artikel van ons medebestuurslid prof. Van Wisse- lingh over „De Esthetische Verzorging van onze Wegen", een artikel dat zelfs buiten de grenzen de aandacht trok. Ook in het verslagjaar kon weer één nummer van het orgaan gewijd worden aan een stad en wel het juni-nummer, dat in verband met het 30-jarig jubileum van ons lid Het Wijnhuis fonds geheel aan Zutphen was opgedragen. Onze groeiende schare leden zouden wij opnieuw willen aanmoedigen ons vooral hun .bijdragen, mededelingen en foto's niet te onthouden; van ont siering, zowel als van de bestaande en nieuwe schoonheid, zoals die zich allerwege in het land voordoet. De overweging, dat het orgaan een welhaast on misbare band met de leden vormt en de minimum contributie ontoereikend is om de kosten te dekken, noopte het bestuur de leden tot vrijwillige verho ging van hun jaarlijkse bijdragen op te wekken. Wij brengen dit gaarne onder de aandacht van die leden, die nog niet tot verhoging van hun contri butie besloten en de toezending van het orgaan wel op prijs stellen. Propaganda De beperktheid van onze middelen en daardoor ook onvoldoende bezetting van ons bureau nopen tot een ongewenste soberheid. Juist in deze tijd zou een krachtige actie, om op de noodzakelijkheid van waakzaamheid ten aanzien van de schoonheid van het land te wijzen, wenselijk zijn. Gelukkig vinden via ons orgaan verschillende waarschuwingen en mededelingen haar weg naar de grote en provin ciale pers. Daarnaast zijn tal van circulaires over diverse onderwerpen van het bureau uitgegaan. Naast twee projectielantarens staan ook lantaarn plaatjes en filmstroken inzake de heemschut van ons land beschikbaar voor hen, die daarover in leidingen willen houden. Een nieuw vouwblad, dat doel en streven van de Bond toelicht is in bewerking. Werkzaamheden Hier volge een beknopt overzicht van de werkzaam heden in dit verkorte verslagjaar. Dit zou niet mogen aanvangen zonder uiting te geven aan onze voldoening over de medewerking zowel van de zijde der provinciale commissies als van de in dividuele leden, telkens als wij meenden op hen een beroep te mogen doen. Dat zovele leden zich als correspondenten beschouwen is een eervol bewijs voor de overtuigingskracht van onze doelstelling. Uitbreidingsplannen De Raad der gemeente Voorschoten, die zich op het standpunt stelde, dat de landgoederen Duiven voorde en Ter Horst hun waarde en betekenis slechts kunnen handhaven in hun historisch en landschappelijk verantwoorde omgeving, stelde een herziening van het uitbreidingsplan in hoofd zaak vast, waarbij de bouw van kassen op de gron den grenzend aan deze buitens, werd verboden. Gedeputeerde Staten stonden voor een belangrijk deel van deze gronden alsnog bebouwing toe. De Bond Heemschut deelde het standpunt van de Raad van Voorschoten en maakte bezwaar tegen het besluit van G.S. van Zuid-Holland bij de Kroon. In de vergadering van de Raad van State, afd. voor de geschillen van Bestuur, werd de Bond Heemschut vertegenwoordigd door mr H. F. Aeyelts, die bepleitte, het beroep van de gemeente Voorschoten gegrond te verklaren. De Raad der gemeente Bloemendaal stelde een par tieel uitbreidingsplan in onderdelen „Duinwijck- weg" voorlopig vast. Dit uitbreidingsplan had ten doel de bouw van een aantal woningen in de naaste omgeving van de Duinwijckweg te Bloemendaal. Naar het oordeel van de Bond Heemschut strekt zich dit uitbreidingsplan uit over het terrein van de voormalige Hof van Aelbertsberghe. Het grafelijke kasteel Aelbrechtsberg, later genoemd 't Huys te Bloemendaal moet een stichting zijn van Graaf Floris II. Naar het oordeel van Heemschut behoort bij voorkeur op dergelijke historische grond geen bebouwing plaats te vinden, maar een park, met bijv. een eenvoudige steen welke vermeldt: „Hic, quondam Hollandiae curia". Gezien de geringe kennis welke omtrent de aanleg van onze grafelijke kastelen bestaat, zou een grondig archeologisch onderzoek hier op zijn plaats zijn. Na een beroep op de Minister van O.K. en W. werd een proef opgraving door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek toegezegd. Tegen het uitbreidingsplan van de gemeente Loe- nersloot werd bezwaar gemaakt. Gewezen werd op tal van onjuistheden, die de indruk wekten alsof de gegevens voor het ontwerp van dit plan niet meer van recente datum waren, waardoor geen rekening was gehouden met de werkelijke situatie op het ogenblik. Zo was o.m. ten onrechte „Geyn- zicht" op de detailtekening weggelaten en werd in de beschrijving „een verwaarloosd buitenplaatsje" genoemd. De Bond Heemschut richtte een adres tot de gemeenteraad. Hoewel zoals gebruikelijk, niet ontvankelijk verklaard, werd grotendeels met onze bezwaren, die gedeeld werden door de „Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk Plassengebied", rekening gehouden. 58

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 18