van het Adamans- of Adman huis, of welAgheten-
klooster. Het ligt om een grote binnenhof maarver-
toont in al zijn verval en al zijn verscheidenheid nog
een duidelijke eenheid al zou het alleen maar zijn in
de (slechts eenmaal wreed onderbroken) noklijnen.
Met zijn toegangspoort in het Rijkenhage en zijn
resten van refter en kapel in het Oudewand, ver
dient het nog gered te worden; maar het schijnt wel
net nog op tijd te zijn, als het nog op tijd zal zijn.
Wat zal hier nodig zijn om het goede resultaat te
verkrijgen? Naast gelegenheid tot aankoop de
kosten daarvoor; naast een juiste bestemming een
verantwoord eigenaar-exploitant, en het juiste
restauratieplan plus de kosten ach ja, altijd die
kosten.
De huidige staat roept niet maar schreeuwt om
voorziening. Auto's met aardappelen horen niet
in een gewezen kapel binnen te rijden en brand
stof hoeft niet tussen gotische vensternissen te
liggen.
Dan zijn er wensen ten opzichte van nog goede
huizen die later voorzien zijn van wijzigingen die
spotten met de verdere verbouwingen.
En de uitgesproken lelijke gevels die gebouwd zijn
naast of vlak bij bepaald mooie huizen, en die zulk
een huis of een hele groep omlaag halen. Hier
richt zich de wens op het doorbreken van het in
zicht ook en vooral bij de Overheid, dat voorzie
ning hiertegen evenzeer steun behoeft - en dus
subsidie waard is - als de restauratic van een
mooi oud gebouw zelf.
Dat zal dan zijn tegen de tijd, dat de restauraties
ongeveer achter de rug liggen: voor een stadje als
Zutphen zal dat bij hard werken over niet zo héél
lange tijd zijn.
Welnu, dan zal het de taak van Overheid en Wijn
huisfonds zijn om aan de eigenaren van die sto
rende en ontsierende gevels de nodige steun (ook
geldelijke steun) te verlenen om die gevels met
behoud van hun nuttige zakelijke functie te ver
bouwen tot gevels die niet langer storend werken,
maar zo veel mogelijk de schoonheid in hun buurt
verhogen, mocht het zijn zelf tot die schoonheid
bijdragen.
Tracht ik dit soort vraagstukken samen te vatten
in de formulering van wensen die hier leven, dan
waag ik het volgende:
I. Ter versteviging van de Overheidstaak besluite
het gemeentebestuur ter aanvulling van de ge
meentelijke monumentenverordening tot een zgn.
„Zöne-verordening", welke verbiedt zonder bij
zondere toestemming van het gemeentebestuur in
bepaalde wanden van straten, pleinen e.d. wijzi
gingen aan te brengen, welke het uiterlijk van de
wand als geheel schade zouden doen.
II. Men kome er toe in die zóne in de vensters
terug te brengen de oorspronkelijke ruitverdeling,
althans een meer verantwoorde dan menig huis
vertoont, wat een weinig kostbare wijze is om veel
schoonheid, die gelegen is in goede verhoudingen te
bewaren en te vergroten.
III. Onder de bescherming van gebouwen met
waarde uit een oogmerk van geschiedenis of kunst
moge de Overheid in al haar geledingen ook be
trekken het vervangen van storende gevels door
niet-storende wanneer zij van invloed zijn op
monumenten of fraaie gebouwen.
IV. Het gemeentebestuur make zo spoedig moge
lijk een beschermingsplan voor de oude stadskern,
opdat verval als thans plaats heeft worde voor
komen voor heden en toekomst.
Een vorstelijk woord luidt: Een volk dat leeft
bouwt aan zijn toekomst. Welaan: een volk dat het
beste uit zijn verleden handhaaft bouwt daarmee
ook zijn toekomst op en geeft dus blijk van levens
kracht. Gelukkig deze stad, wier ogen hiervoor wel
open zijn.
Albert Baneau zei het nog iets kernachtiger:
C'est en sachant respecter le passé qu'on mérite
soi-même le respect de 1'avenir.
48
Schuilkapel „In de Wildeman1'
Foto 'eijlemaker