Havezathe „Laarwoud" gerestaureerd
Nieuwe leden
Op 18 september jl. werd de in 18e eeuwse luister
herstelde, en tot gemeentehuis ingerichte havezathe
„Laarwoud" te Zuidlaren (Dr.) geopend door
de Minister van Binnenlandse Zaken, mr. A. A. M.
Struijcken. Vóór de eigenlijke plechtigheid dankte
de burgemeester J. H. Roukema de verschillende
instanties en personen die aan de tot stand koming
van dit schone resultaat hadden medegewerkt.
Namens het ministerie van O., K. en W., dat met
een aanzienlijke subsidie had bijgedragen, sprak
de chef van de afdeling Oudheidkunde en Natuur
bescherming mr F. P. Th. Rohling. Hij verklaarde
te geloven, dat als meer gemeentebesturen in een
dergelijk statig oud gebouw gehuisvest konden zijn,
men minder snel tot slopen („amoveren") zou
komen. Ir. R. Meischke, Directeur bij de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg, noemde het ge
bouw, dat niet door torentjes en kantelen een kas
teel in de populaire zin vormt, en ook in een kunst
historische studie van de nederlandse monumenten
niet noodzakelijk zou behoeven voor te komen, wel
degelijk van grote waarde. Het vertelt ons in zijn
natuurlijke vanzelfsprekendheid van de voorname
stijl waarmee vroegere generaties zich omgaven.
Hij achtte moderne architecten zeer zeker in staat
tot een goede eigentijdse vormgeving. Dit tegelijk
eenvoudige en goede voorbeeld van vroegere archi
tectuur en cultuur was hier echter voor handen en
kon op gelukkige wijze aangepast worden aan een
nieuwe centrale functie in deze gemeente. Het
werd aldus behouden mede als een toetssteen voor
de hedendaagse samenleving en haar bouwen.
Ir Meischke beschreef vervolgens de bouwgeschie
denis van dit in zijn kern nog een teruggetrokken
17e eeuws dorpshuis, dat in 1720 werd verbouwd
en veel sterker op de omringende natuur werd
gericht. Over de restauratie zelf, welke hij als een
groot avontuur kenschetste, vertelde architect D. J.
van Iperen nog verdere bijzonderheden.
Het gezelschap, in het openluchttheater in de tuin
van Laarwoud bijeen, bezichtigde vervolgens het
huis. Men kon overigens deze middag spreken van
een tuinfeest. Tegen een fond van prachtig ge
bladerte concerteerde het Groningse stedelijke
orkest. In hetzelfde natuurlijke décor werd een
toneelspel opgevoerd, voor deze gelegenheid ge
schreven door Ben van Eysselsteijn en de aan
wezigen verplaatsend naar het Laarwoud van de
18e eeuw. Voor de brug over de slotgracht stond
een lange dubbele erehaag van kaalgeschoren
aspirant-alumni van de Groningse Alma Mater. Zij
presenteerden het gezelschap onderweg naar het
eveneens fraai gerestaureerde koetshuis, thans
dorpshuis, elk een bezem, met hun pasverworven
jachtbuit mr Struijcken wellicht erende in zijn
kwaliteit van minister van bezitsvorming
Onder de gasten, velen uit het verre Holland naar
dit Drentse brinkdorp gereisd, bevonden zich ver
schillende hoge autoriteiten, maar ook vroeger hier
woonachtige of residerende edele Heren en hunne
Vrouwen, w.o. Jonkheer mr. dr. A. L. W. van
Starkenborgh Stachouwer. Thans trad Zuidlarens
burgervader als nieuwe slotvoogd en gastheer op,
en dit op alleszins stijlvolle wijze.
H. ROWAAN
Als donatrice trad toe:
Noord-Zuid Hollandsche Vervoermaatschappij,
Haarlem
Als buitengewoon lid traden toe:
J. J. A. S. van Alphen, Dongen; (per i-i-'59) W. F. H.
Baron, Edam; Jvr. A. M. Q,. Coenen, Almen; (per
A. G. A. Dingeman Wierts, Woudrichem;
(per i-1-'59) Mr. A. L. Goedhart, 's-Gravenhage;
Ir. M. H. Hagenouw, 's-Gravenhage; (per i-i-'sg)
Mevr. H. van Holst Pellekaan-Kalshoven, Elspeet;
(per 1 -1 -'59) J- Jans, arch. Almelo; (per i-i-'sg)
Dr. J. H. van der Klei, Amsterdam; W. L. Pel, arts,
's-Gravenhage; J. L. Pierson Azn, Baarn; (per i-i-'59)
Dr. J. N. Struiving de Groot, Dordrecht; H. J. Wolf,
Amsterdam (per 1 -1 -'59) -
91