Jaarverslag van de Centrale Commissie Stad en dorp
afgeschermd, meestal juist de bovenste helft, zodat
zij meer het toetreden van licht dan de „inkijk"
belemmeren. Dat men nog grotere ramen vaak
niet „aan" blijkt te kunnen, tonen allerwege in
ons land de ervóór gehangen draperieën. Maar
ook wanneer er op kleine schaal vensters vergroot
worden blijkt hoe het er op aan komt goede
verhoudingen aan te houden.
De slaapgelegenheden dienen echter zeker te be
antwoorden aan moderne eisen van hygiëne.
Waar nog bedsteden voorkomen bereikt men, als
ze tegen een buitenmuur zijn aangebouwd, door
eenvoudige ventilatieramen belangrijke verbete
ringen. Elders verbouwt men de bedstedenstrook
tot enkele slaapkamertjes met alle voordelen van
dien. Zonder aantasting van de hoofdvorm der
boerderij blijken, aldus het rapport, goede oplos
singen zeker mogelijk te zijn.
In het documentatiewerk, waaraan het boven
staande werd ontleend, werd een goed beeld van
dit tot nu toe harmonisch meegegroeide boeren-
dorpje tenminste op papier vastgelegd. Monumen
taal van bijzondere waarde zijn eigenlijk alleen de
boerderijen B 62 en vooral B 67. Maar het is juist
het geheel van de beboomde brink en de versprei
dingswijze van alle boerderijen, die de schoonheid
van oud-Aalden uitmaken. Het blijkt steeds moei
lijker deze onaangetast te laten. Zou behuizing en
bedrijf hier werkelijk onhoudbaar zijn? En moch
ten op den duur in dit gebied nieuwe gebouwen
inderdaad nodig blijken, zou hiervoor dan wel
licht een andere plaats aangegeven kunnen wor
den? Welke bestemming zou in dat geval aan dit
kleine complex gegeven kunnen worden? Ziedaar
enige vragen, waarvoor het gemeentebestuur zich
gaarne een reële mogelijkheid aan de hand zag
gedaan. Geen van de boerderijen, noch de brink
zelf, is in het bezit van de overheid. Met het
documentatiemateriaal in handen zou iemand
voor een organisatievorm moeten worden ge
ïnteresseerd zoals ook wel buiten onze grenzen is
geschied. Buiten eigenlijke openluchtmusea en
museumdorpen als Bokrijk in de Belgische Kem
pen, Cloppenburg even over de Duitse grens, en in
Scandinavië, zouden wij kunnen wijzen op het
voorbeeld van Zwischenahn, aan het gelijknamige
meer tussen Leer en Oldenburg: een geconserveerd
dorpsbeeld in semi-museumtoestand. Ook bv. in
Italië blijkt dit mogelijk.
Wanneer ons toekomstige landschapsbeeld inder
daad meer een cultuursteppe zal moeten worden,
zullen enkele reservaatjes, behalve van weten
schappelijke betekenis, gelijk oases kunnen zijn.
Zou een dergelijk denkbeeld in een progressief
planologisch schema te passen zijn?
H. ROWAAN
1958 1959
In augustus 1958 heeft onze Commissie een groot ver
lies geleden door het zo onverwachte overlijden van de
heer J. Koning. Sedert 1955 is hij voorzitter van de
Centrale Commissie geweest, doch reeds vanaf 1926
nam hij als bestuurslid actief deel aan het Heemschut
werk. Hier wordt nog eens verwezen naar het In
Memoriam door Ton Koot in de jaargang 1958 van het
blad Heemschut (blz. 71).
Bestuur. Ir. J. D. M. Bardet, reeds lid van het bestuur
van de Bond Heemschut, werd bereid gevonden het
voorzitterschap van de Centrale Commissie op zich te
nemen. Reeds eerder nam de heer C. J. Bardet het
secretariaat over 'van de heer C. Boschma, die dit heeft
waargenomen sinds augustus 1957, toen de heer
Bonenburg op zijn verzoek ontslag werd verleend.
Vergadering. Op 9 januari 1959 werd een vergadering
van de Centrale Commissie gehouden. In aanwezig
heid van het Dagelijks Bestuur werden de nieuw be
noemde Voorzitter en secretaris geïnstalleerd. De heer
Boschma werd tot lid van de Commissie benoemd.
Bulletin. In de periode van dit jaarverslag is het Bulletin
niet verschenen.
Mutaties Provinciale Commissies. In de Provinciale Com
missie deden zich weinig mutaties voor. Tot voorzitter
van de commissie Groningen Werd in de vacature,
ontstaan door het overlijden van Professor Lindeboom,
benoemd de heer Leemhuis.
In verband met drukke werkzaamheden heeft de
heer D. J. A. Geluk bedankt als' lid van de commissie
52
1. Zie R. C. Hekker in: „Duizend jaar bouwenAU. de Lange 1957
deel IIbtz. 197-316.
2. Z*6 D. Ozinga in: Jaarverslag 1957 van de Vereniging Hendrick
de Keyser"blz. 20.
3. Per trein tot Hoogeveenbus richting Emmen.
4. „Oud-Aalden"documentatiesupervisor Ir. J. Krugerafdeling der
Bouwkunde aan de T.H. te Delft, 1956, met 20 tekeningen in doorsnede,
1 kaart en 128 foto's (niet in de handel).
Men zie ook: A.Kleyn, „Dorpen tn Drenthe1949, deel 70 uit de
Heemschutserie.