nevens de nog bewaard gebleven bebouwing van vóór
ca. 1850, uiterst belangrijke elementen, en de ont
wikkeling van het vreemdelingenverkeer wijst uit dat
zij steeds belangrijker zullen worden. Door overijlde
plannen, die radicaal lijken maar in feite op een reeds
lang door de feiten achterhaalde gedachtengang
steunen zoals dit jaar in Dordrecht en Alkmaar aan
de orde zijn, wordt met veel vertoon van doortastend
heid een weg ingeslagen waarvan men bijvoorbaat
weten kan dat het doel niet bereikt wordt, en men voor
véél geld een kat in de zak koopt. Dat zijn nuchtere, op
alom zichtbare situaties gebaseerde overwegingen. De
ontwerpers van het Lijnbaancomplex in Rotterdam
hebben een voetgangerswijk geschapen, niet om enig
oud stedeschoon te redden, maar omdat het praktisch
en efficiënt is. Men komt er graag, zoals in de Amster
damse Kalverstraat.
Mogen de Alkmaarse stadsbestuurders, die binnenkort
hun oordeel moeten uitspreken over een plan om vrij
wel alle grachten van hun stad te dempen, hun stad
behoeden voor het lot een aaneenschakeling van
Amsterdamse Spuistraten, Haagse Prinsengrachten en
Leidse Levendalen te worden! Dat is niet slechts een
aanslag op de schoonheid en het karakter, het is daar
enboven een bijzonder onzakelijke onderneming.
G. B.