n
Warenhuizen te Maastricht
Het warenhuis ligt velen, figuurlijk gesproken,
zwaar op de maag. Stedebouwkundigen die pleiten
voor cityspreiding en verplaatsing van sterk-
verkeersaantrekkende bedrijven uit het stadshart,
en Heemschutters die in de schaalvergroting van
het moderne bedrijfsgebouw een der ergste stede-
schoon-krakers zien, moeten erkennen, dat het
warenhuis, deze verkeersmagneet en schaalver-
storende kolos, afhankelijk is van zijn centrale
ligging. Men kan evenmin ontkennen dat het
warenhuis een belangrijk element is in de typische
binnenstad-gezelligheid en naar het schijnt zelfs
een stimulerende factor vormt voor de naijbe
winkels. In Nijmegen kwam de bouw van winkel
panden pas op gang nadat de vestiging van Vroom
en Dreesmann aan de Grote Markt vast stond.
Deze omstandigheid vermindert echter het storen
de effect niet van vele warenhuizen in het stads
beeld. Voorbeelden als Gouda en Haarlem zijn
schrikwekkend. In „Heemschut" van okt. 1957
behandelde onze secretaris dit vraagstuk naar aan
leiding van de plannen die zowel Vroom en Drees
mann als de Grand Bazar koes
teren om te Maastricht Achter
het Vleeshuis en aan de Kersen-
markt moderne panden op te
trekken. Behalve het verlies van
een aantal waardevolle monu
menten zou de verstoring van
de sfeer en de verhoudingen in
het oude Maastricht hier zwaar
wegen. De heer Koot deed een
beroep op de betrokkenen een
poging te doen het warenhuis
probleem in de binnenstad eens
op een geheel nieuwe wijze aan
te pakken, door namelijk van
de individualiteit der afzonder
lijke panden een zodanig ge
bruik te maken dat in elk huis een eigen artikel
zou worden verkocht. In de „Nieuwe Limburger"
verscheen onlangs een artikel waaruit blijkt dat de
directie van Vroom en Dreesmann niet ongevoelig
is voor de stem van Heemschut om de schoonheid
en het karakter der stad te sparen.
De moeilijkheden zijn echter vele: hoe moet, bij
voorbeeld het niveau-verschil der verdiepingen
worden opgelost De Restauratie-stichting Limburg
heeft thans de suggestie gedaan Achter het Vlees
huis boven een bogengalerij een straatwand op te
richten welke zich aanpast bij de oude Maastrichtse
architectuur, zodat het verdwijnen van de be
staande gevels niet als een verlies gevoeld zou wor
den. Of hiermee de juiste richting is aangegeven
zouden wij niet kunnen zeggen zonder uitgewerkte
plannen te hebben gezien.
Het belangrijkste is echter dat men het probleem in
al zijn facetten - waaronder dat van het eigen
karakter der stad - met aandacht bestudeert en niet
meer gedachteloos vernielt wat in eeuwen groeide
en rijpte. B.
6
Maastricht, Kersenmarki (foto Ton Koot)