JAARVERSLAG VAN DE CENTRALE COMMISSIE STAD EN DORP 1957-1958
In het begin van het verslagjaar was de samen
stelling van de commissie als volgt: J. R. Koning,
voorzitter; K. Boonenburg, secretaris; Prof. Dr.
M. D. Ozinga, waarnemend voorzitter; J. L. H.
A. Antoni; C. Boschma; O. van der Gronden;
Ir. F. Ottevangers; Dr. Win. Roukens; C. W.
Royaards; Ir. F. H. Warnaais.
In de loop van het verslagjaar traden tot de com
missie toe: Mr. A. F. Leemans te Warmond; en
Dr. M. P. van der Linden te Amsterdam, de
laatste ter vervulling van de vacature-Mieras.
Ontslag werd verleend aan de secretaris en aan
de heer Roukens, die beiden wegens drukke werk
zaamheden niet meer aan het werk van de com
missie konden deelnemen.
In het afgelopen jaar werd niet vergaderd, dit ten
gevolge van een ernstige ziekte van de voorzitter
en het aftreden van de secretaris aan wie op
15 september 1957 ontslag verleend weid.
Van het bulletin verscheen het nummer 6 in juli
1957; hierin waren opgenomen de antwoorden
van de commissies Noordholland en Utrecht; op
de vragen met betrekking tot de z.g. „richtlijnen",
benevens het jaarverslag van de centrale commis
sie over het jaar 1956-1957; in november 1957
verscheen nr. 7, met de jaarverslagen van de
provinciale commissies.
De commissies Zuid-Holland en Overijssel bericht
ten dat zij niet in staat waren de vragen tot de
z.g. „Richtlijnen" op adequate wijze te beant
woorden. Zij werden daarom door het hoofd
bestuur van deze taak ontheven.
De bestudering van het boerderijenvraagstuk is
thans door het dagelijkse bestuur van de Bond
ter hand genomen.
In juli 1957 voerde de voorzitter besprekingen te
Joure om aldaar de jaarlijkse bijeenkomst van de
Provinciale commissies met. de centrale commissie
te doen samenvallen met de tentoonstelling van
het heemkundig werkverband Haskerland. Deze
opzet was helaas niet meer te verwezenlijken.
De tentoonstelling vond evenwel toch doorgang
en werd gecombineerd met een speciale vergade
ring van het algemene bestuur en de commissie
Friesland.
De voorzitter van de Groningse commissie, Prof,
Lindeboom, overleed tot ons diep leedwezen.
De commissie besteedde aandacht aan de dem
pingsplannen voor de Westerhaven te Groningen,
welke thans voorlopig van de baan zijn. De dem
pingsplannen te Leek zullen slechts een beperkte
afstand van het Hoofddiep betreffen.
In Friesland aanvaardde Mr. B. Ph. Baron van
Harinxma thoe Slooten in juli 1957 het voor
zitterschap van de commissie.
De commissie hield zich o.a. bezig met het uit
breidingsplan van de gemeente Opsterland, met
de dempingsplannen van de Kleine Sluis te Har-
lingen en met de Kolk in Joure.
In oktober had te Joure een gecombineerde ver
gadering plaats van de commissie met het alge
mene bestuur, na afloop waarvan de heemkunde-
tentoonstelling geopend werd, ingericht door het
Heemkundig Werkverband Haskerland.
Aangezien de commissie Drenthe geen alarmeren
de geruchten bereikten, kwam zij niet in vergade
ring bijeen. Twee leden werd om advies verzocht
ten aanzien van het behoud van een huis in de
gemeente De Wijk.
De heer C. de Heer te Deventer trad af als lid
van de commissie Overijssel. Deze commissie
hield zich vooral bezig met de documentatie van
oude landelijke bouwkunst en benoemde daartoe
een werkcommissie, bestaande uit de heren Jans,
Knuttel en Maaskant.
In jan. 1958 werd door het dagelijks bestuur de
nieuwe commissie Gelderland geïnstalleerd, die
haar werkzaamheden begon onder voorzitterschap
van Mr. A. P. van Schilfgaarde. Secretaris is Ir.
J. Th. Bijleveld.
De commissie Utrecht bracht advies uit over de
buitenplaats Doornburgh, de demping van de
Bijleveld in Kockengen, het uitbreidingsplan van
Loenersloot en ten aanzien van stedebouwkundige
vraagstukken in Maarssen. Voorts werd aandacht
besteed aan de nieuwe bebouwing aan het Broeder
plein te Soest en aan het Tolhuisje in de Bilt.
Ter zake van het Tolhuisje werd door het dage
lijkse bestuur een brief geschreven aan burgemees
ter en wethouders van de Bilt.
De commissie organiseerde een geanimeerde
zomerexcursie naar kastelen aan de Langbroekse
Wetering. Een excursie in de zomer 1958 is in
voorbereiding.
In Noordholland trad Mr. J. W. Groesbeek om
gezondheidsredenen af als lid van de commissie.
De commissie adviseerde ten aanzien van het
uitbreidingsplan van Broek in Waterland, de
bouwplannen voor de Bollenbeurs te Haarlem,
het Oude Slot te Heemstede en het park van
Kasteel Nederhorst.
De excursie in 1957 naar Westfriesland was weder
om een groot succes. Een excursie in mei 1958 is
in voorbereiding.
Tot de commissie Zuid-Holland trad toe mejuf
frouw Noë, lid van het Algemeen Bestuur.
48