tingen, waardoor voor het wegaspect schade
lijke objecten aan het gezicht kunnen worden
onttrokken.
Voorts dient aan het omplanten van industrie
complexen, tanks en gashouders, autobelten en
andere opslagplaatsen van oud-materiaal en
het op voldoende afstand van de wegen houden
van dergelijke objecten, veel meer zorg te wor
den besteed dan tot dusverre het geval is."
Teneinde het nog steeds voortwoekerende euvel
van reclameplaten in email uitgevoerd of als
papier geplakt tegen gevels van woningen, wanden
van schuren, transformatorgebouwtjes e.d. meer
doelmatig te kunnen bestrijden, werd in het
verslagjaar de hulp en medewerking van de con
suls van de A.N.W.B. ingeroepen. Hier werd ver
zocht de naleving van de provinciale en gemeente
lijke verordeningen op dit gebied te helpen bevor
deren, dan wel bepaalde ontsierende gevallen aan
onze commissie door te geven.
Ten slotte zou zij, ondanks het schijnbaar hope
loze van haar strijd tegen de miserabele ontsie
ring door telefoon- en laagspanningspalcn langs
vele landelijke wegen, haar jaarverslag willen be
ëindigen met de kreet: „Wèg met die palen";
gij instanties die het aangaat, doe iets voor de
schoonheid van Uw land!
De Secretaris van de W.I.L.
A. G. M. Boost
JAARVERSLAG VAN DE CENTRALE COMMISSIE STAD EN DORP 1956—1957
Samenstelling van de commissie:
J. R. Koning, voorzitter; K. Boonenburg, secre
taris; prof. dr. M. D. Ozinga, waarnemend voor
zitter; J. L. H. A. Antoni, Kol. b.d., C. Boschma,
O. van der Gronden, ir. F. Ottevangers, dr. Win.
Roukens, arch. C. W. Royaards en ir. F. H.
Warnaars.
De heer Boschma trad in november 1956 toe tot de
commissie, als opvolger van de heer Corneille
F. Janssen. De heer Antoni werd in maart 1957 in
de commissie benoemd. Een groot verlies leed de
commissie door het overlijden van de heer J. P.
Mieras, die door zijn lidmaatschap van de com
missie een band legde tussen de B.N.A. en Heem
schut. De heer Micras had dc gave weinig tc zeggen
en veel te doen; hij verstond als geen ander de
houding, die de architect tegenover het verleden
heeft in te nemen.
Vergaderingen
In het afgelopen verslagjaar vergaderde de Cen
trale Commissie Stad en Dorp op 25 september
1956 en op 26 maart 1957, beide malen in het
BNA-gebouw te Amsterdam. De jaarlijkse verga
dering van de Centrale Commissie met de ver
tegenwoordigers van de Provinciale Commissies,
ter gelegenheid waarvan deze hun jaarverslag uit
brengen en waar aktuele gevallen in bredere kring
besproken worden, vond ditmaal plaats te Tiel en
wel op 2 november 1956. Aan deze vergadering
was een excursie verbonden naar het zgn. Kom-
grondengebied in verband met dc boerderij enbouw
aldaar. Deze excursie stond onder leiding van
ir. L. J. A. de Jonge.
Bulletin
Het Bulletin verscheen vier maal, nl. in maart,
augustus en november (2 x) 1956. Onderwerpen
waren o.m.: de zgn. Richtlijnen, de Boerderijen-
dag van 18 mei 1956 in het Ned. Openluchtmuseum
te Arnhem, diverse Excursies, de Westfriese stolp
hoeve, de Jaarverslagen van dc onderscheidene
provinciale commissies en de Notulen van de ver
gadering van 2 november 1956 tc Tiel (zie hier
boven).
Richtlijnen
Nog niet alle provinciale commissies hebben ge
reageerd op de door de Centrale Commissie ge
redigeerde vragenlijst, welker beantwoording
moet dienen om te komen tot het opstellen van
voor ieder aanvaardbare richtlijnen voor het heem
schutwerk. Deze quaestie blijft bij voortduring de
aandacht houden.
Boerderijendagen
Na het grote succes van de op 18 mei 1956 gehou
den Boerderijendag werd de wenselijkheid ingezien
op dit thema door te gaan, doch indien mogelijk op
wat meer concrete wijze, opdat resultaten zich te
eerder zouden kunnen aftekenen. In het kader van
dit streven werden er voorbesprekingen gehouden
op 26 oktober 1956 te Utrecht (Provinciehuis), op
21 november 1956 te Amsterdam (Rijksmuseum)
en op 13 maart 1957 te Utrecht (Domhotcl). Op
deze laatste vergadering werd een belangrijk prae-
advies uitgebracht door Ir. G. J. A. Bouma. Er
wordt getracht om tot een bevattelijke brochure
over het onderwerp te komen.
63