In memoriam J. R, Koning
gerespecteerd, maar ook met leedwezen de heer
Boschma laten gaan. Met groot begrip voor Heem-
schut's plaats en taak, met nauwgezetheid en ernst
heeft de heer Boschma zich van zijn veelomvatten
de taak gekweten, waarbij hij herhaaldelijk van
zijn grondige kennis van zaken blijk gaf. Het ver
heugt ons daarom, dat de heer Boschma zich bereid
heeft verklaard als lid van de Centrale Commissie
voor Stad en Dorp bij het actieve Heemschutwerk
betrokken te blijven. Zijn plaats is ingenomen door
de heer Rowaan, litt. cand., wiens belangstelling
en wiens studie zich, evenals bij zijn voorganger
het geval was, over het gebied van Heemschut
uitstrekken. TON KOOT
Heemschut werd op 30 augustus in zijn voorste
gelid getroffen door het verscheiden van ons aller
goede vriend Koning.
In de ware zin des woords stak Koning boven velen
uit; was het niet door zijn brede gebaren en be
minnelijke eigenschappen, dan was het wel door
zijn opmerkelijke lichaamslengte, dat iedereen
Koning, of zoals de intimi hem mochten noemen
„King", kende.
Een makkelijke, open wijze van aanspreken ging
bij hem gepaard aan een groot gevoel voor humor
en aan een mening, die hij met gulheid van gebaar
maar met grote vasthoudendheid kon uiten.Het
veld van zijn belangstelling bestreek vele gebieden,
waarvan wij, naast de tuinarchitectuur, kenden:
Denemarken, golfen en bodemgezondheid. Heem
schutman was hij van nature, vanwege zijn open
oog voor schoonheid in het algemeen en voor goede
verhoudingen in het bijzonder. Hij wist anderen
gemakkelijk te interesseren voor zijn belangstel
lingsobjecten, was een goede propagandist, een
uitstekende bemiddelaar, een voortreffelijke tussen
persoon. Heemschut heeft van die eigenschappen in
een lange reeks van jaren een dankbaar gebruik
gemaakt. In de laatste jaren vervulde hij de functie
van voorzitter van de Centrale Commissie voor
Stad en Dorp, in welke kwaliteit hij de schakel
vormde tussen het Bestuur waarvan hij 32 jaar deel
uitmaakte en de elf provinciale commissies.
Al zijn kennis, kunde en eigenschappen kwamen
eerst goed tot uiting bij het organiseren van grote
acties, zoals de Heemschuttentoonstelling in het
Koloniaal Museum te Amsterdam in 1934 en de
tentoonstelling in bezettingstijd in het Stedelijk
Museum te Amsterdam ,,Amstel, Vecht en Zaan".
Van beide was hij de stimulerende kracht. Door
zijn werkkracht, ondernemingslust en vindingrijke
geest wist hij altijd zijn medewerkers aan te sporen,
aantrekkelijke punten aan het werkprogramma toe
te voegen.
In de dagelijkse leiding van de Bond Heemschut is
het niet alleen hierom, dat wij King smartelijk
zullen missen. Het zal vooral zijn wezenlijke be
langstelling voor zijn naasten, de oprechte vriend
schap zijn, die wij zo node zullen ontberen.
King bezat de gave om met korte rake trekjes,
doorsmukt met humor, een situatie te scheppen, die
een persoonlijk karakter droeg en die het samenzijn,
en dus ook de overigens droge vergaderingen,
smeuig maakte en haar altijd meer deed zijn dan
het afhandelen van een reeks agendapunten.
Met King's verscheiden zal de Heemschuttaak
moeilijker te vervullen zijn, wij zijn dat ons allen
bewust, maar meer dan iets weten wij, hoe moeilijk
de dagelijkse taak te vervullen zal zijn voor haar,
die King in lief en leed terzijde stond en zonder wie
wij hem eigenlijk nooit konden zien. Zij moge
troost putten uit de gedachte, dat King een grote
taak blijmoedig heeft vervuld en dat haar smart
door zeer velen oprecht met haar wordt gedeeld.
TON KOOT
CORRIGENDA
In het vorige nummer stond onder „Nieuwe leden":
Mr. A. W. L. Talma-Stheeman, Amsterdam. Lees:
Mr. A. W. L. Talma Stheeman.
Voorts: W. L. Baronesse van Wassenaer-'s Jacob,
lees W. L. Baronesse van Wassenaer-s'Jacob.
Inhetartikel „viervoudig winstpunt" was verzuimd het
architectenbureau te vermelden dat de restauratie van
de vier huizen van „Amstleven" aan de Keizersgracht
heeft uitgevoerd. Dit was het bureau C. B. Posthumus
Meyes B.N.A., J. J. Bolderhey, J. B. Narold B.N.A.
71