signeerd. Deze wat vervallen en weemoedige
huizen werden inwendig door stuntelige verbou
wingen en vele aanbouwsels aan hun tuinzijde
vervormd tot een behuizing voor de stads
administratie.
De chaos, die het stadhuis aldus vertoonde, werd
iedere bezoeker bij het betreden volkomen
duidelijk: een behoorlijke trap was er niet en
men moest via trappen en portaaltjes, trap op
en trap af, door gangen en door kamers, zijn weg
weten te vinden. De summiere sanitaire gelegen
heden lieten alles te wensen over.
Er waren gelukkig ook lichtpunten en wel van
esthetische aard. De omstuctc moerbalken met
hun rijke versieringen en tussengelegen georna
menteerde stucvclden in de voormalige trouw
kamer en in de Raadzaal komen in Nederland
uiterst zelden voor en vertonen verwantschap
met Westphaals-Nederrijnse stucwerken. De
eenvoudige en stemmingsvolle eikehouten balk
laag met moer- en kinderbinten boven de tegen
woordige trouwzaal ligt op een hoogte boven
de vloer, die men niet vaak in Nederland aan
treft. Het bekoorlijke wenteltrapje met zijn koste
lijk gesneden balustres en de gebeeldhouwde
omlijsting der Raadzaal-deuren met hun William
and Mary portretten zijn in het begin der 18de
eeuw ergens waar, is onbekendopgekocht en
in de toenmalige verbouwing toegepast. Dan
was er nog het mooie Louis XV stucplafond in
de kamer van de Secretaris met de bijbehorende
lambrisering. Dit alles moest in ieder geval be
houden blijven.
Bij de restauratie van het monumentale gedeelte
van het Stadhuis werd er van uitgegaan te be
houden wat essentieel was: inwendig de muren,
die oorspronkelijk aanwezig waren, de reeds ge
noemde kostelijke plafonds, de aardige wentel
trap, die helaas wat verknoeid was, de Raadzaal
deuren cn de geweldige kast met eiken pilasters
in de Jonische orde op de Burgemeesterskamer;
uitwendig de raam- en deurkozijnen, de kroon
lijsten, de zandstenen schoorstenen met hun
koperen afdekplaten èn de daken.
Het bleek mogelijk te zijn, orde te scheppen in
de chaos, waardoor verrassend lange doorzichten
door meerdere ruimten heen ontstonden. Aldus
kwam naar voren, dat de hoofdingang met zijn
mooi gebeeldhouwde zandsteen-omlijsting in het
verlengde lag van het midden van de zaal, die
thans de trouwzaal vormt, maar die oorspron
kelijk alleen maar een achterzaal was van een der
Lange-Hofstraat-panden. Vele kleine en hokkerige
kamertjes moesten opgeofferd worden om een
monumentaal trappenhuis met voorhal te krijgen.
Zodoende is thans de Raadzaal direct en op een
waardige wijze te bereiken en niet meer, als
vroeger, toen men slechts langs een onmogelijk
steile trap, via een bergkamer, die ten onrechte
de veelbelovende naam van de Blauwe Kamer
droeg, de hoofddeuren tot de Raadzaal kon
vinden.
Dat bij deze diep ingrijpende restauratie, die men
wel gedeeltelijk een verbouwing kan noemen,
alle constructiedelen grondig werden nagezien
en hersteld, behoeft geen betoog.
Uitwendig werd er naar gestreefd het vroeg 18de-
eeuwse karakter van de monumentale ingangs
partij te accentueren; aldus werden b.v. de Em-
pirc-ramen van een roedevcrdeling voorzien en
werd het bovenlicht boven de voordeuren, nadat
deze vernieuwd waren, een meer passend en
geornamenteerd cachet gegeven. De balustrade
boven de ingangspartij was van hout en dermate
verrot, dat herstel niet mogelijk bleek. Zodoende
werd deze balustrade in Brauvilliers-steen in
dezelfde vormgeving weder opgericht.
Het behouden van de in hun grote eenvoud zo
43
Wenteltrapje stadhuis
Foto Zeijlemaker