proef in voorbereiding de z.g. culturele kaart voor een eerste provincie. Daarop zullen allerlei ob jecten van cultureel belang, o.m. de belangrijkste monumenten aangegeven zijn. Een Ken-Uw-eigen-land-actie wilde de Staats secretaris gaarne in overweging nemen, hij meende dat dit uitmuntend kan zijn ten behoeve van het geen mevrouw Schouwenaar en hijzelf zo gaarne voorstaan ten aanzien der monumenten. Dit onderdeel van de Rijksbegroting werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Laten wij ver trouwen dat dit gesprek in de Eerste Kamer tot betere vooruitzichten zal leiden voor de monu mentenzorg en het niet zijglas... plas... was. Rijkscommissie voor de monumentenverzorging Uit het jaarverslag over 1956 van deze Commisssie blijkt, dat 120 restauraties in 78 gemeenten van ons land in het verslagjaar gereed kwamen. Daar naast werd ingestemd in sloopvergunningen voor 35 panden w.o. 2.kerken (wegens oorlogsschade), in 25 gemeenten. Daaronder waren 6 panden, waarvoor de Minister toestemming verleende tot afbraak in afwijking van het advies van de com missie. Dit betrof in Amsterdam: Wijde Lombard- steeg 5, Nes 70-72 en 78, te Harlingen: Schritsen 32 en te Schiedam: Lange Nieuwstraat 195. Succesvol o.m. voor de actie van de Bond Heemschut is de mededeling dat een kunsthistorisch en technisch rapport van de Commissie tot de overtuiging heeft gebracht, dat ,,de Moriaan" te 's-Hertogenbosch een uiterlijk sterk vervallen, maar inwendig zeer interessant en kunsthistorisch belangrijk voorbeeld van middeleeuwse stadswoonhuisbouw is, zodat behoud en restauratie hoogst wenselijk moet wor den geacht. Dit had onze Bond ook betuigd, toen afbraak dreigde. Voor het stichten van een gewestelijk boerderijen reservaat in Drente is de commissie geporteerd. Bij voorkeur moeten afzonderlijke of kleine groepen waardevolle boerderijen ter plaatse behouden blijven. De kosten voor het overbrengen van een boerderij bedragen bijna het dubbele van een res tauratie ter plaatse. Zij meent dat tot overbrengen slechts zou moeten overgegaan, wanneer het niet mogelijk zou blijken een of meer der eerder ge noemde natuurlijke centra te behouden. In verband met de hoge kosten, welke aan de con servering van de drie centra Oud-Aalden, Orvelte en Oud-Schoonebeek zullen zijn verbonden, acht de commissie het aanbevelenswaardig, dat hier voor een afzonderlijk subsidiebedrag van het ministerie wordt uitgetrokken. Opmerkelijke verontrusting De Rijkscommissie voor de Bescherming van Mo numenten tegen Oorlogsgevaren geeft in haar jaar verslag over 1956 blijk van een gevoel van onbe hagen dat grote aandacht verdient. Zij zegt: „Reeds in haar verslag over 1954 heeft de com missie uiting gegeven aan haar grote ongerustheid omtrent de gang van zaken met betrekking tot de bescherming van monumenten tegen oorlogsge varen. Deze mening is toen vastgelegd in vijf punten, waarvan de inhoud in het kort de volgende is: 1. In een groot aantal belangrijke kerken en torens moeten sprinkler-installaties worden aan gebracht. 2. Verpakkingsmateriaal voor het transporteren en opbergen van de Goudse glazen kan wegens gebrek aan de nodige geldmiddelen nog niet worden aangeschaft. 3. Gelden om drie voormalige bunkers gereed te maken voor het opbergen van kunstschatten zijn niet aanwezig. 4. Een beslissing in de kwestie van de beëindiging van het bruikleen door de gemeente Amsterdam van een der bunkers in Zandvoort is in het be lang van de veiligheid der belangrijkste Neder landse kunstschatten dringend noodzakelijk. 5. De voorstellen van de commissie om aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg kredieten te verlenen zijn zonder resultaat gebleven. Sedertdien is ten aanzien van de 2 tot en met 5 ge noemde punten niets ten goede veranderd. Alleen t.a.v. punt 1 bestaat de verwachting, dat een krediet zal worden verleend. De gebeurtenissen in het najaar van 1956 hebben duidelijk aangetoond, dat met het uitbreken van een oorlog waarbij ook ons land zou kunnen wor den betrokken, helaas wel degelijk rekening moet worden gehouden. De commissie acht een langer voortbestaan van deze toestand onverantwoord en dringt nogmaals er op aan, dat thans op korte ter mijn in de loop der jaren voorgestelde maatregelen worden genomen en de gevraagde kredieten wor den beschikbaar gesteld." Men kan dit verslag slechts in stijgende verwonde ring lezen ën zich afvragen of deze gezapigheid maar rustig moet voortduren. Dit verslag tekent opnieuw schril.de zorg waarin onze monumenten zich.bevinden. 38

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 7