op de weg van de Bond Heemschut, om de midde len aan te geven, met welke betere verhoudingen kunnen worden bereikt. Zij betreffen trouwens niet het werk van de Bond Heemschut alleen. De middelen zullen liggen op organisatorisch en vooral staatsrechtelijk gebied, en zij zullen, wil een be vredigende regeling bereikt worden, ingrijpend moeten zijn. Ik mag ook niet onbesproken laten onze teleurstelling over het geringe aantal stede bouwkundigen, die capabel moeten worden geacht de problemen van sanering, restauratie en die van het verkeer en parkeren in oude stads- en dorps kernen bevredigend op te lossen. Hier wreken zich de tekortkomingen in de opleiding, waar kennelijk de waarde en betekenis van karakter en schoonheid der dorps- en stadskernen grandioos onderschat worden en het eigen kunnen met betrekking tot het nieuwe bouwen daarin even grandioos over schat. Enige eerbied voor het goede werk hunner voor gangers, daar waar hedendaagse bouwers in stads en dorpscentra werken, zou deze bouwers sieren en het karakter van deze kernen in schoonheid doen behouden. Niemand behoeft deze uitspraak klak keloos te aanvaarden, maar ongelovigen en twijfe laars worden vriendelijk uitgenodigd met open oog en gezond kritische zin om zich heen te kijken. Misschien krijgen zij dan waardering voor onze richtsnoer: afblijven van oude schoonheid, zolang men niet in staat is nieuwe schoonheid te scheppen. Het doen eerbiedigen van dit standpunt is geheel de taak der overheid. Leden Ook op ons ledental heeft de bestedingsbeperking haar invloed uitgeoefend. Enige tientallen leden zegden hierdoor hun lidmaatschap op. Dank zij de omstandigheid, dat enige honderden nieuwe leden toetraden, toont het eindcijfer een voortgaande groei van ons ledental, zoals dat zich sedert ruim tien jaren ontwikkelt. Het getal der gewone leden (verenigingen en gemeenten) bleef stationair op 205, dat der donateurs nam toe van 101 tot 102, dat der buitengewone, of individuele leden, nam toe van 1703 tot 1880. Op aandrang uit de ledenvergadering is over gegaan tot contributieverhoging met dien ver stande, dat zij, die voor 1 september 1957 reeds lid waren, het recht behouden hun toen geldende jaar lijkse bijdrage te handhaven. Bestuur De samenstelling van het Dagelijks Bestuur bleef onveranderd. Met vreugde werd ons, in anciënni teit oudste, bestuurslid de heer J. R. Koning, na langdurige en ernstige ziekte begroet, een vreugd waarin onze leden ongetwijfeld zullen delen. In het Algemeen Bestuur werd mr. S. J. Fockema Andreae herkozen en de dames mejuffrouw mr. A. P. Schilthuis en mevr. mr. J. M. Stoffels-Van Haaften en de heer Th. D. J. M. Koersen gekozen. Het Dagelijkse Bestuur kwam naar behoefte ten minste eens per maand bijeen, benevens enige malen tezamen met de besturen van de vijf samen werkende verenigingen te Amsterdam. Het Algemeen Bestuur kwam op 4 oktober 1957 te Joure bijeen, ter bespreking met de provinciale commissie Stad en Dorp in Friesland en ter opening van de tentoonstelling „Heemkundig Werkverband Haskerland" te Joure door Voorzitter Baron Bentinck. Op 18 december 1957 en op 28 maart 1958 kwamen de leden van het Algemene Bestuur ter vergadering in Amsterdam bijeen. Het bestuurslid architect C. W. Schaling nam namens de Bond Heemschut zitting in de Stede- bouwkundige Raad van Amsterdam. Commissies De Centrale Commisise Stad en Dorp was door ziekte van haar voorzitter de heer Koning en het uittreden van haar secretaris de heer Boonenburg zeer gehandicapt. Zij brengt in deze vergadering afzonderlijk verslag uit. Niet genoeg kan gewezen worden op de betekenis van onze elf provinciale commissies, wier adviezen voor het succesvolle werk van onze Bond waardevol en onmisbaar zijn. Met voldoening wordt dan ook de oprichting van een Gelderse Commissie Stad en Dorp vermeld. Bureau De bezetting van ons bureau gaf zorgen. De ad ministrateur de heer Boschma zag zich in verband met zijn studie genoodzaakt zijn aandeel in het werk aanzienlijk te beperken. Dit heeft een ver zwaring van de taak van de secretaris ten gevolge gehad, waarvoor spoedig een oplossing zal moeten worden gevonden. Het heemschutwerk heeft een dergelijke omvang genomen, dat de leiding voor een enkel bestuurslid als vrije-tijdbezigheid naast zijn normale werk niet meer te vervullen is zonder een volledig bemand bui eau. Als secretaresse met een volle dagtaak werd aan gesteld mevrouw C. H. G. Bastiaanse-Hollebrands, met ingang van 26 januari 1958. Mevrouw W. J. Ledeboer en mejuffrouw M.M. Melchers bleven ons in het verslagjaar bij het secretariaatswerk en de ledenwervnig met haar hulp verplichten. De heer O. J. Wiering zijn wij 42

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 11