Op Heemwacht
TON KOOT
Zolang de Bond Heemschut werkzaam is, was de
dreigende demping van de Oude Rijn te Woerden
een van zijn zorgenkinderen.
Al sedert 1864 is de demping in Woerden ter
sprake gebracht en sindsdien gebleven. Een uit
voerig stedebouwkundig rapport, op uitnodiging
van het gemeentebestuur door de Bond Heem
schut in 1953 uitgebracht werd samengesteld door
onze leden A. G. M. Boost, ir. Herman de Groot,
H. W. Heringa en J. J. Talsma. Het toonde aan,
dat de demping van de Oude Rijn onjuist zou zijn.
Dit rapport is destijds door het gemeentebestuur
niet gepubliceerd en eerst dezer dagen in wijder
kring bekend geworden, toen de Historische
Vereniging Woerden en Omgeving het vermenig
vuldigde. Het heeft niet meer mogen baten. Over
tuigende argumenten hebben het tegen andere
inzichten moeten afleggen. De Gemeenteraad
heeft, steunend op het advies van het Instituut
Stad en Landschap van Zuid-Holland, tot dem
ping besloten. Het zal een betreurenswaardige op
lossing worden, zelfs de ontwerpers van het dem
pingsplan voelen hier nattigheid. De nieuwe rij
baan zal 30 cm hoger liggen dan de kaden van
thans met opritten naar de drie bruggen. De
helling van deze opritten is 4 cm per strekkende
meter. De trottoirs komen lager te liggen dan de
rijbanen om te voorkomen dat anders verschillen
de deuren onder de trottoirs zouden komen
de rest van de narigheid kunt u straks zelf gadeslaan.
Het Hof te Honselaarsdijk
In februari 1957 publiceerden wij in dit blad een
artikel van de hand van dr. R. van Luttervelt
over de laatste resten van het voormalige Stad
houderlijke buitenpaleis te Honselaarsdijk, een
stalpoort, met twee recht daarop staande vleugels,
een imposant complex en goed stuk architectuur
uit de 17de eeuw, waaraan waardevolle his-
törische herinneringen zijn verbonden.
Bezoeken en besprekingen ter plaatse door ons
bestuur met het gemeentebestuur openden per
spectieven voor een eventueel behoud. Na aan
vankelijke afwijzing toonde Monumentenzorg be
langstelling. Tot onze vreugde komt er nu ver
blijdende tekening in de zaak.
B. en W. hebben een krediet voorgesteld van
fl. 10.000.voor nader onderzoek en het ont
werpen van plannen.
Ten Departemente wil men uit overweging van
historische aard de resterende gebouwen wel be
houden. De Staatssecretaris heeft een subsidie in
het vooruitzicht gesteld nl. 40% iri de kosten van
het middengedeelte van het poortgebouw.
Hoewel beter ten halve gekeerd dan ten hele ge
dwaald voor dit besluit kan gelden, veroorloven
wij ons toch van mening te blijven, dat het poort
gebouw mèt vleugels waard is behouden te worden.
Immers dat zal een blijvend beeld geven en een
indruk van de betekenis van het gehele complex,
zoals dat eens Stadhouderlijk paleis was in Honse
laarsdijk. Voorbeelden van een zodanige machtige
opzet zijn te schaars in ons land om die maar op te
ruimen. Bovendien is er ons inziens geen enkel
bezwaar tegen om het dan behouden en gerestau
reerde gebouw een nuttige bestemming te geven,
bijvoorbeeld als complex woningen. Dit behoeft
aan het verrassende en monumentale van het
totaalbeeld geen afbreuk te doen.
Restauratiecijfers
In een artikel „Stedelijke Monumentenzorg" in
het orgaan „Publieke Werken" van januari 1959
komt ir. Meischke b.i. in zijn samenvatting tot de
volgende cijfers inzake de monumenten van
Amsterdam.
De in 1928 verschenen Voorlopige Lijst van
Monumenten van Geschiedenis en Kunst (deel V
Amsterdam) omvatte naast gebouwen van grotere
omvang, zoals kerken en hofjes (i 200 stuks) ca.
4000 woningen en pakhuizen. Naar een globale
schatting zijn er van de laatste momenteel nog
slechts 3000 bewaard. In 30 jaren dus een verlies
van 1000 panden, die op de Monumentenlijst
stonden! En dit alleen in de stad Amsterdam.
De heer Meischke concludeert, dat deze lijst van
3000 panden met 2000 andere uitgebreid moet
worden, die waard zijn om behouden te blijven.
Hiermee is het totaal aantal huizen te Amsterdam,
die als monument zijn te beschouwen op een 5000
te stellen. Wil de binnenstad haar karakter niet
verliezen, aldus ir. Meischke, dan zullen er min
stens 4000 bewaard moeten blijven.
Deze zullen in de eerstkomende 50 jaren alle min
of meer ingrijpend gerestaureerd moeten worden,
d.i. 80 woonhuizen per jaar. Hiervoor is nodig
80 x fl 30.000,d.i. ca. fl 2.400.000,waarvan
fl 1.200.000,aan overheidssubsidies beschikbaar
37