blijkt uit de gang van zaken bij de geruchtmakende
ruilverkaveling „Bossche Broek".
In 1939 vroegen de boerenbonden van St. Michiels
gestel en den Dungen ruilverkaveling aan voor een
blok van ca. 1255 H.A. Gedeputeerde Staten zon
den de aanvraag voor advies naar de Centrale
Cultuurtechnische Commissie (C.C.C.). Dit advies
bleef uit. In 1947 vroeg het dagelijks bestuur van
het waterschap „Het Woud" te Berlicum-een paar
kilometer verder - ruilverkaveling voor een geheel
ander blok van 305 H.A. De C.C.C., wier taak
op dit punt is na te zien of de eigenaars terecht
ruilverkaveling aanvragen, liet ook deze aanvrage
liggen. In plaats daarvan hebben de heren eigen
machtig een nieuw blok ontworpen dat van de
eerste aanvraag 950 en van de tweede 275 H.A.
bevat, doch hieraan 1475 H.A. toevoegt waarvoor
geen enkele eigenaar ooit ruilverkaveling aanvroeg.
Deze onwettige toevoeging (want een „grens
wijziging" kan het niet genoemd worden) bevat de
landschappelijk zeer belangrijke streek „het hoge
Broek", een aaneengesloten gebied dat bij ruil
verkaveling geen enkel agrarisch voordeel maar
zeer grote schade aan het natuurschoon te ver
wachten heeft. De landgoederen van het hoge
Broek zijn voor iedere natuurliefhebber toeganke
lijk die a raison van twee rijksdaalders lid is van de
stichting „Het Brabants Landschap", doch op de
slingerende rijk begroeide zandwegen kan het
massatoerisme per bus, auto, scooter en bromfiets
zich niet ontwikkelen. Door deze bezittingen in de
ruilverkaveling te betrekken - in strijd met het
agrarische zowel als het natuurbeschermings-
belang - heeft de C.C.C. echter een middel om
het gebied open te breken met verharde wegen ten
bate van de horde der z.g. „bosvarkens". De poli
tieke drijverij ligt er duimendik op.
Is het ruilverkavelingsplan Bossche Broek reeds in
strijd met de wettelijke procedure ondernomen en
tot stand gekomen, zowel in de werkwijze als in de
begrenzing, nog veel sterker is het verhaal van de
methoden die zijn toegepast om het te doen aan
nemen. Aan een stemming hoort een betrouwbare
lijst van stemgerechtigden ten grondslag te liggen.
Hoe de voor oproeping gebruikte lijst tot stand
kwam begrijpt geen mens, maar het staat vast dat
de lijst vele - naar schatting honderden - namen
méér bevatte dan er wettelijk stemgerechtigde
eigenaren waren, dat sommige eigenaren twee of
zelfs driemaal op de lijst stonden, dat anderen
ontbraken, dat weer anderen er ten onrechte op
voorkwamen. Kortom, er deugde niets van, maar
wel was het effect dat alle vergissingen het aantal
voorstemmers deden stijgen. Op grond van deze
lijst werden de oproepen verzonden - aangetekend,
maar veelal onjuist geadresseerd. Het gevolg? Elke
onbestelbare omroep betekende een wegblijver en
dus een voorstemmer! Toen hierop ter Provinciale
Griffie aanmerking werd gemaakt, was het ant
woord dat dit niet terzake deed omdat de aldus
gedupeerde eigenaren toch geen mogelijkheid van
beroep hadden. M.a.w. machtsmisbruik hindert
78
In hei Hoge Broek:
de Dommel
bij de hoeve Oud Herlaer,
bedreigd door normalisering
en ruilverkaveling.