BOEKBESPREKING NIEUWE LEDEN 80 Recreatie te water", Publicatie Nr. 10 van de Rijks dienst voor het Nationale Plan, Uitgave Staatsdruk kerij- en Uitgeverijbedrijf, 's-Gravenhage, 1956. In zijn voorwoord tot deze publicatie schrijft Mr. J. Vink, Directeur van het Bureau van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, o.m. dat op het ogenblik het besef nog niet algemeen is, dat de enorme technisch- waterstaatkundige prestaties van deze tijd „aan ons land een aaneensluitend net van recreatieve wateren kunnen schenken van een rijkdom en een afwisseling, als nergens elders in West-Europa wordt geboden". Hij stelt, dat, om dit te bereiken, betrekkelijk geringe offers nodig zijn, en gaat voort: „Zij (deze offers) zullen trouwens, behalve in levensvreugde en arbeids kracht, ook rendement afwerpen in een verhoogde aantrekkelijkheid van ons land voor vreemdelingen verkeer". Nu ben ik het geheel met de inleiding, die zeer ter zake is, eens, en voor de publicatie zelf heb ik slechts, ook na zeer critische lezing, de allerhoogste lof. Doch de aangehaalde zinsnede heeft een m.i. vol komen overbodige toevoeging, die Heemschut's taak in het niet doet verdwijnen. Immers, ik zie voor mijn geestesoog joelende, zeilende, bruinbakkende Neder landers, die op recreatie uit zijn, met als resultaat meer levensvreugde en arbeidskracht, en anderzijds enkele stoeten vreemdelingen, die zich van al deze gezonde, doch oppervlakkige recreatie afwenden en als een bij zondere, cultuurminnende secte een open oog tonen voor „de verhoogde aantrekkelijkheid van ons land". In dit tableau komen de Nederlandse cultuurminnaars, strijders voor stads- en landschapsschoon in het geheel niet voor. Maar als ik de aandacht vraag voor deze uitstekende verhandeling, dan moet toch ook ergens blijken waar het contactpunt ligt tussen het boek en de heemschutgedachte Welnu, stel U gerust, er wordt wel degelijk aandacht gegeven aan de belangen van „het landschap"; het varen op zichzelf is niet genoeg, men wil toch ook graag genieten van de omgeving. Het landschap wordt als aesthetisch zeer kwetsbaar aangeduid, waarmede ieder het volledig eens zal zijn. Duidelijk blijkt de noodzaak tot een goed onderhoud van de oevers, een scherp waken tegen landschapsbederf door zomer huisjes en woonschepen, het belang van het behoud van molens en het aanbrengen van beplantingen. Als klassiek voorbeeld van een door zomerhuisjes „ont- eerd" landschap geldt de omgeving van het Kinsel- meer, als een wat duurder voorbeeld van landschappe lijk bederf de Leede te Warmond met zijn vaak mon strueuze en detonerende „Vergnügungsboote" en ver dere woonschepen. Tegenover bladzijde 90 vinden we een interessant overzicht van de watersport in de toekomst, met aan duiding van fraaie en/of historische steden en land schapsschoon. Hoofddoel van de publicatie is, de gehele recreatie te water in al haar facetten te omvatten en aan te tonen, dat deze factor in onze huidige samenleving een steeds belangrijker plaats gaat innemen, om vervolgens aan te geven op welke wijze vooral de overheid zou kunnen medewerken om vaak kostelijke mogelijkheden te be nutten tegen relatief kleine kosten. Maar eerst moet worden aangegeven wat er precies zou kunnen ge beuren, en wel door deskundigen! Dit nu is hier inder daad op een voorbeeldige wijze geschied. De gebruikte foto's zijn heel goed; het zeer omvangrijke kaartcn- materiaal, met vele details, is, om een modern woord te gebruiken, „fantastisch". K. Boonenburg Als gewoon lid traden toe: Katakomben Stichting, Valkenburg; Gemeentebe stuur, Roermond; Stichting Volkshogeschool Geer- lingshof, Valkenburg. Als buitengewoon lid traden toe: Abdij St. Benedictusberg, Vaals; Mr J. Belonje, Alkmaar; Dr J. P. de Bie, 's-Gravenhage; Dr G. Blom hert, 's-Gravenhage; J. G. W. Bolomey, 's-Gravenhagc; Mej. Gath. A. A. Bramlage, Wassenaar; Jhr Mr W. M. de Brauw, 's-Gravenhage; J. W. F. Bunge, Nijmegen; Mej. H. C. M. Burchartz, Amsterdam; Kol. G. J. van Buuren, 's-Gravenhage; N.V. Magazijn „De Bijen korf", 's-Gravenhage; Mr Dr L. N. Deckers, 's-Graven hage; Dr W. Drees, 's-Gravenhage; A. J. M. Duyzings, Rotterdam; J. A. G. Duyzings, Utrecht; Ir W. G. Engelen, Warnsveld; F. H. Fentener van Vlissingeri, Worth-Rheden; Drs. J. Fontein, Amsterdam; Dr J. W. Fuchs, 's-Gravenhage; D. H. P. Griebling, Amsterdam; Mr B. P. Baron van Harinxma thoe Slooten, Beetster- zwaag; Zr G. F. Hoppener, Roermond; Mr J. ter Horst, Oosterbeek; A. J. van Hulst, Abcoude; Ir L. B. Huygen, Maastricht; Ir H. K. Hylkema, 's-Graven- hage; Ir J. G. G. Jelles, Bloemendaal; N. Kortekaas, 's-Gravenhage; W. Kroner, 's-Gravenhage; Mr K. L. Langemeyer, Maastricht; Lerarenbibilotheek Bisschop pelijk College, Weert; L. B. M. Linders, Amsterdam; L. J. Linsen, Utrecht; H. van der Loo, Schiedam; Mensing Visser, 's-Gravenhage; J. van Meurs, Amsterdam; Mr C. H. Meyer, 's-Gravenhage; H. J. Michaèl, 's-Gravenhage; Senora E. Ortiz Echague- Smit, Argentinië; Dr F. J. P. Peeters, Venlo; N. M. Posch, Naarden; M. Remijnse, Maarssen; Dr A. L. G. Schmidt, Rotterdam; Ir G. C. M. Smits, Hulsberg (Lb.)Overste van de Psychiatrische Inrichting St. Servatius, Venray; A. H. Simonis, Sittard; A. L. H. Stahl, Meppel; Mevr. A. H. J. Stapper-Snitslaar, Amersfoort; A. M. Systring, Leeuwarden; Mevr. A. Veltman-Schroder, Amsterdam; T. Verhoek, Uit hoorn; W. H. Vinck, Weert; Mr A. F. Visser van IJzendoorn, 's-Gravenhage; J. Vogel, Zwijndrecht; P. C. J. Walraven, Baarn.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 24