om subsidie van f 500.000.niet tot uitvoering
kon komen, moge blijken uit het feit, dat de restau
ratiekosten van eenige huizen in het jaar 1956
alleen reeds ruim f 280.000.bedroegen en nog
steeds is de achterstand zeer groot. Nu tengevolge
der bestedingsbeperking de begrooting van het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zoodanig is beknot, dat op dit oogenblik
geen subsidies meer kunnen worden toegezegd
anders dan met de toevoeging „betaling in later
jaren", waarbij zelfs thans 1962 wordt genoemd, is
de Vereeniging wel zeer sterk in haar activiteit ge
remd. Zonder subsidies kunnen bij het huidige
prijspeil en loonpeil geen restauraties worden uit
gevoerd en met zorg wordt dan ook nagegaan hoe
kan worden voorkomen, dat panden als het Aals
meerder Veerhuis, Sloterkade 21 22 te Amsterdam,
het Voormalig Raadhuis te Nieuwkoop, en Huize
van Brienen, Heerengracht 284 te Amsterdam, die
alle zijn gestut, verloren gaan. Deze angst is
helaas niet denkbeeldig, wanneer men eenerzijds
de toestand dezer huizen ziet en anderzijds weet,
dat de kosten dezer drie restauraties tezamen op
circa f 450.000.zijn begroot.
Alle hoeders van onze Nederlandsche monumenten
zullen het eens zijn met de opvatting, dat de be
dragen, die telken j are op de Rijksbegrooting wor
den geplaatst voor monumentenzorg hoe aanzien
lijk ook, toch veel te gering zijn. Waren deze be
dragen reeds zóó gering in tijden, die „tijdperk van
welvaart" worden genoemd, dat steeds bedragen
voor komende jaren moesten worden aangesproken,
thans nu een bezuiniging, tegenwoordig bestedings
beperking genoemd, wordt toegepast, kan dit niet
meer en moet de activiteit sterk worden ingeperkt.
Daardoor moet worden gevreesd, dat belangrijke
monumenten niet zullen kunnen worden gered en
dus verloren zullen gaan. Zal het nageslacht het
zelfde vernietigende oordeel over ons geslacht
vellen als wij doen over hen, die leefden in de vorige
eeuw? Toen werden vele monumenten afgebroken
en vervangen door bouwwerken, die ons thans met
afgrijzen vervullen. Elk geslacht is op zijn beurt
tijdelijk beheerder van hetgeen voorgeslachten
achterlieten en heeft de plicht dit cultuurbezit te
behouden en door te geven aan de komende ge-
neratie's. Zal het huidige geslacht deze plicht be
grijpen en vervullen? Dit zal niet eenvoudig zijn,
maar als allen, die begrip hebben voor deze plicht,
hun best doen dan moet en zal toch uiteindelijk
„alles reg kom"!
Is dan toch de titel van dit artikel juist? Dat de
Vereeniging geen geld heeft, blijkt uit haar jaar
lij ksche balansen, maar is zij dan toch rijk Om dit:
gedocumenteerd te kunnen beantwoorden, zou een
taxatie van al haar bezittingen moeten worden ge
maakt. Echter meen ik toch wel eenig houvast te
hebben aan de opbrengsten van veilingen in de
laatste jaren. Dan ziet men, dat huizen op de
Heerengracht te Amsterdam, minder groot dan
ons eigendom numero 476, opbrengsten gaven van
vele malen honderdduizend gulden. De waarde
van dit eene huis zal niet ver zijn verwijderd van
het totaal der obligatieleeningen.
De bruto opbrengst der huren bedroeg in 1956
ruim f 92.000.een balanswaarde op basis van
10% zou een bedrag van f 920.000.voor het
huizenbezit niet overdreven doen achten, deze is
echter f 664.000.of f 216.000.lager.
Ik wil dit artikel niet beëindigen zonder een beroep
te doen op allen, die ons kunnen steunen, ons deze
steun niet te onthouden. Steeds vonden wij bij de
autoriteiten een gewillig oor, maar hun budget is
onvoldoende, daarom moet hun rol worden over
genomen door anderen en dan denk ik aan parti
culieren en maatschappijen, De eersten door lid te
worden, want nog te weinigen zijn lid, immers 835
leden is een veel te gering aantal voor onze over
het geheele land werkende Vereeniging. Op de
Directies van vennootschappen zij ook te dezer
plaatse een beroep gedaan om de Vereeniging te
steunen met giften en contributies. Moge het in
1956 gegeven voorbeeld van een jubileerende
maatschappij, die ons twee panden schonk, na
volging vinden! Moge deze roepstem gehoor vin
den, dan, maar dan alleen zal „Hendrick de
Keyser" haar taak kunnen volbrengen: het behoud
van architectonisch- of historisch belangrijke oude
gebouwen.
6
Amsterdam, Sloterkade 21-22,
wachtend op restauratie.
Foto C. P. Schaap