Op Heemwacht City-vorming in woord en daad Van doorbraken om den wille van het verkeer heb ik in onze binnensteden, architectonisch gezien, nooit winst kunnen constateren, nee, ook in Parijs niet. In Amsterdam zijn in dit opzicht de Raad huisstraat en vooral de Vijzelstraat wel afschrik wekkende voorbeelden voor de talrijke gemeente besturen, die in hun serviele aanbidding van de verkeersgod, doorbraakplannen verheerlijken. In de Vijzelstraat is het gebouw van het Carltonhotel wel een bekroning van zo'n mislukking. Oorlogs schade heeft de belendende panden van het Carl tonhotel, langs het Singel, verloren doen gaan. Daaronder was de fraaie, (en nog opgeslagen) gevel van het huis vari Huydekoper uit 1642. Onder de slachtoffers was ook het gebouw van de Spaarbank voor de Stad Amsterdam. Dezespaarbank gaat haar hoofdgebouw op dezelfde plaats herbouwen. Wie schetst onze verwondering, toen wij in Het Alge meen Handelsblad van 5 augustus lazen, dat „de gevel - van zeer veel belang op dit fraaie punt in het hart van Amsterdam, aan de bloemenmarkt - moest aanpassen aan het Carltonhotel". Wie in zijn onschuld mocht menen, dat er een nota- Binnenstad is, die erkent, dat „de binnenstad een monument van unieke historie, architectonische en stedebouwkundige waarde is" en wie op grond daarvan veronderstelt, dat het bouwen in de binnenstad - en in het bijzonder langs de grachten zich daarop moet aanpassen, die komt wel be drogen uit. In dezelfde nota-Binnenstad kan men met grote instemming lezen, dat „er naar gestreefd zal moe ten worden bepaalde reeds aanwezige, dan wel in de toekomst te verwachten verkeersaantrekkende elementen naar andere gebieden dan de huidige city te leiden, de nog bestaande woonfunctie van deze city in stand te houden en zo mogelijk te ver sterken en daardoor het zakenverkeer (personen- en goederenverkeer) te spreiden, zodat verdere verkeersconcentratie wordt voorkomen". Men zou zo zeggen, hier is zo'n kans, brengt nu uw zo juist onder woorden gebrachte inzichten in praktijk! Neen, dat doen we niet. Dat de spaarbank een plaats in het hart van de stad opeist is begrijpelijk, maar zij eist meer plaats dan zij nodig heeft, immers van het 20 m hoge en 37.5 m brede pand van vijf verdiepingen zullen vier verdiepingen als kantoorlokalen worden verhuurd. Op het terrein ernaast zal het hoofdgebouw van de Nederlandse Overzeebank verrijzen. Dit betekent in het hart der stad, tegen een der grootste centra van amuse ment de city-vorming bevorderen in plaats van spreiden. Hier wordt een dode stadshoek gemaakt, daar waar nu alle kans is deze blunder te mijden, en de woonfunctie van de binnenstad te bevorde ren. Is daar niet als meest frappant voorbeeld die verkilde wand aan het Rembrandtsplein, waar de Amsterdamse Bank troont en waar men verzuimd heeft de caféterrassen voort te zetten? De Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen wil slopen in de bocht van de Herengracht Men krijgt toch heus de indruk, dat het gemeente bestuur zijn eigen „uitgangspunten voor het te voeren beleid" aan zijn hoofdstedelijke laars lapt. Dat laat ook de voorgenomen uitbreiding van de kantoorfabriek van de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen NV. Ao. 1807 op de Heren gracht 467 en 469 zien. Tegen de sloping van deze panden in de bocht van de Herengracht hebben de vijf samenwerkende verenigingen in Amsterdam, waaronder de Bond Heemschut, een herhaald ernstig protest laten horen; dat opgenomen werd in ons augustusnummer van Heemschut. Hetzelfde gemeentebestuur dat „streeft" naar in perking van cityvorming en bevordering van de woonfunctie, meent hier - en dat in de veel geprezen bocht - de uitbreiding van kantoor ruimte geen voetbreed in de weg te moeten staan. Het voert aan, dat „de zorg voor het stadsschoon zich niet zover kan uitstrekken, dat geen enkele verandering in de oude stad wordt toegelaten". In een gesprek op behoorlijk niveau zou men zich moeten schamen voor een dergelijk demagogisch betoog. Wie onzer vraagt om geen enkele verande ring in de oude stad toe te laten? Niet wij. Wat wij wel vragen is om als stadsbestuur meer begrip te tonen voor karakter en schoonheid van de stad en te handelen naar de hiervoor aangehaalde „uit gangspunten voor het te voeren beleid." Wanneer het gemeentebestuur niet de indruk wil 69

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 7