Jhr. A. van Lennep RIJK EN GEEN GELD1) Sedert hare oprichting op 3 Januari 1918 heeft ook de Vereeniging „Hendrick de Keyser" de conse quenties moeten verduren van het wereldgebeuren: financieele en economische crises brachten haar moeite en zorgen, de laatste wereldoorlog beroofde haar van eenige schoone en belangrijke bezittingen en de huidige bestedingsbeperking heeft voor haar gevolgen, welke nog niet geheel kunnen worden overzien. De financieele problemen beginnen pas bij het ver werven van een pand. Dan toch moet eerst worden nagegaan voor welk bedrag het op de balans kan worden gebracht, namelijk welke kostprijs rede lijkerwijs als rendabel kan worden aangenomen. Is de te betalen prijs hooger, dan moet het verschil door giften of subsidies bijeen worden gebracht. Het bedrag, waarvoor het pand op de balans wordt gebracht, moet worden gevonden door plaatsing van obligaties. Alvorens aan te koopen, wordt even eens een taxatie van de te verwachten restauratie kosten gemaakt, want het is een uitzondering, wanneer een door de Vereeniging verkregen huis, in een zoodanigen toestand verkeert, dat geen restauratie noodig is. Voor de restauratiekosten worden dan subsidies bij de Overheid (Rijk, pro vincie en gemeente) aangevraagd en het Bestuur moet beoordeelen of het dan resteerende deel dezer kosten gedragen kan worden door de Vereeniging. Deze bedragen moeten kunnen worden betaald uit het na betaling van alle kosten (exploitatiekosten, onkosten, interest obligatieleeningen) van de huren overblijvende excedent. De plaatsing der obligaties vindt alleen plaats voor de balans waarde der bezittingen, nimmer zijn zij voor kosten van restauraties uitgegeven. Reeds in de eerste jaren na de oprichting werden obligaties tot een totaal bedrag van f 500.000.geplaatst en dit verklaart, dat in de jaren 1918 en 1919 in totaal 24- panden werden verworven. In 1929 en 1930 werd twee maal een openbare inschrijving open gesteld op telkens f 100.000.obligaties en in 1928 en 1929 werden 17 panden aangekocht. De laatste jaren werd geen openbare emissie gehouden, doch bij aankoopen werden ondershands obligaties ge plaatst. De oorspronkelijke balanswaarde van de tot heden verworven huizen is f 911.199,61, waarop werd afgeschreven tot en met 1956 f 246.954,61, en in totaal werden obligaties ge plaatst tot een bedrag van f 884.000.waarop tot heden werd afgelost f 308.000. Dankbaar wordt hier melding gemaakt van be langrijke schenkingen en legaten in den loop der jaren verkregen, namelijk de panden Heeren gracht 284 en 476, Keizersgracht 387, Egelantiers straat 52 en Oude Zijds Achterburgwal 151 en 153 alle te Amsterdam. Deze giften zijn zooveel te meer welkom en voor de Vereeniging belangrijk, omdat zij naast een schoone vermeerdering van het bezit, een vergrooting van het jaarlijksche inkomen beteekenen. Zorgen heeft het Bestuur steeds gekend, maar deze werden altijd overwonnen of wel door de ontwikke ling der economie achterhaald. Ik denk hierbij aan de in vroegere jaren tot zorgen aanleiding gevende huurschade, thans, nu men wachtlijsten heeft van adspirant-huurders, een ongekend en vergeten phenomeen. Zorgen zijn er steeds geweest over de achterstand der restauraties. Vele besprekingen zijn telken jare met de Autoriteiten gevoerd over de hiervoor te verkrijgen subsidies. In 1938 had het Bestuur een onderhoud met den toenmaligen Minister-President, Dr H. Colijn. Toen was er in den lande een groote werkloosheid ook onder de bouwvakarbeiders en getracht werd om een Rijks subsidie van f 500.000.te verkrijgen, waarmede onze toenmalige restauratieachterstand geheel zou kunnen worden ingeloopen. Omdat restauraties in verhouding tot nieuwe bouwwerken minder mate rialen vragen en meer arbeidsintensief zijn, leek de mogelijkheid van verkrijging van het gevraagde bedrag niet uitgesloten in het raam van de toen malige werkloosheidsbestrijding. Helaas werd deze hoop niet verwerkelijkt en van Regeerings-wege werd aan het Bestuur het opstellen van een urgen tieplan gevraagd. Na eenige weken werd dit plan ingediend met als eindbedrag f 108.000.Toen ook dit niet uitvoerbaar werd geacht, kreeg de Vereeniging subsidie voor de restauratie van het Romerhuis te Venlo. Deze restauratie kwam vlak vóór den wereldoorlog gereed, het huis leed zware oorlogsschade en in 1949 kwam de tweede restau ratie gereed, waardoor thans dit gothische pand weder een schoon bezit is. Hoezeer te betreuren is, dat het verzoek van 1938 5 1) In de spelling van de schrijver.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1958 | | pagina 13