ontstellend aan
tal dempingen in onze steden zou men kunnen uit
roepen: hoe weinigen, aan wie de beslissing van dit
vraagstuk is toevertrouwd, beschikken over vol
doende fantasie, om de gevolgen van hun daad te
overzien. Beseffen zij, welk een schoonheidsver
lies hier het gevolg van is, maar begrijpen zij óók,
dat mét het water het waarlijk Nederlandse wezen
uit de stad verdwijnt dat men hier als 't ware de
ketting uit het weefsel haalt?
61.
Purmerend, Singelgracht voor de demping en het trieste resultaat