Het Herostratus-complex 72 De arme koning Oedipus die onwetend zijn vader dood sloeg en zijn moeder huwde gaat tegenwoordig bij iedereen over de tong die wel eens een krantenartikel over Freud las. Het Oedipus-complex heeft de studeer kamers der psychiaters reeds lang verlaten en deed zijn intrede in het gangbare vocabulaire. Nu is er een vorm van geestelijke gestoordheid in onze samenleving waar tegen Heemschut onophoudelijk ten strijde moet trekken. Wij zouden hiervoor de naam Herostratus-complex willen voorstellen. Herostratus leefde22 eeuwen geleden, in Efese. Hij werd verteerd door het verlangen zijn naam opgenomen te weten in de rij der beroemde mannen en onsterfelijk te zijn als Homerus of Perikles. Doch Herostratus was onder een ongelukkig gesternte geboren; hij kon niets bijzonders, hij telde niet mee. Om zijn doel toch te bereiken stak hij de befaamde Diana tempel van Efese in brand en, inderdaad, zijn toeleg slaagde: nog steeds kennen wij de naam van Herostratus van Efese, de brandstichter uit onbevredigde ijdelheid. Hoe vaak zien wij niet in een overigens nog gaaf stads beeld, waaraan vele eeuwen het hunne bijdroegen en dat toch een eenheid vormt van gevoelige verhoudingen, speelse vormen, en op elkaar afgestemde kleuren, plotse ling een gevaarte verrijzen dat in elk opzicht bot en grof tegen deze harmonie ingaat. Waarom? In de gevel- wanden van de Amsterdamse grachten valt een huis van Philips of Justus Vingboons, van Dorsman of Hendrick de Keyser altijd op als een bijzonder accent in een prachtig ensemble. Maar als voor dergelijke hoogte punten de voorwaarden niet meer aanwezig zijn, en men de innerlijke beschaving mist iets goeds te willen maken dat zich bescheiden in de rij voegt, dan gaat het Herostratus-complex de geesten benevelen. Het is altijd nog mogelijk op te vallen door de fragiele harmonie stuk te breken. De Alkmaarse binnenstad is ondanks alle verwaar lozing nog bijzonder aantrekkelijk. Nieuw den Helder is, heel zacht gezegd, niet de meest geslaagde na oorlogse stadsuitbreiding. Het was de stedebouw- kundige van Nieuw den Helder die het plan ontwierp de historische schoonheid van Alkmaar met één slag te vernielen B. Dat het dempen van grachten in Heemschut kringen niet bepaald toegejuicht wordt, kan nauwelijks een geheim heten. Men is er, kort en goed, tégen. Ook de redenen zijn bekend genoeg.' Niemand heeft het beter onder woorden gebracht dan Jan Veth in zijn beroemde brochure „Stedenschennis", ruim een halve eeuw geleden geschreven tegen het plan de Amsterdamse Reguliersgracht te dempen ten bate van de paardentram. Veth's geschrift is het betoog van een kunstenaar die de schoonheid der Nederlandse steden liefhad. Hij zag, eerder en scherper dan vele anderen, welk een wezenlijk en onmisbaar element deze water banen vormen in de fijn afgewogen verhoudingen van onze oude steden. Hij wist dat een gedempte gracht even lelijk als een behoorlijk onderhouden gracht mooi is in het stadsbeeld, omdat de door demping verkregen straat altijd te breed is ten opzichte van de bestaande bebouwing en steeds in een wanverhouding staat tot de zijstraten. Doch dit zijn, zoals gezegd, overwegingen van een kunstenaar die verstaan worden door hen die min of meer gevoelig zijn voor schoonheid en karakter. Hun aantal is groter dan men wel eens doet voor komen. Ook de buitenlandse toeristen, wier bezoek ons land thans vele miljoenen per jaar oplevert, horen daarbij - in tegenstelling tot onze dempgrage land genoten. Deze omstandigheid maakt een gesprek tussen vóór en tegenstanders van demping der stadsgrachten bijzonder moeilijk. De één bewondert iets wat de andere blijk baar ontgaat, de één probeert iets in stand te houden waarvan de ander de waarde niet ziet, of in al geval niet belangrijk acht. Maar waarom wil hij deze voor hem onzichtbare schoonheid dan vernielen Wat zijn eigenlijk zijn argumenten om de stadsgrachten te doen verdwijnen Onze dempgrage landgenoot voelt zich een nuchtere, heldere man van de praktijk, iemand die niet aan artis tieke fantasieën doet doch de dingen zakelijk bekijkt. Hij beseft niet dat hij de dupe is van zeer lichtvaardige illusies en oppervlakkige drogredenen. Nog altijd, na driekwart eeuw trieste ervaring, hoopt hij op materiële vooruitgang als een gracht die organisch deel uitmaakte van de stedelijke structuur, verandert in een saaie straat. Vooruitgang; dat wil in de eerste plaats zeggen: waardevermeerdering der aangrenzen de bebouwing. Leert men het dan nooit? Een der eerste grachten die in Amsterdam aan de dempingsrage ten offer viel was de N. Z. Achterburgwal. Een tweede Kalverstraat zou het worden, zeiden de dempers, een drukke, levendige winkelstraat, waar elk huisje een goudmijn betekende. Het resultaat was de Spui straat, een volgeparkeerde onaantrekkelijke achter straat. Er kwamen wèl krotten, en wat grote kantoor gebouwen, maar geen winkels. De waardevermeerde ring is wel te vinden langs de Heeren- en de Keizers gracht, waar het nog steeds een vreugde is rond te kijken, ook in enkele gezellige dwarsstegen die in de loop liggen, maar niet in de Spuistraat waar niemand komt die er niet bepaald móet zijn. Vooruitgang Noem

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 10