tot vermindering van de problemen van verkeer en parkeren, wier oplossing anders grote uitgaven zou vorderen. Ook de landelijke schoonheid, mede door 's men sen hand gevormd, had onze aandacht. Herhaal delijk maakten wij autoriteiten opmerkzaam op de schoonheid of historische waarde van een bepaald goed dat verloren dreigde te gaan. Wij menen hierdoor allereerst de plaatselijke bevolking en haar overheid te dienen, die toch het sterkst be trokken zijn bij en de dupe van de verarming van het stads- of landschappelijk schoon, van de verdwijning van dat wat juist de trots van de plaats zou kunnen uitmaken. Men mag er Heem schut echter nooit een verwijt van maken geen oplossing voor de bestemming of de exploitatie van een gebouw gegeven te hebben, zoals over de discussie over de sloping van het historische buiten Beekestein met zijn unieke tuin te Velsen, ge beurde. Wij hopen echter met Uw hulp en de morele steun van de tallozen in het land, die achter het streven van onze Bond staan, voort te gaan met het ver wezenlijken van onze doelstelling, zoals deze in de Statuten is omschreven: te waken voor de schoon heid van Nederland en het Nederlandse volk te overtuigen van de noodzakelijkheid mede te werken aan het behoud en de bescherming van de bestaande en het scheppen van nieuwe schoonheid. Hiermede verklaar ik de 46ste gewone algemene ledenvergadering voor geopend. 46STE JAARVERSLAG VAN DE SECRETARIS 1 SEPTEMBER 1956 1 JUNI 1957 Dit 46ste jaarverslag omvat, ingevolge het besluit tot splitsing van de jaarvergadering en excursie, een tijdvak van slechts negen maanden. Biologisch gezien een periode die blijde verwachtingen wekt. Voor Heemschut echter geeft dit korte jaar helaas geen reden tot vreugde. De economische welvaart van het land, welke ook voor Heemschut verheu gende perspectieven opende door krachtiger aan vatting van het herstel van onze monumenten, werd overschaduwd door de bestedingsbeperking. Hoe constructief een gezonde beperking van beste dingen ook zou kunnen zijn, zij dreigt thans, ten minste in de sector van de restauratiewerken, kata- strofaal te worden, overal waar de monumenten zorg niet langer wordt beschouwd als een nood zakelijk herstel en gezond maken van waardevolle panden, doch als een luxe, die men zich alleen in perioden van welvaart kan veroorloven. Dat dit laatste standpunt nog steeds niet overwonnen is, wordt door ons en onze geestverwanten als één der bedroevendste ervaringen van de na-oorlogse tijd beschouwd. Onze monumenten bepalen voor een goed deel het gezicht en het karakter van de Nederlandse steden en dorpen. Dat karakter is niet alleen sterk, door de tijd gelouterd, maar ook bijzonder mooi. De moderne bouwerij is helaas te zelden nog in staat gebleken die oude schoonheid in de oude dorps- en stadskernen op grote schaal te vervangen of te verbeteren. Herstel van de bestaande toestand en geschikt maken voor hedendaags gebruik is al leen uit hoofde daarvan dus al aangewezen. De economische betekenis van restauratie naast het esthetische genot wordt nog steeds onder schat. Schuchter worden hier en daar wel betere inzichten kenbaar, als het toerisme, de vreemde- lingentrek, de kunstzinnige vorming, historisch be wustzijn of het menselijk geluk in het geding komen. Zolang echter de materiële winst van een zaken- pand in een uit de toon vallende stenen blokken doos zich tot op een cent nauwkeurig in klinkende munt laat berekenen en zolang de materiële winst van een rij eerzaam bewoonde, esthetisch aantrek kelijke grachtenhuizen zie h aan deze kille beoor deling onttrekt, omdat hiei bij ongrijpbare factoren een rol spelen, zolang zal het monument de asse poes blijven. Maar het zijn die ongrijpbare factoren, die dat accent bezitten, die de daarvoor gevoelige voorbij ganger doen stilstaan en bewonderend" op-kijken, die hem doen waarderen en onderkennen. Het is dat wat hem drijft tot menigvuldig reizen. Het is datzelfde wat zovclen doet verlangen om deze huizen te bewonen, het is ook dat wat hun die voldoening en dat geluk geeft, wat van zo grote betekenis is in 's mensen levensgang, maar zich gelukkig zo slecht laat vangen in de enge vormen van munten en bankbiljetten. Dat hier een groot sociaal én economisch belang in schuil gaat is onmiskenbaar. De overheid, die in onze zo gecompliceerde en materieel toegespitste wereld de moeilijke taak heeft leiding te geven, zou de eerste moeten zijn, om dit te onderkennen en bevorderen, en de laatste 56

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1957 | | pagina 16