van schoonheid, een standpunt, zoals dat in ons
land wordt ingenomen door de Bond Heemschut,
wordt nog lang niet genoeg gedeeld, hoewel steeds
meer blijken gaat, dat landgenoten zich de be
tekenis hiervan bewust gaan worden. De bewijzen
hiervoor liggen in de groei van de belangstelling
voor deze Bond en voor de reacties in de Neder
landse publiciteit. De bewegingen ontstaan in
Alkmaar en Utrecht op de dempingsplannen daar
kunnen als uitingen gelden voor de wijzigende
mening van een publiek, dat niet meer bereid is,
de dempingsplannen in zijn steden en dorpen
klakkeloos te accepteren. Er begint een kentering
in de openbare mening te komen en de behoefte
om het streek-, dorps- of stadskarakter niet onder
een eenheidswals te laten verpletten. Een streven
ook, om maar niet alles op te offeren aan dat nooit
te bevredigen monster, dat het verkeer heet, dat
jaarlijks zijn duizenden slachtoffers onder ons zelf
opeist en dat daarnaast bezig is onze woonplaats
steeds meer tot één grote dode openluchtgarage te
maken.
Ik zou mét u het vraagstuk van de grachten en de
demping der grachten esthetisch willen bezien,
hoezeer ik me bewust ben daarmee fragiel terrein
te betreden.
De schoonheid en de bekoorlijkheid der Neder
landse grachten is, naar ik met stelligheid meen,
geen punt van discussie noch bij de beschaafde
landgenoot, noch bij de vreemdeling. En waar ik,
in deze algemeenheid grachten zeg, mag ik toe
lichten, daaronder in de eerste plaats de grachten
in de Nederlandse steden te bedoelen, maar daar
naast ongetwijfeld ook de daarop aansluitende
kleine binennhavens en die wateren in de dorpen,
welke een gelijke functie vervullen. Men kan van
mening verschillen over de graad van schoonheid,
maar zeker niet over de omstandigheid, dat zij een
element van schoonheid vormen. Dat het water zeer
geëigend is in ons land, het bepalend was voor de
stichting van talloze dorpen en steden, zodat er
met de bouw daarvan terdege rekening werd ge
houden, geeft er een bijzondere betekenis aan, nl.
een historische en een economische.
De hoogtepunten der grachtelijke schoonheid
vindt men in de Nederlandse steden. Voor haar
plattegronden moet men meestal teruggrijpen naar
de middeleeuwen, maar voor haar esthetische ver
volmaking behoeft men niet verder terug te gaan
dan tot de 17de eeuw en te bedenken, dat de 18de
eeuw ons de meeste voorbeelden heeft nagelaten.
Die vervolmaking vond haar grond in de gelukkige
omstandigheid, dat de financiële middelen er wa
ren, maar ook het esthetische vermogen. Men was
in staat mooie dingen te scheppen. Als de kern
van het esthetische vermogen kan men beschou
wen het fijn ontwikkelde gevoel voor verhou
dingen. En dit niet enkel als verhouding der af
metingen, maar ook die der materialen en der
kleuren.
Bezien wij de grachten in de steden, waar zij nog
in haar gaafheid prijken, zoals op verschillende
plaatsen in Amsterdam, Delft, Gouda, Utrecht,
Leeuwarden, Franeker, Sneek, Sloten, Amersfoort,
Breda, Middelburg, Dordrecht, en nog enige
andere plaatsen, dan beseft men eerst recht van
welke ongeëvenaarde schoonheid zij zijn. Dat zal
in het bijzonder door hen beaamd worden, die in
het buitenland gereisd hebben en haars gelijke in
de wereld niet hebben aangetroffen.
Het is stellig niet één enkele factor, die bepalend is
voor deze schoonheid. Het is het gelukkige samen
gaan van vele factoren, die men weloverwogen
heeft ingevoerd. Het is de loop, de stand en de
breedte van het water, daarop aansluitend de
hoogte der wallen, de breedte der straat en de
keuze en het gebruik van de stenen van die straat,
N.Z' Voorburgwal voor de demping schilderij van J. C. GreveN-Z- Voorburgwal thans
(foto J. E. de Haas